V. Is het door ons gebrek aan activiteit, doordat we misschien niet hard genoeg gewerkt hebben dat we Maitreya nog niet gezien hebben? (Lezing Japan, mei 2008)
A. Ik heb altijd gezegd dat het moment van Maitreya’s verschijning afhangt van het klimaat van verwachting onder het publiek, wat natuurlijk de verantwoordelijkheid is van de groepen die in Zijn aanwezigheid geloven. Maar het is niet eenvoudigweg de ‘tekortkoming’ van de groepen die de weg bereiden voor de feitelijke verschijning van Maitreya, maar van alle groepen die op politiek, economisch, sociaal, wetenschappelijk terrein werken; alle hebben hun eigen rol te spelen in de voorbereiding voor deze gebeurtenis, of ze dat nu weten of niet. De Meester Djwhal Khul schreef dat die enkele individuen, niet veel mensen maar een voldoende grote groep, die tot taak hebben om de voorbereidende stappen naar het publiek te zetten, van alle groepen behalve de politieke de moeilijkste taak hebben. De taak van de politieke groepen is om de omstandigheden te creëren waarin vrede realiteit wordt; de schepping en totstandbrenging van een mate van internationalisme – de schepping van de Verenigde Naties is een aspect hiervan, ofschoon die niet heel goed functioneren. Het beginsel van samendelen beheerst allerminst de huidige economische structuren van de wereld. Je kunt moeilijk zeggen dat ons denken zelfs maar in die richting beweegt. Dus dat maakt deel uit van het voorbereidingswerk. Hoeveel goede wil is er in de wereld? Het beginsel, de energie van goede wil, moet uitgedrukt worden om het mogelijk te maken dat mensen op de juiste manier reageren op Maitreya’s raad. We kennen allemaal mensen van goede wil, maar dat zijn de mensen met wie we contact hebben. Er zijn miljoenen die geen goede wil hebben. Mensen zijn geneigd de toestand van de wereld te beoordelen op basis van hun eigen beperkte relatiesfeer. Al deze factoren moeten door Maitreya in overweging genomen worden wanneer Hij voor de wereld verschijnt. Het is niet alleen maar onze taak, hoewel onze taak een heel specifieke is. Maar het is de taak van de verschillende groepen, met name de economische groepen, om de situatie zodanig te veranderen dat wanneer Hij spreekt, de mensen al in die termen denken. Het is dus niet zo dat groepen als de onze het zichzelf moeten verwijten dat zij niet hard genoeg werken. We moeten het grotere geheel zien, dat ons werk samenhangt met het werk van de andere groepen – de politieke, economische groepen. De ideale manier is om gestaag te werken met een besef van urgentie, maar zonder verwachting, zonder elke dag te kijken wat ons werk oplevert. Het aanhoudende gedruppel op een rots zorgt te zijner tijd voor een uitholling in de rots. Maar als je elke dag naar de rots kijkt om te zien hoe ver die is uitgehold, kun je daar moedeloos van worden.

V. Waarom ontbreekt het [andere esoterische] groepen aan een gevoel van urgentie over de Wederverschijning van Maitreya?
A. Een van de problemen met bepaalde groepen is dat ze geen urgentie voelen. Twee grote esoterische groepen geloven, op basis van een verkeerd begrip van wat de Meester Djwhal Khul schreef, dat Maitreya niet voor 2025 of zelfs 2050 zal verschijnen. En dat terwijl Hij in het laatste boek dat Hij dicteerde, de Wederkomst van de Christus, de Meester DK duidelijk stelt dat Maitreya in het midden van de 20ste eeuw, rond 1950, of tegen het einde ervan, in een fysiek lichaam zal verschijnen. Het werd uiteindelijk 1977, wat tegen het einde van de eeuw was. Ondanks dit alles verwachten ze Hem in 2025 of 2050. Waarom? Omdat de Meester DK in het allereerste boek, Mensen- en Zonne-inwijding, schrijft dat we de terugkeer van de Christus rond 2025 of 2050 kunnen verwachten. Dat was het eerste boek, geschreven in 1919. Betekent dat dat de groepen wel het eerste maar niet het laatste boek hebben gelezen? Er liggen 30 jaren tussen het eerste en het laatste boek. De ideeën en plannen van de Hiërarchie veranderen voortdurend, afhankelijk van de omstandigheden natuurlijk.

Intussen kondigde Maitreya in 1945 aan dat Hij Zelf op het vroegst mogelijke moment zou terugkeren. Men hoopte dat dat binnen vijf jaar zou zijn, in 1950, het midden van de eeuw, of zo nodig later. Dus de informatie uit het eerste boek veranderde gedurende die 30 jaar vanwege de nieuwe omstandigheden rond 1948 of 1949, toen het laatste boek werd geschreven en het mogelijk was om te zeggen dat Maitreya tegen het midden of het einde van de eeuw zou verschijnen. Het was dus een compleet nieuwe situatie. Waarom geloven deze groepen de informatie in het eerste boek, dat in 1919 werd geschreven, maar negeren ze de informatie in het laatste boek, dat in 1949 werd geschreven? Er kan maar één antwoord zijn: hun begoocheling. Het is hun begoocheling waardoor zij de eerder gegeven datum wel zien en accepteren, maar niet die later werd gegeven. Het is allemaal door dezelfde Meester geschreven, aan het begin van Zijn periode van lering en aan het eind van die periode van lering – 30 jaar in totaal. Op dezelfde manier kun je accepteren wat ik zeg of wat mijn Meester zegt wanneer Hij stelt dat het heel spoedig zal zijn; dat het echt heel spoedig is, dat het urgent of heel nabij is. Of je kunt denken dat Hij het zegt, maar niet echt spoedig bedoelt: je kunt denken dat Hij bedoelt dat het nog wel 10 of 20 jaar duurt. Dat is jouw keuze. Jouw begoocheling laat je toe die keuze te maken, voor of tegen. Het gevolg is dat die groepen de gelegenheid voor een specifieke vorm van dienstbaarheid hebben gemist in het bereiden van de weg voor Maitreya. Ze doen natuurlijk nog steeds nuttig werk door de algemene informatie via de boeken bekend te maken. Maar wat betreft de actuele, onmiddellijke gebeurtenissen hebben ze de boot gemist…

Sinds de oprichting van Share International schreef Benjamin Creme’s Meester artikelen die niet alleen bedoeld waren voor publicatie in de tijd dat ze geschreven werden, maar ook wanneer de omstandigheden in de wereld daar om vragen. Veel van deze artikelen lijken nu inderdaad nog meer van toepassing dan toen ze voor het eerst werden gepubliceerd. Dit artikel verscheen voor het eerst in Share International van juli/augustus 1996 en inmiddels wordt er, meer dan ooit, een beroep op ons gedaan om te kiezen voor een veiliger, gezondere wereld voor iedereen. Daar we niet kunnen weten welke zaken een rol spelen bij Maitreya’s afwegingen over het moment van Zijn openlijke verschijning, doen we er verstandig aan te vertrouwen op Zijn oordeelsvermogen.

Een weerkerende keuze door de Meester —, via Benjamin Creme

De tijd nadert voor de grote beslissing van de mensheid. Ook de Heren Zelf wachten gespannen op dat beslissende moment. Onder de grote massa zijn er maar heel weinigen die beseffen hoe belangrijk deze tijd is, deze keuze voor de mens: zich roekeloos, onbekommerd in een catastrofe storten, of het leven voor alle mensen reorganiseren, en het heiligen met rechtvaardigheid en vrijheid. Het is natuurlijk een steeds weerkerende keuze, die zich nu als nooit tevoren toespitst. Nooit eerder heeft zoveel afgehangen van de juistheid van het besluit van de mens, want heden heeft hij een wapen in handen met onbeheersbare vernietigingskracht. Groot is derhalve de noodzaak van kalm en zorgvuldig nadenken. Om de mensen te helpen de gevolgen van hun daden te begrijpen, staat Maitreya gereed het openbare leven te betreden. Hij zal zijn overtuigende wijsheid voegen bij de roep om gezond verstand en vrede. Hij zal inspireren en onderwijzen. In groeiende aantallen zullen de mensen Zijn daden en normen navolgen, en ten slotte zal de wereld Zijn wijze raad opvolgen en voor de mens de vrede herstellen die zijn geboorterecht is.
Zo zal het zijn. Zo zal Maitreya Zijn belofte en Zijn plicht aan de mensheid vervullen. Ongeduldig zien velen deze tijd tegemoet, weinig als ze weten van de vele factoren, kosmisch en anderszins, die Maitreya moet afwegen om aan de wet te voldoen. Niets is toegestaan wat de vrije wil van de mens aantast; niets dan de Wet, en inzicht in de omstandigheden, zijn van invloed op het oordeel van Maitreya over het moment van zijn openbare verschijning. Wees van één ding overtuigd: geen moment langer dan nodig zal Maitreya wachten met het begin van Zijn openlijke missie van dienstbaarheid. Hij alleen beslist over dat tijdstip. Wacht, en vertrouw, op zijn oordeel. Dat oordeel berust op kennis die de mens niet heeft. Alleen met kosmisch inzicht kan dat juist worden afgewogen. Niettemin moet Maitreya zwaarwegende beslissingen nemen op grond van schaarse, en veranderende, gegevens. Een zeer dunne lijn scheidt dat wat noodzakelijk van wat mogelijk is. Vertrouw daarom op de vaardige hand van de Heer van Liefde. Erger je niet aan het schijnbare uitstel van Zijn verschijning – in het alomvattende Nu bestaat zulk uitstel niet. Binnenkort zal de Mensenzoon zijn rechtmatige plaats innemen als de Leraar van de mensheid.
De meerderheid van de mensen zal blij en bereidwillig Zijn raad opvolgen en Zijn leringen ter harte nemen. Stap voor stap zullen zij dankbaar de structuren van de toekomst aanbrengen, en in groeiende vaart zullen de oude fouten vervagen – vergeven en vergeten. Zo zal het zijn. Zo zal de Grote Heer en leider van de mens zijn bestemming vervullen, en zo zal de mensheid ware vreugde kennen.

Dit artikel uit 1983 was wellicht bedoeld als oproep in die tijd aan de vele nieuwetijds groepen die vanaf 1974 door Benjamin Creme en zijn groepen waren benaderd, om samenwerking aan te moedigen. Een reactie bleef helaas uit. We drukken ‘De noodzaak van synthese’ hier opnieuw af als onderdeel van onze nadruk hier op de vereisten voor doeltreffend en vereend groepswerk in de hoop op oprechte zelfreflectie binnen alle groepen. Het artikel wijst beslist op de noodzaak om, in de woorden van Benjamin Creme’s Meester, manieren te vinden “om de handen ineen te slaan over een zee van meningsverschillen heen, en hen met wie je het oneens bent als gelijken te omarmen”.

De noodzaak van synthese door de Meester —, via Benjamin Creme

Het is vreemd dat zo weinig groepen die zich bezighouden met nieuwetijds denkbeelden daadwerkelijk een open houding tonen, ondanks de lippendienst die zij de ideeën van eenheid en broederschap bewijzen. Verre van dat, zij neigen eerder tot het tegenovergestelde en behoren tot de meest afgescheiden en gesloten groeperingen die zich bezighouden met het onderwijzen van de mensheid. Het is hun taak de volkeren de visie voor te houden van een betere wereld, waarin geen plaats is voor afgescheidenheid, waarin ieders bijdrage wordt gezien als een wezenlijk onderdeel van het Geheel en van gelijke waarde. Toch ligt bijna overal de nadruk op de superioriteit van een bepaalde lering of een gezichtspunt. Zeer zelden ziet men de daden van samenwerking en wederzijds begrip die in hun woorden zo’n trotse plaats innemen. Het denken van deze groepen wordt nog steeds beheerst door een zeer oud ritme, en er moet veel geleerd en veranderd worden, willen zij werkelijk de idealen van de komende tijd vertegenwoordigen.
Dat die veranderingen er zullen komen is onvermijdelijk, maar voor velen zal het een lang en moeilijk proces zijn. Velen zien de noodzaak, maar zijn uit zichzelf niet in staat anderen op voet van gelijkheid te benaderen, zo diepgeworteld is de gewoonte van wedijver en geslotenheid. Bovendien overheerst bij sommigen de behoefte om gezien te worden als de voornaamste denkers; de begoocheling van persoonlijke eerzucht heeft hen stevig in haar greep. Zo is de situatie nu, terwijl er juist behoefte is aan een groeiend besef van vereenzelviging met elkaar, aan begrip van de onderliggende synthese die de inspanningen van al deze groepen verenigt.
Bovendien kan de educatieve rol van deze groepen alleen worden vervuld wanneer die synthese begrepen en aan het publiek gepresenteerd wordt. Momenteel wordt de gemiddelde zoeker verward en verbijsterd door de elkaar bestrijdende aanspraken op zijn aandacht en loyaliteit. Spoedig zal de wereld weten dat de vele leringen en formuleringen van de waarheid uit één bron komen; dat door alle dezelfde goddelijke stimulans stroomt; dat de diverse interpretaties voortkomen uit het feit dat de mensheid uiteenlopende behoeften heeft en op verschillende stadia van de ladder van ontwikkeling staat.
Niet voor niets heeft de Hiërarchie de benodigde leringen en ideeën op een zo breed mogelijke schaal aangeboden, op veel verschillende niveaus en op tal van manieren. De synthese van ideeën die aan onze veelsoortige presentatie ten grondslag ligt, komt voort uit ons besef van de eenheid van alle dingen, uit ons voortdurende besef van het Geheel en van de ondeelbaarheid van die Werkelijkheid. Wanneer de mensen delen in deze ervaring, zal alles mogelijk worden. Wanneer de mensen de Christus zien en zijn Discipelen, de Meesters van Wijsheid, zullen ze inzien hoe noodzakelijk de vele benaderingen van de waarheid zijn, omdat ze zullen beseffen hoe oud de mens is, hoe uiteenlopend zijn ervaringen en verwachtingen door de eeuwen heen, en op hoeveel verschillende manieren mensen ideeën in zich opnemen. Ook zullen zij iets gaan begrijpen van de innerlijke eenheid achter de uiterlijke verscheidenheid. De mensen zullen zelf ontdekken dat aan de ideeën en leringen een Plan ten grondslag ligt; dat elke lering de formulering is van slechts één fragment van het Plan; dat het Plan de uitdrukking is van de scheppende Wil van God en als zodanig voortdurend in verandering is.
Hoe zou één groep, één vereniging of instelling dan de Waarheid voor alle tijden kunnen belichamen? Natuurlijk zijn er velen die geloven dat zij nu al werken voor synthese en eenheid, maar dat is grotendeels illusie.
Het is nauwelijks een verdienste om een band te vestigen met geestverwanten; dat is nuttig, maar betrekkelijk eenvoudig. Veel moeilijker is het om de handen ineen te slaan over een zee van meningsverschillen heen, en hen met wie je het oneens bent als gelijken te omarmen. Zoek in je broeders benadering dat wat verenigt. Weet dat achter alles de Christus staat met Zijn Discipelen. Onthoud dat de ene Waarheid alle benaderingen bezielt en dat niets dan het denken van de mens verdeeldheid schept.

Wegen die kruisten
Begin mei 2018 stonden een ander groepslid en ik in Amsterdam te wachten bij een voetgangersoversteekplaats. Een Marokkaans uitziende man was de weg al overgestoken in onze richting en terwijl hij langs ons liep, begon hij plotseling tegen ons te praten. Ik schrok er een beetje van. Hij maakte een vrolijke, gelukkige indruk. We herinneren ons niet meer wat hij precies zei maar het kwam neer op: Hij voelde zich nooit alleen omdat hij tegen mensen praat; hij helpt mensen waar ze zijn en met wat nodig is, omdat we allemaal één zijn, broeders en zusters. Toen vervolgde hij zijn weg en wij, blij en vrolijk, staken de weg over omdat het licht inmiddels op groen stond.
Medewerkers informatiecentrum Share Nederland, Amsterdam.

Snelheid van licht
Op 10 mei 2018 hielden we een lezing in spiritueel centrum De Roos in Amsterdam met de titel: ‘De schoonheid van het bestaan en de wetten van het leven’. Al gauw nadat we in het zaaltje waren aangekomen, op de tweede verdieping (via twee steile trappen) kwam er tot onze verrassing een mevrouw op krukken binnen. We waren verrast omdat zij bij dezelfde tramhalte was uitgestapt als wij en het een eindje lopen naar het centrum is en dan de trappen nog op. Zij moet de wandeling naar het centrum en de trappen naar boven in een opmerkelijk tempo afgelegd hebben. Aan het einde van de lezing praatten we over Verklaringsdag en dat Maitreya de mensheid een ervaring van Eenheid zal geven. Op dat punt vertelde de dame ons over een geestelijke ervaring die zij had toen zij naar een heel mooi schilderij van Maitreya keek dat een vriendin van haar in Moskou, een schilderes net als zijzelf, had gemaakt. Zijn ogen waren prachtig, als licht en straalden licht uit. We hadden het ook over de Meesters die via discipelen werken en ze zei dat het fantastisch zou zijn om te weten welke Meester door Benjamin Creme werkte en Rembrandt, bijvoorbeeld. Toen zei ze dat zij weg moest omdat ze nog iets anders wilde bijwonen.
Leden van de Transmissie-meditatiegroep Amsterdam.

Drie brieven van dezelfde schrijver:

Muzikale balsem 1)

In 1995 volgde ik pianolessen op een muziekschool in Rimouski (Canada). In november of december 1995 vroeg mijn leraar me mee te doen aan een klein recital in een tehuis voor kankerpatiënten. Ik stemde enthousiast toe. Ik gaf gehoor aan de suggestie van mijn leraar om een paar dagen voor het recital naar het huis te gaan voor een oefensessie op de piano. Eenmaal daar zat ik achter de piano maar werd al snel heel, heel zenuwachtig. Ik zei mentaal: “Heer Jezus, help me alstublieft.” Een paar tellen later kwam er een kleine jongen naar me toe. De conciërge vroeg me of ik last van hem had en ik zei: “Nee”. Ik vroeg de jongen hoe hij heette en hoe oud hij was. Hij antwoordde dat zijn naam Guillaume was en dat hij vier jaar oud was. Ik vond dit heel vreemd omdat mijn jongste zoon dezelfde leeftijd en naam had. Ik herinner me dat we samen even piano speelden en dat ik me rustiger voelde. Ik besefte plotseling dat de kleine jongen was weggegaan zonder dat ik me bewust was geweest van zijn vertrek. Het lijkt alsof hij alleen kwam om mij rust te geven. Was dit een toeval of bemiddelde Jezus?
Benjamin Creme’s Meesters bevestigde dat de ‘kleine jongen’ inderdaad de Meester Jezus was.

Herkenning 2)
Tijdens de winter van 2001 zag ik op de levensmiddelenmarkt Trois-Pistoles een knappe, nogal lange man met zwart haar en een baard, die een lange beige jas droeg en een hoed. De man liep me voorbij, knikte snel met zijn hoofd zonder een woord te zeggen. Hij leek gelukkig en blij, zelfbewust en zelfverzekerd. Ik reageerde niet omdat ik me niet kon herinneren of ik hem kende.
Hij van zijn kant leek me te herkennen. Ik dacht dat hij misschien een collega van mijn man was. Een paar minuten later zag ik hem weer en hij groette me op dezelfde manier en dit keer knikte ik terug. Maar ik kon me nog steeds niet herinneren wie hij was. Weer thuis dacht ik dat hij misschien de Heer Maitreya was. Ik keek naar zijn foto en zag een grote gelijkenis. Dit voorval gaf me veel moed en hoop. Was deze man echt Maitreya? Benjamin Creme’s Meester bevestigde dat de man inderdaad Maitreya was.

Bemoedigend teken 3)
De week daarop op dezelfde levensmiddelenmarkt Trois-Pistoles richtte een kleine levendige vrouw zich tot mij met gebarentaal. Ze maakte een hoop gebaren en probeerde me te zeggen dat ze me sterk vond door op de grote waterfles in mijn karretje te wijzen, en inderdaad had ik die grote waterfles helemaal alleen in mijn karretje gezet. Ik ken geen gebarentaal, dus ik probeerde haar te vertellen dat ze een beetje overdreef. Ze was onvermurwbaar en bleef suggereren dat ik echt heel sterk was. Ik bedankte haar voor het compliment. Ze knikte en ging verder. Na een poosje kwam het in me op dat het waar was dat ik sterk was en dat ik de neiging had mezelf te onderschatten. Meteen dacht ik dat deze vrouw misschien Maitreya was, ik zag haar bij de kassa in gebarentaal met andere mensen in gesprek. Ik dacht ‘Ik beeld het me in… het kan niet…’ Maar ik denk nog steeds aan die vrouw, zo vol leven. Kunt u me vertellen 1) of de vrouw Maitreya was, en 2) of de waterfles een symbolische betekenis had?
L.M. R., Dégelis (Quebec, Canada).
Benjamin Creme’s Meester bevestigde dat (1) de ‘vrouw’ inderdaad Maitreya was. (2) Nee.


Mariabeeld in New Mexico weent

Een bronzen Mariabeeld in een rooms-katholieke kerk in Hobbs (New Mexico, VS) begon op 20 mei 2018 tijdens de zondagsmis tranen te plengen. Een parochiaan van de kerk, Laura Cisneros, merkte iets vreemds op toen ze met haar gezin de middagmis in de kerk van Onze Vrouwe van Guadaloupe bijwoonde. “Ik vroeg mijn man: ‘Heeft de Maagd Maria tranen?’” Haar man dacht eerst dat het een reflectie van het licht was, maar kon later zelf de tranen zien. Toen hij ter communie ging en vlak langs het beeld liep, was hij ervan overtuigd dat “er een wonder gebeurde”. Er zijn zoveel bezoekers naar Onze Vrouwe van Guadaloupe gekomen om getuige te zijn van het wonder dat de plaatselijke kerkfunctionarissen besloten hebben de kerk 24 uur per dag open te stellen om iedereen in staat te stellen het beeld te zien. Ooggetuigen berichtten dat de tranen naar rozen geurden en een olieachtige substantie hadden. In het begin ‘huilde’ het beeld zoveel dat de tranen aan de onderkant een plas vormden. De pastoor van de kerk, pater Jose “Pepe” Segura, zei dat mensen het gelaat van Maria twee keer afveegden en dat de tranen nog steeds verschenen. “Toen zag ik dat ze werkelijk huilde,” zei hij. “Ik denk dat het een geheugensteuntje voor ons allemaal is om dichter tot God te komen en te stoppen met gewelddadig te zijn en om ons te verenigen.” (Bron: currentargus.com)

boekbespreking door William Allen

Dr. David Clarke is hoofddocent Journalistiek en Folklore- en Mythologie-geleerde aan de Hallam University in Sheffield (VK). Hij bestudeert en schrijft al ruim 20 jaar over het ufo-verschijnsel in het VK, met name wat betreft de culturele en sociologische aspecten. Toen de Britse wet op de Openbaarheid van Bestuur in 2005 van kracht werd, was dr. Clarke een van de eersten die het ministerie van Defensie (MvD) bestookten met verzoeken om de onderzoeksdossiers van de geheime afdeling bekend als het “Ufodepartement” beschikbaar te maken voor academische onderzoekers. In 2007 kondigde het MvD aan dat het voorbereidingen trof om meer dan 11.000 dossiers die sinds 1940 opgeslagen waren, vrij te geven en via het Nationaal Archief toegankelijk te maken voor het publiek. Het Archief nodigde dr. Clarke uit om voor dit project vraagbaak en curator te zijn. Tijdens de monumentale taak om het materiaal voor het vrijgeven te ordenen, was Clarke in het bijzonder geïnteresseerd in de gevarieerde illustraties en tekeningen die talloze ooggetuigen voor hun verslagen van ufowaarnemingen maakten. Die belangstelling leidde tot zijn nieuwe boek: UFO Drawings From The National Archives (‘UFOtekeningen uit het Nationaal Archief’). Na een inleidende verhandeling waarin Clarke schetst hoe het MvD betrokken raakte bij het verzamelen van gegevens over het ufoverschijnsel, biedt hij een intrigerende reeks illustraties van ooggetuigen, chronologisch gerangschikt, die zich over vijf decennia uitstrekken. De verzameling geeft een historisch overzicht van de groeiende en kleurige variatie van vormen en afmetingen van ufo’s, van potloodschetsjes van schoolkinderen tot nauwkeurige potloodtekeningen, tot schilderstukken en gedetailleerde diagrammen (plus verscheidene foto’s) – alle met korte samenvattingen van de begeleidende meldingen. Ik was vooral gecharmeerd van de afbeeldingen uit de jaren 40 en begin jaren 50, van vaartuigen die tot bijna een decennium later door geen enkele fotograaf werden vastgelegd – met name een klokvormig ruimtevaartuig dat later de “Adamski-schotel” genoemd zou worden, nadat Adamski’s foto’s op grote schaal bekend werden. Een waarschuwend woord, echter, voor de lezers die de informatie van Benjamin Creme (BC), Share International en andere bronnen aanvaarden, namelijk dat deze planeet onmiskenbaar door afgezanten van andere werelden wordt bezocht, die buitengewoon vergevorderde technologie gebruiken; als journalist en folklorist benadert Clarke dit materiaal en het ufoverschijnsel in het algemeen als een moderne mythe die door de popcultuur en verschillende mediavormen beïnvloed is. Hij schrijft de typen voorwerpen die mensen beweren te zien voornamelijk toe aan de invloed die populaire sciencefictionfilms, televisieprogramma’s, omslagen van sensatiebladen, enz. op hun verbeelding hebben, met daarnaast de geavanceerde ontwerpen van militaire vliegtuigen. Terwijl dat bij sommige incidenten het geval kan zijn geweest, zoals met afbeeldingen van personen die beweren dat ze “helderziend” een ufo zagen of slechts gedurende een paar seconden, ontbreekt in zijn benadering mijn inziens het fundamentele vertrouwen in de gevoeligheid en overtuiging van een meerderheid van de ooggetuigen die met nadruk stelt: “Ik weet wat ik zag.” Toch, ondanks dat Clarke het verschijnsel voornamelijk tot het rijk der fabelen rekent in plaats van een aannemelijk feit, herkent hij de wezenlijke waarde van het materiaal. “Als visueel bewijs van ongebruikelijke waarnemingen die van diepgaande betekenis zijn en belangrijk voor die mensen die ufo’s zien”, schrijft hij, “zijn [de illustraties] op zich uitzonderlijk waardevolle historische documenten…” Veel van de afbeeldingen in UFO Drawings From The National Archives zijn prachtig. Sommige lijken bijna op de foto’s die in eerdere nummers van Share International zijn gepubliceerd en waarvan Benjamin Creme’s Meester bevestigde dat het ruimtevaartuigen van andere planeten waren.

David Clarke, UFO Drawings From The National Archives, Four Corners Irregulars, 2017.

Naschrift:

Sinds de sluiting van het ‘UFO-departement’ van het Britse ministerie van Defensie zijn er voor belangstellenden nu en dan boeiende recente voorbeelden van illustraties van ooggetuigen te vinden op de website van het Amerikaanse Mutual UFO Network: mufon.com, in de “track ufo’s data file”.

“Niet vergeten liefde te tonen”

Toen een jongetje van vier uit Birmingham (Alabama, VS) een tv-programma over een pandajong zonder onderdak zag en zijn vader hem vertelde dat sommige mensen ook dakloos zijn, besloot hij al zijn zakgeld te besteden aan het kopen van kipsandwiches om ze weg te geven aan iedere dakloze die maar op zijn pad kwam. Dus eens in de week, met de toestemming van zijn ouders, wordt Austin Perine “president Austin” (zoals hij zichzelf graag noemt, want dat is wat presidenten zouden moeten doen, vindt hij) en trekt hij zijn rode supermancape aan, snelt rond en biedt dakloze vreemdelingen beleefd sandwiches aan en zegt tegen iedere verbaasde ontvanger: “Niet vergeten liefde te tonen”. Het idee om daklozen te helpen kwam van Austin zelf en zijn vader zei lachend: “Ja, ik sta er helemaal achter.”

Daarna maakte de landelijke respons op de reportage van CBS News uit mei 2018 Austin in één klap tot een held en stroomden donaties binnen. Met de steun van zijn vader, T.J. Perine, werd de stichting Toon Liefde (Show Love Foundation) in het leven geroepen met het doel een voorziening op te zetten waar daklozen voedsel, toiletartikelen en hulp kunnen krijgen bij het afkicken van drugsgebruik en het vinden van onderdak; en hun donatiepagina ‘Show Love Fight Hunger’ haalde in één maand 73.000 Amerikaanse dollar op. Iemand schreef op de webpagina: “’Een hart hebben zo groot als Texas in een kind met het formaat van een kleuter is een ware zegening. Austin, je ouders moeten wel heel erg trots op je zijn. Als je ooit naar New York komt, wil ik jou en je familie daar van harte welkom heten.” CBS News berichtte: “Ieder die Austin ontmoet, gaat vervuld van hoop weer weg. Dus met wat geluk zal ‘President Austin’ op een dag geen superheld meer zijn, maar een echte president.” (Bron: cbsnews.com; gofundme.com)