Vanaf de oprichting van Share International schreef Benjamin Creme’s Meester artikelen die niet alleen
bedoeld waren voor publicatie in de tijd dat ze geschreven werden, maar ook wanneer de
omstandigheden in de wereld daar om vragen. Dit artikel werd in juni 2002 geschreven en zet de toon
voor dit nummer van onze 39ste jaargang, en nog belangrijker,het wijst op de mogelijkheden voor de
mensheid aan het begin van een nieuw decennium.

Een nieuwe dag
door de Meester —, via Benjamin Creme

Wanneer mensen de toestand in de wereld bekijken, zien zij slechts de moeilijkheden en trauma’s, de gevaren en crises, en doen, door angst verlamd, weinig om de inertie die hun wanhoop teweegbrengt te boven te komen. Daardoor ontgaat mensen de vooruitgang van hun beste inspanningen en begrijpen zij zelden de loop der gebeurtenissen. Zij begrijpen weinig van de wetten die aan alle gebeurtenissen ten grondslag liggen en kunnen de uitkomst ervan derhalve niet sturen. Zouden zij naar deze onzichtbare wetten leven, dan zou hun leven zich in harmonie en orde ontwikkelen. Ondanks die onwetendheid en angst hebben de mensen thans een nieuw punt van gevoeligheid bereikt voor de krachten die hen immer voorwaarts stuwen op hun pad. Ze voelen aan, zij het kortstondig, dat er veel is wat zij niet begrijpen, laat staan beheersen, maar dat zij zich geleidelijk een voorstelling kunnen maken van een grotere betekenis, en een groter doel, een grotere eenheid en schoonheid in en om zich heen. Wanneer Wij, de Wachters, vanuit onze gunstige positie de pogingen van de mens om zijn veranderende wereld onder controle te houden bezien, verwelkomen Wij de tekenen van grotere gevoeligheid voor de hogere krachten die het leven van de mensen beïnvloeden. Verheugd zien Wij uit naar een intensivering van deze reactie en een weldadiger gebruik van deze krachten. Het is waar dat Wij ook een escalatie zien van haat en wreedheid, gewelddadigheid en oorlog, maar deze – de reacties van angst – naderen hun einde en zullen verdwijnen. Deze periode van overgang is inderdaad een moeilijke tijd. Velen reiken naar de toekomst, verlangen naar verandering en nieuwe antwoorden op de problemen. Anderen houden zich hardnekkig vast aan de oude gewoonten en trachten het offensief van het nieuwe te weerstaan. Wij zien toe en wachten, ervan overtuigd dat de mensen de weg zullen vinden. Maitreya, de Meester der Meesters, staat gereed om Zijn verschijning in te zetten, om openlijk onder de mensen te werken. Dit kan niet betekenen dat Zijn werk achter de schermen geheel zal ophouden. Veel van wat Hij doet, zelfs nu, ondersteunt de inspanningen van sommigen die anders zouden mislukken. Zijn hulp en raad leiden de hand van meer dan één wijze leider en beschermen hen tegen kwaad.
Zij die de wereld willen aanvallen om hun kracht te bewijzen, vallen ook Maitreya aan. Achter alle mensen van goede wil staat Maitreya met Zijn Groep; Zij vormen een schild waar alle pijlen tevergeefs op afketsen. Haast je aan Zijn zijde wanneer Hij verschijnt. Schaar je rond Zijn Banier van Vrede, Rechtvaardigheid en Vrijheid en help Hem bij Zijn machtige werk. Een nieuwe dag breekt aan in het leven van de mensen, een dag zoals er nooit een is geweest.

V. Kan ik Maitreya zien? (Lezing Benjamin Creme in Japan, mei 2008)
A. Je moet onthecht zijn, zelfs ten aanzien van Maitreya. Ik mag Maitreya niet opzoeken, ook al weet ik waar Hij is – en dat weet ik. Ook al weet ik dat Hij op een bijeenkomst zal zijn, zal ik nooit naar die bijeenkomst gaan. Het is niet nodig om de hand te schudden van iemand die echt is. Ofwel is Hij echt voor u, in het hart, of niet. En als Hij echt in uw hart is, hoeft u Hem niet te zien of Zijn hand te schudden.

V. Waarom zeggen u en de Meesters altijd “spoedig” wanneer u en Zij spreken over het moment van de Wederverschijning?
A. De Meesters zeggen altijd “spoedig” omdat het vanuit Hun gezichtspunt spoedig is, heel heel spoedig. Voor Hun is 10 of 20 jaar ‘spoedig’; voor Hun is het wat twee weken voor ons is. Als de Meesters zouden zeggen dat het misschien over 20 jaar gebeurt, zou niemand iets doen. Toen ik in 1959 van Maitreya hoorde dat Hij heel spoedig zou komen, “eerder dan iedereen voor mogelijk hield”, zei Hij dat het binnen ongeveer 20 jaar zou zijn. Het werd uiteindelijk 18 jaar [1977]. Ik dacht: ‘Twintig jaar! Geen haast.’ Twintig jaar was voor mij zo’n lange tijd vooruit, dus ik deed niets. Pas toen mijn Meester mij een ‘zetje’ gaf om naar buiten te treden met lezingen deed ik er iets mee. Ik had geen gevoel van urgentie. Een van de problemen voor bepaalde esoterische groepen is dat zij geen gevoel van urgentie hebben.

Share International heeft een grote voorraad brieven aan de redactie die door de jaren heen verwerkt zijn, als authentiek bevestigd zijn door Benjamin Creme’s Meester, maar nog niet werden gepubliceerd. Deze brieven, waarvan sommige jaren geleden werden ontvangen en andere heel recent, publiceren we hier. Andere brieven in dit nummer beschrijven recente gebeurtenissen. Het is de overtuiging van de schrijvers, ontstaan uit hun eigen intuïtieve reactie en bekendheid met zulke ervaringen, die hun het vertrouwen geeft om deze ontmoetingen, persoonlijk en in het algemeen, als belangrijk en betekenisvol te zien. Sommige lijken specifiek voor de betrokkenen, terwijl andere voor zich spreken en hoop en inspiratie aan allen geven. We leggen ze ter overweging voor.

Bemoediging
Op maandag 18 november 2019 had ik een telefoongesprek met een groepslid waarin we ons afvroegen hoe de toekomst van de groep zou zijn. En ik was behoorlijk geschokt door dit gesprek. Nadat we ophingen, voelde ik, terwijl ik op mijn bank zat, een overweldigende golf energie over mijn hoofd komen. Het duurde meer dan 30 minuten en was zo sterk dat ik me niet kon bewegen.
Daarna besefte ik dat dit een bemoediging was om met het werk door te gaan, en een duidelijk signaal van de Meesters: “We zijn hier”.
Naam bij de redactie bekend, (Frankrijk).

Waar er twee of drie bijeen zijn…
Op 4 november 2019 gaf een van onze medewerkers een lezing in het Informatiecentrum in Amsterdam; er was een aantal groepsleden aanwezig en er ontwikkelde zich een interessant en inspirerend gesprek. De volgende dag toen er zes medewerkers in het Centrum waren, kwam het gesprek op het feit dat de aanwezige mensen tijdens deze lezing sterke energieën hadden gevoeld en ook bij de lezing in de maand ervoor op 13 oktober, zoals vaak gebeurt bij lezingen door medewerkers over de hele wereld. We spraken over hoe belangrijk het is alert en gevoelig te zijn voor de energieën en dat groepsleden bij zulke en andere vergelijkbare bijeenkomsten gebruikt kunnen worden om te transmitteren. We lazen een brief die net in het novembernummer van Share International was gepubliceerd (met de titel ‘Werken met de Meesters, wanneer dan ook, waar dan ook’). Vanaf het moment dat het gesprek startte, begonnen de energieën en ze leken sterker te worden terwijl we verder praatten. We zeiden dat het prachtige van dit ‘verhaal’ – het bestaan van Maitreya en de Meesters en Hun Wederverschijning – is dat het echt is, dat het waar is en dat de gebeurtenissen, ervaringen en energieën het dagelijks bewijzen. We hadden ons juist de zin uit de Bijbel herinnerd “Waar er twee of drie bijeen zijn…” en daar was plotseling bij de voordeur de jonge woordvoerder van de Meester Jezus (vele keren gedurende een aantal jaren bevestigd door Benjamin Creme’s Meester). We hadden hem maanden niet gezien. Hij kwam niet binnen, maar zat op zijn fiets en las een poster op de deur, hij lachte breed naar ons, zwaaide met grote gebaren (wij zwaaiden terug) en gaf ons zijn gebruikelijke teken met zijn duimen omhoog. Hij ging even plotseling weg als hij gekomen was. Zijn verschijning bevestigde voor ons nog maar eens dat de Meesters alwetend zijn, dat Ze zich bewust zijn van de groepen, dat Zij ons allemaal ondersteunen, leiden en inspireren. Deze ervaring bevestigde voor ons zeker Hun aanwezigheid en de noodzaak om wakker, eenlijnig en alert te zijn op manieren waarop we van nut kunnen zijn.
Medewerkers, Informatiecentrum Share Nederland (Nederland).

Onze zegeningen tellen
Op zondag 8 december 2019 organiseerde de Nederlandse groep een ‘nationale’ dag die werd bijgewoond door groepsleden uit het hele land. Het werd in het Informatiecentrum in Amsterdam gehouden en gaf een mogelijkheid om een video te zien (een video over “De aard van begoocheling”, uit 1988 in Nederland) van een conferentie met Benjamin Creme en ook om mee te doen met een ‘geestelijke oefening’ en Zegening. De ‘oefening’ was een kort fragment dat we namen uit een conferentievideo over “Het overwinnen van angst” waar BC de groep leidt bij het opzeggen van het Gebed voor de Nieuwe Tijd en vraagt jezelf de vraag te stellen “Wie ben ik?”
Meteen na de ‘oefening’ en de krachtige Zegening die we allen ervoeren, stonden we op en keerden ons om om de lichten weer aan te doen naast de voordeur van het Centrum en daar was hij weer – de zeer vertrouwde woordvoerder van de Meester Jezus (bevestigd door BC’s Meester) die het Centrum ten minste zeven jaar lang heeft bezocht. We zijn dankbaar voor dit ‘geschenk’ van de Meesters; het voelde als nog een zegening erbij. Hij was heel onlangs nog op 4 november verschenen (zie de voorgaande brief “Waar er twee of drie bijeen zijn…”). Die dag was ook een viering van de briljante bijdrage aan het groepswerk van een heel geliefde en gerespecteerde medewerker van wie we afscheid namen. We rondden het jaar af met een heel gelukkig, maar ook bitter-zoet feest.
Groepsleden, Nederland.


Tekenen aan de hemel
VS – In de avond van 8 november 2019 nam een ooggetuige in San Marcos, Californië, een schitterend op een ster gelijkend voorwerp waar, dat op lage hoogte boven de stad zweefde, en fotografeerde het. Na een poosje stationair te zijn geweest, ging het volgens de getuige “omhoog en over een heuvel heen zodat het uit mijn zicht verdween, verscheen weer in mijn blikveld, werd helderwit en verdween toen plotseling.” (Bron: mufon.com)

VS – Op de avond van 19 december 2019 zag en fotografeerde een ooggetuige in Brooklyn (New York) een verlicht, veelkleurig voorwerp dat op geringe hoogte in de lucht zweefde. “De kleuren waren bijzonder helder,” aldus de ooggetuige. (Bron: mufon.com)

NASA – Op 6 november 2019 fotografeerde NASA’s Zonne- en Heliosfeerobservatorium nabij de zon een reusachtig op een engel gelijkend voorwerp (Bron: sohowww.nascom.nasa.gov)

Ecologie en spiritualiteit – fragmenten
door Dominique Abdelnour

Spiritualiteit wordt vaak geassocieerd met geestelijke idealen die losstaan van de stoffelijke werkelijkheid, terwijl ecologie geassocieerd wordt met een wetenschappelijke studie van de relatie tussen mens en natuur. Etymologisch komt spiritualiteit van ‘spirit’ en ‘pneuma’ (de Goddelijke Ademtocht die het universum tot aanzijn brengt) en ecologie van ‘ekois’(huis, of omgeving) en ‘logos’ (studie). In dit artikel wil ik laten zien dat ecologie een spirituele discipline is en dat spiritualiteit ook een ecologische invalshoek kent. Twee zinnen van de Meester Djwhal Khul via Alice A. Bailey hebben betrekking op spiritualiteit: “Elke activiteit die de mens voortstuwt naar de een of andere vorm van ontwikkeling – stoffelijk, emotioneel, mentaal, intuïtief, maatschappelijk – is wezenlijk geestelijk van aard indien deze de mens verder brengt dan zijn huidige toestand aangeeft.”1

“Alles is geestelijk wat neigt naar begrip, naar vriendelijkheid, naar datgene wat schoonheid voortbrengt en naar dat wat de mens kan leiden naar een vollediger uitdrukking van zijn goddelijke mogelijkheden.”2 Dit impliceert dat spiritualiteit betrekking heeft op alle gebieden van het leven, inclusief ecologie, wetenschap, politiek en economie.

Dode of levende materie
Volgens de traditionele wetenschap ontstonden uit de oersoep van protonen, neutronen en fotonen 13 miljard jaar geleden de sterren waaruit waterstof-, zuurstof- en koolstofatomen voortkwamen. Doordat sommige sterren explodeerden in supernova’s ontstonden de zwaardere atomen zoals koper, zink, goud, lood, enz. – geheel willekeurig. Door gelukkig toeval en de wet van natuurlijke selectie ontstonden vervolgens het leven en intelligentie. Het denken wordt aldus gezien als product van het brein. Maar steeds meer wetenschappers zetten vraagtekens bij dit model en vragen zich af of bewustzijn niet een voorwaarde is voor materie, waarmee zij de esoterische doctrine benaderen: “Het Ene Leven creëert, belevendigt en bezielt het universum.” Voor esoterici brengt de Geest het bewustzijn in de stof en een van de doelen in het goddelijk plan is de evolutie van bewustzijn en het verheffen van de trillingen van materie. De Russische esotericus H.P. Blavatsky vatte deze beginselen als volgt samen: “De natuur is geen gelukkige samenkomst van atomen”. “Het Leven gaat aan de Vorm vooraf en overleeft de laatste atoom”. “De ‘Grote Ademtocht’, of liever de ‘Levensadem’, … stroomt door elk dier, door elk bezield deeltje, door elk mineraal atoom.”; “Geest en Stof zijn Een … Geest is Stof op het zevende gebied; Stof is Geest op het laagste punt in haar cyclische activiteit…”3 Tussen Geest en stof bestaat dus alleen een verschil in frequentie. Het materialistische beeld van een Aarde die uit dode stof bestaat, leidt tot een gevoel van afgescheidenheid en de uitputting van natuurlijke hulpbronnen door mensen die als parasieten de gevolgen van hun handelen negeren.

Deva’s, engelen en hun rol
Moderne esoterici (zoals Alice A. Bailey en Benjamin Creme) hebben het bestaan bevestigd van een evolutie die parallel loopt aan de menselijke, die van de deva’s. Zij regeren het vormaspect en werken door middel van gevoel. “Deva’s evolueren via de evolutie van gevoel, van zintuiglijke gewaarwording. Wij evolueren door de ontwikkeling van het denken. Wij zijn de zonen van het denkvermogen, zij zijn de dochters van het gevoel. Hun evolutie vindt plaats via de voortdurend toenemende gewaarwording van wat is, hier en nu, wat er bestaat in het leven, in de stof, in trilling, in alles wat je als de schepping kunt beschouwen. Dat is hun ervaring; zij ervaren het leven en de stof van moment tot moment door het gevoel en groeien in bewustzijn van wat zij zijn. Wij doen hetzelfde via onze zintuigen, maar wij gaan een stapje verder. De deva’s, althans tot het niveau van de mens, denken er niet bij na, zij ‘menteren’ niet. Denken maakt geen deel uit van hun activiteit. Maar zij maken zich een zintuiglijke gewaarwording eigen, een verhoogde, extreme gevoeligheid voor de geringste verandering in trilling, naarmate zij evolueren. Zij evolueren geleidelijk aan tot een steeds verfijnder waarneming van wat is, het nu.” [BC, SI jan/feb 1993] Het bestaan van een parallelle evolutie is algemeen bekend in de meeste tradities, inclusief het sjamanisme. We kunnen ook verwijzen naar het experiment van Findhorn in Schotland. Daarin werd samengewerkt met de subtiele natuurintelligenties (deva’s) om onvruchtbaar land vruchtbaar te maken, waardoor prachtige bloemen en overvloedige groenten en fruit werd verbouwd. Veel tuiniers communiceren ook met hun planten; hun positieve invloed wordt zodanig vanzelfsprekend beschouwd dat ‘groene vingers’ hebben een veelgebruikt gezegde is. Dit laat zien dat een energetische uitwisseling met de plantenwereld een positieve uitwerking op de groei heeft. Benjamin Creme gaat nog verder door te wijzen op de negatieve rol van de menselijke onbalans op het werk van de deva’s, bijvoorbeeld op het klimaat van de Aarde: “Wanneer we hebzuchtig en egoïstisch zijn en wedijveren, iedereen proberen voor te blijven, creëren we onvermijdelijk onevenwichtigheid. Dan raken de deva’s die het weer, de oceanen, de regen, enzovoort regelen uit evenwicht en ontstaan, zoals nu, over de hele planeet de meest buitengewone weerspatronen. Het is tot op zekere hoogte het gevolg van onze eigen onevenwichtigheid.”4

Verkenning van de leringen van ‘Engelen’ – fragmenten door Chantal Piganeau

Gesprek met de Engelen, een buitengewoon boek van Gitta Mallasz, is de getuigenis van een ontmoeting van vier Hongaarse vrienden tijdens de Tweede Wereldoorlog met wezens van licht die zij “engelen” noemden. Het is tevens het verhaal van Hanna Dallos, die haar vrienden de gedachten, inspiratie en leringen aanreikte die haar door de “engelen” gegeven werden in de jaren 40, een gevaarlijke en vreselijke periode in Europa. Iedere week, gedurende 18 maanden, spraken deze “engelen” via Hanna. Zij beantwoordden vragen en gaven aanwijzingen, en begonnen een intens transformatieproces in hen die het ontvingen en in praktijk brachten. Benjamin Creme gaf aan dat de “engelen” in feite de Meesters Jezus, Morya en Koot Hoomi waren, ‘in de gedaante’ van engelen.

‘Woorden van vuur’
Op een dag laat Gitta Hanna zien wat ze geschreven heeft. Blijkbaar is de tekst van Gitta een aaneenschakeling van gemeenplaatsen, ver beneden haar ware niveau. Hanna die zich plotseling begeesterd voelt door goddelijke woede, heeft net genoeg tijd om tegen haar vriendin te zeggen: “Ik ben het niet meer die tot jou zal spreken.” Ze geeft dan ‘woorden van vuur’ door. Zo beginnen de dialogen. Elke vrijdag om 15.00 uur, van juni 1943 tot en met november 1944, spreken zij die ze de Engelen noemen, via Hanna. Lili doet met haar vrienden mee. Lili en Gitta noteren wat gezegd wordt en zij doen dat nauwgezet en gewetensvol. Jozef die er aanvankelijk de voorkeur aan gaf zich afzijdig te houden, besloot later om aan de ervaring deel te nemen.

Aanhoudende aandacht
Dit is geen theoretische lering, omdat de boodschappen in antwoord op de vragen van Gitta en Lili komen. De vrienden ontvangen antwoorden op hun vragen. De inhoud ervan staat rechtstreeks in verband met de manier waarop de vier vrienden de lering integreren of zich eigen maken en de impuls die ze dagelijks ontvangen in praktijk brengen. Deze lering is universeel; ze is gericht tot de mens die de aspiratie heeft de geïnspireerde acteur van zijn leven te worden. Geen dogma’s, geloven of rituelen, maar een uitnodiging om het dagelijks leven te ervaren met de intensiteit die aanhoudende aandacht mogelijk maakt. Stel nauwlettende belangstelling in alle aspecten van je leven en plaats ze onder het licht van bewustzijn. “Elke kleine cel van jou moet ontwaken.” “Elke stap naar het Goddelijke is een ontwaken. Elk zijn, niet alleen dat van jullie, is slechts een droom. Helder worden… altijd helderder worden… Maar toch een droom. Het enige ontwaken is in het goddelijke.” En de Meester vervolgt: “Ik verkondig jullie: Wanneer het Enig bestaande Licht in de diepste duisternis binnengedrongen is, zal er verlossing zijn. Wij allen werken daaraan met vreugde en dank. Met dank. Van ‘dromers’ worden jullie ‘wekkers’. Jouw doel is zo’n niveau te bereiken dat iedereen die contact met je heeft… ontwaakt.” Even later, nadat Gitta de Engel/Meester een vraag stelt, komt het strenge antwoord: “Spreek het woord ‘Waarom’ niet meer uit, vervul je opgave altijd zonder een ‘Waarom’!”

Door Elisa Graf

De wereld staat in brand. Enorme bosbranden laaien over uitgestrekte delen van de Australische bush. Het brandseizoen moet zijn hoogtepunt nog bereiken, maar er is al meer dan 5 miljoen hectare verbrand, terwijl er nog 100 actieve branden zijn…. Maar Naomi Kleins nieuwe boek Brand! Een vurig pleidooi voor een nieuwe groene politiek spoort ons aan om het gevoel dat we uiteindelijk onvermijdelijk gedoemd zijn van ons af te schudden. In een verzameling essays geschreven over meer dan tien jaar vanuit de frontlinie van de zich ontwikkelende crisis, beschrijft Brand! Kleins eigen pogingen om te begrijpen hoe we zover gekomen zijn, waarbij ze de gebruikelijke verhalen afwijst – theorieën als: politici zijn gevangen in korte-termijn verkiezingscycli, of klimaatverandering lijkt te ver weg of te duur om op te lossen. In plaats daarvan vindt ze antwoorden in het verstrengelen van “schijnbaar uiteenlopende crises (economische, sociale, ecologische en democratische) tot een gemeenschappelijk verhaal van beschavingstransformatie”. Tegelijkertijd is Brand! een oproep tot een nieuwe groene politiek als de stoutmoedige aanpak voor transformatie die we dringend nodig hebben om deze samenhangende crises op te lossen, evenals een visie voor hoe we kunnen leven met inachtneming van de grenzen van wat de planeet aankan. Het is pas een jaar geleden dat het Zweedse schoolmeisje Greta Thunberg met haar protesten in Stockholm begon, waardoor een beweging ontstond die het afgelopen jaar een ongekend aantal jonge mensen op straat bracht en ons aanzette tot dringende actie. Klein herinnert ons eraan dat deze jonge activisten niet over deze crisis hebben geleerd door erover te lezen – velen van hen hebben uit de eerste hand de ernstige droogte, orkanen, overstromingen, ondervonden en de gezondheidseffecten van de vervuilde lucht van de industrie en de golvende zwarte rook van ongebreidelde bosbranden ervaren. Ze schrijft: “Waar ter wereld ze ook wonen, deze generatie heeft iets gemeen: ze zijn de eersten voor wie klimaatverstoring op planetaire schaal geen toekomstige bedreiging is, maar een geleefde realiteit. En niet op een paar pechplekken, maar op elk continent waar vrijwel alles aanzienlijk sneller degradeert dan de meeste wetenschappelijke modellen hadden voorspeld.”

Tijd om naar ons hart te luisteren en daarnaar te handelen
Door Naoto Ozutsumi

Na 38 jaar is paus Franciscus de eerste pontifex die sinds Johannes Paulus II in 1981 Japan bezocht. In november 2019 bezocht Franciscus Hiroshima en Nagasaki, de twee steden die volledig werden verwoest door de atoombommen die in 1945 aan het einde van de Tweede Wereldoorlog door de Amerikaanse strijdkrachten werden gedropt. In deze steden gaf hij mensen over de hele wereld indrukwekkende boodschappen mee over de noodzaak om afstand te doen van wapens en ware en rechtvaardige vrede te stichten….
Op jonge leeftijd wilde de paus in Japan werken, deels omdat hij Jezuïet was en het de Jezuïeten waren die in de persoon van Francis Xavier het christendom naar Japan brachten. Maar op 21-jarige leeftijd kreeg de jonge Jezuïet longontsteking en moest een operatie ondergaan waarbij een deel van zijn rechterlong werd verwijderd. Hierdoor moest hij zijn droom om als zendeling naar Japan gestuurd te worden opgeven.Hij vergat echter niet de verwoesting en pijn die Japanners leden door de atoombombardementen, en hij trachtte het belang van vrede als volgt duidelijk te maken. In 2018 verspreidde hij onder verslaggevers en kerkelijke werkers kopieën van een foto die net na het bombardement op Nagasaki genomen was. Hierop was een jongen te zien die met zijn dode broertje op zijn rug in de rij stond te wachten om hem te laten cremeren. “Oogst van de oorlog” stond achterop elke afdruk. Het jaar daarop werd de hoop van de paus om Japan te bezoeken bewaarheid; hij voelde zich verplicht daarheen te gaan, onder andere “om de onschuldige slachtoffers van dergelijk geweld in herinnering te brengen”. Het thema dat hij koos voor zijn bezoek aan Japan was “Bescherm alle leven”.
In zijn toespraak in Nagasaki, waar 75 jaar geleden meer dan 74.000 mensen werden gedood door de enorme hitte-explosie en straling, vertelde paus Franciscus ons wat essentieel is voor internationale vrede. “Vrede en internationale stabiliteit zijn onverenigbaar met pogingen om voort te bouwen op angst voor wederzijdse destructie of de dreiging van totale vernietiging. Ze kunnen alleen bereikt worden op basis van een mondiale ethiek van solidariteit en samenwerking voor een toekomst die wordt gevormd door onderlinge afhankelijkheid en gedeelde verantwoordelijkheid van de huidige en toekomstige mensheid.” Hij deed de stem van het volk horen toen hij zei: “Overal is een wereld van vrede, vrij van kernwapens, het verlangen van miljoenen mannen en vrouwen”. En bewust van de conflicten tussen grootmachten en van de tendens om kernverdragen te veronachtzamen, waarschuwde hij ons: “We mogen nooit te moe zijn om te werken aan de verdediging van de voornaamste internationale juridische instrumenten voor nucleaire ontwapening en non-proliferatie, waaronder het Verdrag inzake het verbod op kernwapens.” Paus Franciscus waarschuwde dat geld en kostbare hulpbronnen ingezet moeten worden om de miljoenen mensen te helpen die ‘in onmenselijke omstandigheden’ leven en dat we milieuproblemen zouden moeten aanpakken in plaats van hulpbronnen te verspillen aan de wapenwedloop. Hij wees er nogmaals op:
“Niemand kan onverschillig staan tegenover de pijn van miljoenen mannen en vrouwen wier lijden ons geweten vandaag de dag verontrust. Niemand kan doof zijn voor de smeekbede van onze broeders en zusters in nood.”
Dezelfde avond vertrok Paus Franciscus naar Hiroshima. In die stad, waar in 1945 ten minste 140.000 mensen door de kernaanval werden gedood, ontmoette hij een aantal overlevenden. Yoshiko Kajimoto was 14 jaar toen de bom viel. “Toen ik naar buiten ging waren alle omliggende gebouwen vernietigd. Het was zo donker als in de nacht en het rook naar rotte vis,” vertelde ze de paus die naast haar in het Vredesmonumentpark zat. Ze beschreef mensen “die als spoken naast elkaar liepen, mensen wier hele lichaam zo verbrand was dat ik het verschil tussen mannen en vrouwen niet kon zien.” Ze voegde eraan toe dat niemand op deze wereld zich zo’n tafereel van de hel kon voorstellen. In een redevoering die hij daar hield, bracht de paus een eerbetoon aan alle slachtoffers en aan die overlevenden die “met kracht en waardigheid” verder leefden. Hij uitte zijn “bescheiden verlangen om de stem van de stemlozen te zijn, die met bezorgdheid en angst getuige zijn van de huidige toenemende spanningen”. Hij benadrukte de misdadigheid en immoraliteit van kernwapens: “Vanuit een diepe overtuiging wil ik nogmaals openlijk verklaren dat het gebruik van kernenergie voor oorlogsdoeleinden nu meer dan ooit een misdaad is, niet alleen een misdaad tegen de waardigheid van mensen, maar tegen elke mogelijke toekomst voor ons gemeenschappelijke huis. Het gebruik van kernenergie voor oorlogsdoeleinden is immoreel.”
Tegen het einde van zijn toespraak spoorde hij ons aan te roepen: “Nooit meer oorlog, nooit meer
wapengekletter, nooit meer zoveel lijden!” En hij besloot zijn toespraak met een oproep aan Christus:

“Kom, Heer, Vredevorst! Maak ons instrumenten en weerspiegelingen van uw vrede!”

Op kerstavond 2019 werden de luisteraars van BBC Radio 4 getrakteerd op een buitengewoon en ontroerend interview met een vader die niet in staat was om het leven van zijn dochter te redden. Het was een interview met Nadim Ednan-Laperouse over het leven en de dood van zijn 15-jarige dochter Natasha, die stierf aan een ernstige allergische reactie op voedsel dat niet goed was geëtiketteerd. Nadim en zijn vrouw Tanya zijn sindsdien bekend geworden door hun campagne en succesvolle inspanningen om de wetten omtrent voedseletikettering in Groot-Brittannië te veranderen. Er is nu een nieuwe wet, diebekendstaat als de Wet van Natasha. Nadim meent dat dit niet mogelijk was geweest zonder de inspiratie en de motivatie die zijn levensveranderende ervaring teweegbracht. Hoewel Natasha drie jaar geleden stierf, is dit de eerste keer dat Nadim zijn opmerkelijke verhaal vertelt. “Ik voel mij verplicht om wat mij is overkomen op de meest waarheidsgetrouwe manier te vertellen, zonder verfraaiing, zodat anderen het kunnen horen, want ik geloof dat ik hiertoe geroepen ben.” Van kleins af aan was het duidelijk dat Natasha aan verschillende voedselallergieën leed en als gevolg daarvan had de familie geleerd om hyperalert te zijn, zoals ook Natasha, en altijd zorgvuldig alle ingrediënten te controleren. Op een vlucht naar Nice met haar vader en een schoolvriend werd ze snel erg ziek na het eten van een broodje uit de winkel. Twee doses antihistamine medicatie, plus verschillende injecties van een epi-pen hielpen niet om de allergische reactie te stoppen waardoor Natasha niet meer kon ademen, het bewustzijn verloor en uiteindelijk een hartstilstand kreeg. Toen het vliegtuig in Nice landde, stond er een team van paramedici klaar en zij deden wat ze konden om haar te reanimeren.
Nadim beschrijft wat er vervolgens gebeurde: “Ik keek naar Natasha, ik had mijn ogen niet van haar afgehouden. En er verschenen vijf engelen. Er was een krachtig zachtgeel licht – als kaarslicht. Het was zeer intens, maar niet zo sterk dat je je ogen samen moest knijpen. Toen zag ik in detail die vijf figuren, als tengere mensen, in perfecte verhouding met de vleugels op hun rug; ze verschenen gewoon. Ze waren ongeveer 20 cm lang, en tenger, niet mollig zoals kinderen of zoals in een renaissance-schilderij met
geveerde vleugels toegevoegd, zoals je in het Vaticaan kunt zien. Eigenlijk waren ze net als mensen – maar er was zoveel micro detail op hun vleugels, hun lichamen en gezicht. Ze keken allemaal naar mij.
Ze cirkelden allemaal om Natasha heen; het verraste me volkomen. Ik had nog nooit van mijn leven zoiets gezien en ik had nooit verwacht zoiets te zien. Ik heb mijn arm opgeheven en ik probeerde ze weg te jagen, omdat ik me realiseerde dat het betekende dat ze zou kunnen sterven. Ik wuifde ze weg en schreeuwde: ‘Het is haar tijd nog niet!’ En daarmee verdwenen ze en Natasha stierf. Ze was weg.”

Nadim werd gevraagd om de engelen in meer detail te beschrijven – leken ze op engelen die hij ooit in
schilderijen had gezien of waren ze compleet anders?

“Zoals deze vijf engelen eruit zagen was een complete verrassing.” Nadim had vroeger kunst gestudeerd en de engelen die hij rond Natasha zag leken helemaal niet op engelen zoals die in de kunst afgebeeld worden. “Wat ik heel duidelijk zag leek veel meer op jou en mij, op mensen in dezelfde verhouding. Ze waren lang en dun, met vleugels op hun rug. En hun vleugels waren niet van veren gemaakt, het waren eigenlijk veel meer vlindervormige vleugels met veel detail; ze hadden segmenten in de vleugels in plaats van
vleugels die samengesteld zijn uit veren. Het gehele visioen was een zee van geel licht, zeer helder, maar niet fel voor de ogen, dus je hoefde je ogen niet samen te knijpen. Het was bijna als een warm verwelkomend licht; misschien wel het meest rustgevende licht, het meest verbazingwekkende licht dat ik ooit heb gezien. Het bestaat niet echt in de fysieke wereld. Ik heb nog nooit iets gezien waarmee ik het kan vergelijken. Ze straalden werkelijk, vertoonden een ongelooflijke gedetailleerdheid. Je zou het kunnen vergelijken met de details op een ‘ high definition’-scherm, maar zelfs dat beschrijft niet goed wat ik zag. Ze hadden één kleur, dus ze waren monochromatisch geel en ongeveer 20 cm lang. Geen van hen was specifiek mannelijk of vrouwelijk. Ze waren allemaal hetzelfde in die zin.”
“Ik heb zelfs opgeschreven wat ik die dag zag. In mijn hele verleden, of ik nu naar boeken keek of met mensen praatte over hoe engelen eruit zouden kunnen zien of hoe we kunnen veronderstellen dat ze eruit zouden kunnen zien, zouden ze beslist molliger, groter en sterker zijn, omdat dat voor ons sterkte en kracht uitstraalt. Maar als je erover nadenkt, geldt dat in onze wereld, maar in een andere wereld, een andere plaats, of tijd, zoals de hemel, betekenen onze spelregels van hier niets. Dus om ze op die manier te zien, betekent niet dat ze altijd zo zijn. Maar het hele bovennatuurlijke aspect hiervan is dat ze van alles kunnen zijn wat voor dat moment van toepassing is; ik ga er niet van uit dat we er een permanent etiket op moeten plakken van ‘deze vorm’ en ‘deze grootte’, maar ik kan je vertellen dat dit is wat ik zag.” “Ze waren niet naakt en toch droegen ze ook geen volledige kleding waarbij jij en ik elkaar zouden aankijken en zien dat we bijvoorbeeld een trui dragen. Ze bestonden uit vele delen. Zeker met ledematen zoals wij die hebben en die we zouden herkennen, maar daarbij hadden zij ook die ongelofelijke vleugels op hun rug. Maar meer dan dat kan ik niet zeggen, want ik keek naar vijf verschillende engelen die allemaal in beweging waren en die naar mij keken, maar niet glimlachend – eerder, zou ik zeggen, zonder veel gezichtsuitdrukking. Maar wat zo overweldigend is, ik kan ze nog steeds zien en ik zou ze echt moeten tekenen.“ “Zoals deze vijf engelen eruit zagen was een complete verrassing.” Nadim had vroeger kunst gestudeerd en de engelen die hij rond Natasha zag leken helemaal niet op engelen zoals die in de kunst afgebeeld worden. “Wat ik heel duidelijk zag leek veel meer op jou en mij, op mensen in dezelfde verhouding. Ze waren lang en dun, met vleugels op hun rug. En hun vleugels waren niet van veren gemaakt, het waren eigenlijk veel meer vlindervormige vleugels met veel detail; ze hadden segmenten in de vleugels in plaats van vleugels die samengesteld zijn uit veren. Het gehele visioen was een zee van geel licht, zeer helder, maar niet fel voor de ogen, dus je hoefde je ogen niet samen te knijpen. Het was bijna als een warm
verwelkomend licht; misschien wel het meest rustgevende licht, het meest verbazingwekkende licht dat ik ooit heb gezien. Het bestaat niet echt in de fysieke wereld. Ik heb nog nooit iets gezien waarmee ik het kan vergelijken. Ze straalden werkelijk, vertoonden een ongelooflijke gedetailleerdheid. Je zou het kunnen vergelijken met de details op een ‘ high definition’-scherm, maar zelfs dat beschrijft niet goed wat ik zag. Ze hadden één kleur, dus ze waren monochromatisch geel en ongeveer 20 cm lang. Geen van hen was specifiek mannelijk of vrouwelijk. Ze waren allemaal hetzelfde in die zin.” “Ik heb zelfs opgeschreven wat ik die dag zag. In mijn hele verleden, of ik nu naar boeken keek of met mensen praatte over hoe engelen eruit zouden kunnen zien of hoe we kunnen veronderstellen dat ze eruit zouden kunnen zien, zouden ze beslist molliger, groter en sterker zijn, omdat dat voor ons sterkte en kracht uitstraalt. Maar als je erover nadenkt, geldt dat in onze wereld, maar in een andere wereld, een andere plaats, of tijd, zoals de hemel, betekenen onze spelregels van hier niets. Dus om ze op die manier te zien, betekent niet dat ze altijd zo zijn. Maar het hele bovennatuurlijke aspect hiervan is dat ze van alles kunnen zijn wat voor dat moment van toepassing is; ik ga er niet van uit dat we er een permanent etiket op moeten plakken van ‘deze vorm’ en ‘deze grootte’, maar ik kan je vertellen dat dit is wat ik zag.” “Ze waren niet naakt en toch droegen ze ook geen volledige kleding waarbij jij en ik elkaar zouden aankijken en zien dat we bijvoorbeeld een trui dragen. Ze bestonden uit vele delen. Zeker met ledematen zoals wij die hebben en die we zouden herkennen, maar daarbij hadden zij ook die ongelofelijke vleugels op hun rug. Maar meer dan dat kan ik niet zeggen, want ik keek naar vijf verschillende engelen die allemaal in beweging waren en die naar mij keken, maar niet glimlachend – eerder, zou ik zeggen, zonder veel gezichtsuitdrukking. Maar wat zo overweldigend is, ik kan ze nog steeds zien en ik zou ze echt moeten tekenen.“