V. Is het door ons gebrek aan activiteit, doordat we misschien niet hard genoeg gewerkt hebben dat we Maitreya nog niet gezien hebben? (Lezing Japan, mei 2008)
A. Ik heb altijd gezegd dat het moment van Maitreya’s verschijning afhangt van het klimaat van verwachting onder het publiek, wat natuurlijk de verantwoordelijkheid is van de groepen die in Zijn aanwezigheid geloven. Maar het is niet eenvoudigweg de ‘tekortkoming’ van de groepen die de weg bereiden voor de feitelijke verschijning van Maitreya, maar van alle groepen die op politiek, economisch, sociaal, wetenschappelijk terrein werken; alle hebben hun eigen rol te spelen in de voorbereiding voor deze gebeurtenis, of ze dat nu weten of niet. De Meester Djwhal Khul schreef dat die enkele individuen, niet veel mensen maar een voldoende grote groep, die tot taak hebben om de voorbereidende stappen naar het publiek te zetten, van alle groepen behalve de politieke de moeilijkste taak hebben. De taak van de politieke groepen is om de omstandigheden te creëren waarin vrede realiteit wordt; de schepping en totstandbrenging van een mate van internationalisme – de schepping van de Verenigde Naties is een aspect hiervan, ofschoon die niet heel goed functioneren. Het beginsel van samendelen beheerst allerminst de huidige economische structuren van de wereld. Je kunt moeilijk zeggen dat ons denken zelfs maar in die richting beweegt. Dus dat maakt deel uit van het voorbereidingswerk. Hoeveel goede wil is er in de wereld? Het beginsel, de energie van goede wil, moet uitgedrukt worden om het mogelijk te maken dat mensen op de juiste manier reageren op Maitreya’s raad. We kennen allemaal mensen van goede wil, maar dat zijn de mensen met wie we contact hebben. Er zijn miljoenen die geen goede wil hebben. Mensen zijn geneigd de toestand van de wereld te beoordelen op basis van hun eigen beperkte relatiesfeer. Al deze factoren moeten door Maitreya in overweging genomen worden wanneer Hij voor de wereld verschijnt. Het is niet alleen maar onze taak, hoewel onze taak een heel specifieke is. Maar het is de taak van de verschillende groepen, met name de economische groepen, om de situatie zodanig te veranderen dat wanneer Hij spreekt, de mensen al in die termen denken. Het is dus niet zo dat groepen als de onze het zichzelf moeten verwijten dat zij niet hard genoeg werken. We moeten het grotere geheel zien, dat ons werk samenhangt met het werk van de andere groepen – de politieke, economische groepen. De ideale manier is om gestaag te werken met een besef van urgentie, maar zonder verwachting, zonder elke dag te kijken wat ons werk oplevert. Het aanhoudende gedruppel op een rots zorgt te zijner tijd voor een uitholling in de rots. Maar als je elke dag naar de rots kijkt om te zien hoe ver die is uitgehold, kun je daar moedeloos van worden.
V. Waarom ontbreekt het [andere esoterische] groepen aan een gevoel van urgentie over de Wederverschijning van Maitreya?
A. Een van de problemen met bepaalde groepen is dat ze geen urgentie voelen. Twee grote esoterische groepen geloven, op basis van een verkeerd begrip van wat de Meester Djwhal Khul schreef, dat Maitreya niet voor 2025 of zelfs 2050 zal verschijnen. En dat terwijl Hij in het laatste boek dat Hij dicteerde, de Wederkomst van de Christus, de Meester DK duidelijk stelt dat Maitreya in het midden van de 20ste eeuw, rond 1950, of tegen het einde ervan, in een fysiek lichaam zal verschijnen. Het werd uiteindelijk 1977, wat tegen het einde van de eeuw was. Ondanks dit alles verwachten ze Hem in 2025 of 2050. Waarom? Omdat de Meester DK in het allereerste boek, Mensen- en Zonne-inwijding, schrijft dat we de terugkeer van de Christus rond 2025 of 2050 kunnen verwachten. Dat was het eerste boek, geschreven in 1919. Betekent dat dat de groepen wel het eerste maar niet het laatste boek hebben gelezen? Er liggen 30 jaren tussen het eerste en het laatste boek. De ideeën en plannen van de Hiërarchie veranderen voortdurend, afhankelijk van de omstandigheden natuurlijk.
Intussen kondigde Maitreya in 1945 aan dat Hij Zelf op het vroegst mogelijke moment zou terugkeren. Men hoopte dat dat binnen vijf jaar zou zijn, in 1950, het midden van de eeuw, of zo nodig later. Dus de informatie uit het eerste boek veranderde gedurende die 30 jaar vanwege de nieuwe omstandigheden rond 1948 of 1949, toen het laatste boek werd geschreven en het mogelijk was om te zeggen dat Maitreya tegen het midden of het einde van de eeuw zou verschijnen. Het was dus een compleet nieuwe situatie. Waarom geloven deze groepen de informatie in het eerste boek, dat in 1919 werd geschreven, maar negeren ze de informatie in het laatste boek, dat in 1949 werd geschreven? Er kan maar één antwoord zijn: hun begoocheling. Het is hun begoocheling waardoor zij de eerder gegeven datum wel zien en accepteren, maar niet die later werd gegeven. Het is allemaal door dezelfde Meester geschreven, aan het begin van Zijn periode van lering en aan het eind van die periode van lering – 30 jaar in totaal. Op dezelfde manier kun je accepteren wat ik zeg of wat mijn Meester zegt wanneer Hij stelt dat het heel spoedig zal zijn; dat het echt heel spoedig is, dat het urgent of heel nabij is. Of je kunt denken dat Hij het zegt, maar niet echt spoedig bedoelt: je kunt denken dat Hij bedoelt dat het nog wel 10 of 20 jaar duurt. Dat is jouw keuze. Jouw begoocheling laat je toe die keuze te maken, voor of tegen. Het gevolg is dat die groepen de gelegenheid voor een specifieke vorm van dienstbaarheid hebben gemist in het bereiden van de weg voor Maitreya. Ze doen natuurlijk nog steeds nuttig werk door de algemene informatie via de boeken bekend te maken. Maar wat betreft de actuele, onmiddellijke gebeurtenissen hebben ze de boot gemist…