“Wij zijn de 99%”

door Gill Fry

De Occupy- en Indignados-bewegingen over de hele wereld roepen op tot een Mondiale Lente in mei 2012, te beginnen met manifestaties die samenvallen met de marsen ter gelegenheid van de Dag van de Arbeid. Ze roepen op tot het bouwen van een brede coalitie met een grote verscheidenheid aan groepen die zich inzetten voor economische en sociale rechtvaardigheid en voor een betere wereld voor allen.
Occupy Finsbury Square, dat op een strook gras in de drukke City of London staat, is het langst bestaande Occupy-kamp in het VK. Het kamp bevat een grote eettent, een informatietent en vele bewonerstenten. Banieren en vlaggen wapperen in de wind en trekken de aandacht van voorbijgangers. Bezoekers gaan in de informatietent zitten en lezen het informatiemateriaal, maken een praatje met de vrijwilligers en wonen de vele lezingen en vergaderingen bij. Begin april 2012 bezocht Gill Fry het kamp voor Share International en interviewde Rosa, een studente wis- en natuurkunde aan de Universiteit van Londen. Rosa is sinds 8 november 2011 tijdelijk met haar studie gestopt om in het kamp te leven en te werken.

Share International: Waarom raakte je betrokken bij de Occupy Beweging?
Rosa: Ik hoorde over Occupy Wall Street en de problemen die ze hadden om gehoord te worden. Ik had grote bewondering voor hun vastberadenheid en betrokkenheid bij de zaak en wilde meer te weten komen over de reden waarom ze protesteerden. Dus ben ik op 15 oktober 2011 met de mensen gaan praten en zo raakte ik geïnteresseerd.

SI: Wat verbond al die mensen bij de eerste bezetting van de beurzen? Wat hoopten jullie te bereiken?
R: Grote bedrijven werden gered met enorme sommen geld, zonder dat er afspraken werden gemaakt over terugbetaling. Het was vreselijk oneerlijk. Mensen begonnen te ontwaken en te beseffen welke invloed het financiële systeem op hun dagelijkse leven heeft en hoe onrechtvaardig en onnodig het was. Dit is geen kapitalisme, het is uitbuiting – dat is iets heel anders. Meer mensen moeten wakker worden en beseffen wat er aan de hand is. Heel veel mensen verkeren in shock en een toestand van ongeloof dat het parlement niet echt regeert – het is niet eens de regering die regeert, het is de financiële wereld die regeert. De meeste mensen zijn zich daar nog steeds niet van bewust en de massamedia zeggen er feitelijk niets over…

SI: Dus jullie proberen het publiek te onderrichten? Op jullie banier staat: “Wij zijn de 99%”. Kun je uitleggen wat jullie daarmee bedoelen?
R: De 1% heeft het grootste deel van de rijkdom en het onroerend goed in de wereld in handen en voor de 99% is huizenbezit bijna niet toegankelijk. We mikken op de 99% en bieden informatie waarmee mensen een eigen mening kunnen vormen, om ze op de hoogte te brengen van wat er gaande is, en van hun rechten en hun verantwoordelijkheden. De 99% heeft verantwoordelijkheid en de meerderheid beseft dit, maar ze weten niet precies hoe ze kunnen helpen, terwijl de 1% weet dat ze sociale verantwoordelijkheid heeft, maar er gewoon niets om lijkt te geven…

SI: Hoe vind je consensus in de groepen?
R.: Het kan uiterst frustrerend zijn. Mijn zorg met consensus is dat het goed werkt voor een meerderheidsstandpunt, maar voor het beschermen van de rechten van een minderheid moeten we grondiger naar het systeem kijken, zodat we de minderheidsvisies verder kunnen uitwerken om grotere diversiteit te scheppen. Ik heb gemerkt dat het al of niet bereiken van consensus afhangt van hoe de vraag is geformuleerd.
Een andere kwestie met consensus is het gebaren met de handen, of jazz hands [handgebaren waarmee aanwezigen aangeven het eens/oneens te zijn met de spreker]. Ik vind dat niemand persoonlijk aangevallen mag worden om zijn politieke visie en dat iedereen recht heeft op een eigen mening. Maar de jazz hands, waarbij iedereen kan zien wie voor en tegen is, vormen volgens mij een zwakke plek in onze werkwijze, die ertoe kan leiden dat mensen persoonlijk worden bekritiseerd om hun visie, wat ik oneerlijk vind. Ik zou de voorkeur geven aan enige aanpassing van het systeem, zodat de privacy van mensen meer beschermd is.

SI: Kun je iets vertellen over de verschillende soorten mensen die hier op dit kleine stukje grond leven?
R: Er is een verbazingwekkend scala aan verschillende rassen, leeftijden, godsdiensten, niveaus van opleiding – we zijn een heel diverse groep. We hebben allemaal onze eigen ideeën over hoe dingen gedaan zouden moeten worden, maar op de een of andere manier slagen we er, via het consensusmodel, in om tot een soort overeenkomst te komen, wat echt heel opmerkelijk is.

SI: Zijn er elke dag bijeenkomsten?
R: Er is laatst enige verstoring geweest, omdat er veel vluchtelingen uit de [ontruimde] kampen van St. Paul’s Cathedral en de Bank of Ideas naar ons toe kwamen, zodat we plotseling een instroom van mensen hadden, die onze bestaande structuur van een dagelijkse vergadering na het eten verstoorde. We hebben niet iedere dag een Algemene Vergadering, wat een belangrijke ontwikkeling is omdat eerder, bij de St. Paul, mensen de Algemene Vergadering moe werden en belangrijke besluiten in hun afwezigheid werden genomen, omdat ze er niet iedere dag bij konden zijn. Dus door minder Algemene Vergaderingen te houden, die veel beter bijgewoond worden, is de kwaliteit van de besluitvorming erg verbeterd.

SI: Ik zag dat jullie Algemene Vergadering vandaag over “Eenheid” gaat.
R: Ja. Het is heel belangrijk om benaderingen, gezichtspunten en activiteiten vanuit verschillende invalshoeken aan te moedigen. Dat is iets waar we in de afgelopen maand of zo mee geworsteld hebben. Sommige mensen geloven dat hun manier de juiste manier is, en andere mensen geloven dat hun manier de juiste manier is!
Het gaat dus over compromissen, zonder te worden gecompromitteerd. Iemand zei tegen me: er is geen verandering zonder conflict en geen conflict zonder verandering. We hebben het proces van discussie nodig en we moeten met elkaar van mening kunnen verschillen.

SI: Hoe redden jullie het met de dagelijkse benodigdheden? Krijgen jullie genoeg donaties?
R.: We hebben momenteel problemen met donaties en krijgen niet genoeg om het kamp te onderhouden, dus dat is een grote uitdaging. Met 94 euro per week voorzien we meer dan 100 mensen van drie maaltijden per dag. We moeten nu iedere dag voedsel dat over de uiterste verkoopdatum heen is, uit afvalcontainers halen: boterhammen, muffins, salades en behoorlijk veel sushi’s! We kunnen ons geen luxe veroorloven, maar we hebben ’s avonds een warme maaltijd, met rijst of aardappels en een of andere groente, en als we het kunnen betalen, hebben we vlees.
Een van de nijpendste zaken waar geld voor nodig is, is het sanitair – het kost minstens 110 euro per week om de toiletten twee keer per week te laten legen. We betalen 74 euro per week voor benzine voor de generatoren, zodat we elektriciteit hebben om onze accu’s te laden en voor licht in de keuken. We hebben ook zonnepanelen en een trapfiets om batterijen te laden, zodat we niet afhankelijk zijn van de 240 volt van de generatoren. De andere kostenpost is gas, om water te koken, omdat het in een binnenstedelijke omgeving en rond ontvlambare tenten niet praktisch is om afhankelijk te zijn van het verbranden van fossiele olie of hout. Dit zijn onze drie grootste kostenposten en dan hebben we nog het voedsel om ons zorgen over te maken.

SI: Zijn er ook dakloze bewoners in het kamp die door jullie worden geholpen?
R. Ja. Door de ontruiming van St. Paul en de Bank of Ideas gingen degenen die een woning hadden terug naar huis, maar wie geen andere woonplaats had, kwam hier. Hoe konden we iemand wegsturen? Je kunt niet zeggen: “Ga weg en slaap maar in een portiek.” Een groot deel van de mensen hier heeft geen andere verblijfplaats. Het is dus heel fijn om mensen aan onderdak en toegang tot primaire levensbehoeften te helpen. Veel daklozen zijn heel nuttige leden van onze gemeenschap die veel bijdragen, dus het zou echt bedroevend zijn om te zien dat ze geen andere keuze hadden dan op straat te slapen en niet op zo’n opbouwende manier konden bijdragen aan de maatschappij.

SI: Hoe zijn de betrekkingen met de lokale autoriteiten?
R: We komen bij elkaar en bespreken hun klachten en grieven en doen alles wat in onze macht ligt om te proberen hun verzoeken in te willigen. De autoriteiten werken liever op een constructieve manier met ons samen, dan op een destructieve, autoritaire manier op te treden, wat leed zou veroorzaken voor degenen die geen enkele mogelijkheid tot onderdak of inkomen hebben, en ook geen hoop op een betaalbare woning. Islington’s Fairness Commission (Commissie voor Rechtvaardigheid) heeft zekere parallellen met enkele van Occupy’s kernprincipes, dus als gemeente hebben ze veel meer begrip en compassie met sociale ongelijkheid dan andere gemeenten.

Rosa legde uit dat in het stadsdeel Islington, dicht bij de City, enkele van Londens duurste panden staan, terwijl ze tegelijkertijd een van de hoogste niveaus van sociale huisvesting heeft. Ze legde uit hoe veel daklozen die zonder enige steun leven “onzichtbaar” zijn voor de lokale autoriteiten. Door een ontruiming van het Occupy-kamp zou Islington verantwoordelijk zijn voor het onderbrengen van de dakloze leden van het kamp en dat zou de al over-ingetekende wachtlijst voor woningen nog verder belasten.
R: Een ‘lokale binding’ is voor veel mensen een enorm obstakel, vooral als ze al een aantal jaar op straat hebben geleefd, maar niet als dakloze geregistreerd staan of bij enige dienst hebben aangeklopt. Ze hebben wellicht ook geen vrienden of familie in het gebied die hun die lokale binding kunnen geven. Zonder opleiding of werk kunnen zij niet bewijzen dat ze in de buurt geleefd hebben. Ze zijn onzichtbaar geworden. Maar nu hebben deze mensen de kans om deel te nemen in een gemeenschap…

SI. Je vindt het wel heel belangrijk om de maatschappij echt te veranderen als je daarvoor je studie onderbreekt?
R: De mondiale hulpbronnen slinken, en er kan een tijd aan komen waarin we moeten functioneren zonder geld en met beperkte middelen, en meer doen op basis van ruilen en delen. Dus in termen van noodplannen, hoe voeden we 12 miljoen mensen in Groot Londen? Dit zijn vragen waar we voor kunnen komen te staan en eerder dan we denken. De hoeveelheid geld in het kamp die per persoon aan basisbehoeften wordt uitgegeven, is heel gering. Het kunnen creëren van een systeem waarin mensen kunnen overleven en gedijen kan van nationale betekenis zijn voor wat we kunnen doen bij een nationale noodtoestand of een totale financiële ineenstorting.

SI: Denk je dat jonge mensen over de hele wereld ontwaken, zoals in Spanje en de Arabische Lente?
R: In de laatste paar jaar zijn jonge mensen in toenemende mate gemarginaliseerd en in de rol van slachtoffer gedrongen. Er zijn steeds minder kansen gekomen dan voor vorige generaties. In dit land is het in vergelijking met hoe het 20 jaar geleden was, nu bijvoorbeeld heel moeilijk om een hbo-opleiding te volgen. En met de salariskloof is het voor veel mensen economisch ongelooflijk moeilijk en dat heeft het besef gewekt van wat echt belangrijk is.

SI: Hoe vergaat het de Occupy-beweging internationaal? Heb je contact met anderen in de beweging?
R: Ja, er vindt wekelijks een mondiale rondetafelbespreking plaats op een internetplatform dat Mumble (“Mompel”) heet, waar mensen samen kunnen komen met Occupy-groepen in de hele wereld. Ik geloof dat het een bloeiende beweging is.

Zie voor meer informatie: www.occupy together.org, interoccupy.org/globalspring

You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.