fragmenten uit een compilatie
(voor de integrale tekst, zie Share International, januari/februari 2018)
Hier volgt een selectie van citaten met betrekking tot het thema ‘De Wet van Wedergeboorte’. De citaten zijn afkomstig van Maitreya (Boodschappen van Maitreya de Christus en Maitreya’s Leringen – De Wetten van het Leven), Benjamin Creme’s Meester (Een Meester spreekt) en de boeken van Benjamin Creme.
Mensen zullen de subtiele wetten leren kennen en begrijpen die hun levens regeren: de fundamentele wet van het leven, de Wet van Karma, van oorzaak en gevolg, die de bestemming van allen bestuurt; de daarmee verbonden Wet van Wedergeboorte, die de reis van de ziel in de stof mogelijk maakt; de Wet van Onschadelijkheid, die juiste verstandhouding bestuurt; en de grote Wet van Opoffering waardoor alle evolutie plaatsvindt. Door begrip van deze wetten zullen de mensen op hun Mentors, hun Oudere Broeders gaan lijken en de Goddelijkheid openbaren waarin iedereen deelt. Ze zullen luisteren naar de lering van de Wijzen en stap voor stap hun geboorterecht beërven. De mens wordt geboren om een God te worden en niets kan die bestemming veranderen; alleen de duur ligt in de handen van de mens. (Benjamin Creme’s Meester, ‘De Wetten en Regels van het Leven’)
[Met de Meesters in de wereld] zal het duidelijk worden dat reïncarnatie een onontkoombaar feit is. Dit zal het menselijk denken over de reden van ons bestaan op Aarde transformeren. Wij zullen het antwoord vinden op eeuwenoude vragen als: “Waarom zijn we hier? Wie zijn we? Wat is het doel van het leven? Waar gaan we heen?” Het zal ons duidelijk worden dat we hier zijn met een zeker doel: de evolutie van de ziel in incarnatie die het evolutieproces uitvoert. (Benjamin Creme, De bundeling van de Krachten van Licht)
De mens, als een ziel in incarnatie, is een God in ontwikkeling en is, door de Wet van Wedergeboorte, langzaam op weg om die goddelijkheid in volle glorie uit te drukken. Onderwijs, in de ware betekenis, is het middel waardoor een individu, via geleidelijke uitbreiding van bewuste gewaarwording, wordt toegerust en zichzelf toerust voor dat doel. Al wat aan dit proces bijdraagt, is onderwijs, hoe formeel of informeel de methode ook mag zijn… Op dit doel moet het nieuwe onderwijs gericht zijn. Het bestaan van de ziel, de Goddelijke Middelaar, moet algemene aanvaarding vinden en technieken voor contact met dit hogere beginsel moeten algemene toepassing krijgen. Wanneer stralenstructuur, evolutionaire ontwikkeling en doelstellingen van de ziel bekend en gedocumenteerd zijn, kan het onderwijs voor zowel kinderen als volwassenen wetenschappelijker worden benaderd, en het proces waarmee mensen leren Goden te worden een nieuwe betekenis krijgen. (Benjamin Creme’s Meester, ‘Het nieuwe onderwijs’)
….
De ziel creëert op magische wijze een reeks lichamen waarin zij zich te zijner tijd werkelijk als ziel kan uitdrukken. In dat stadium zijn we een flink eind op weg naar het einde van het evolutieproces. Het vergt honderdduizenden incarnaties om dat stadium te bereiken, maar wanneer het eenmaal bereikt is en de ziel bekijkt haar weerspiegeling (de man of vrouw in incarnatie) en ziet dat die begint te reageren op haar (ziele-)hoedanigheid en goddelijker wordt, onzelfzuchtiger, meer begaan met anderen en niet slechts met de bevrediging van de eigen wensen, dan stimuleert zij het voertuig en begint een proces dat de evolutionaire reis tot een einde brengt – het proces van inwijding. Inwijding is in het leven geroepen om het evolutieproces te versnellen. Het is niet noodzakelijk, we zouden ook zonder kunnen evolueren, maar het zou miljoenen jaren langer duren om tot het punt te komen waar we nu zijn. Er zijn vijf grote planetaire inwijdingen die leiden tot volmaaktheid. (Benjamin Creme, Maitreya’s Missie, dl.III)
Wanneer de mens de feiten van zijn bestaan begrijpt – zijn drievoudige aard, zijn terugkerende verschijning op het fysieke gebied, de grote en rechtvaardige Wet van Karma waarvan de werking zijn leven en sterven bestuurt – dan zal hij een staat van Zijn bereiken waarin alles mogelijk wordt. Dan zullen de vermogens zich ontvouwen die in iedereen verborgen liggen, en die, wanneer ze onthuld worden, de goddelijke oorsprong van de mens zullen aantonen. Mensen zijn Goden, als ze het maar wisten. Slechts onwetendheid maakt hen blind voor hun glorie. De toekomstige tijd houdt voor de mens zo’n belofte in dat, kon hij vooruitzien, voor zijn verbaasde en verwonderde blik beelden zouden oprijzen van een verbijsterende nieuwheid. De huidige taal kan dergelijke scheppingen met geen woorden beschrijven. Niets kan de vreugde beschrijven die dan door de mens wordt gekend. Niets kan het gevoel onthullen van innerlijke vrede en krachtige activiteit. Geheiligd door betekenis, toegewijd in doelstelling, zal het leven voor de mens een oneindig scheppend potentieel hebben. (Benjamin Creme’s Meester, ‘De komende tijd’)
… reïncarnatie hangt af van de bijzondere lotsbestemming van het individu. Wanneer hij of zij niet voldoende ontwikkeld is, bestaat er geen lotsbestemming als zodanig: het individu wordt simpelweg opnieuw in incarnatie getrokken. Wanneer de man of vrouw wat verder is gevorderd, wordt zijn of haar lotsbestemming die van een groep. In het geval van een discipel of ingewijde worden de cycli van incarnaties echter beheerst door de individuele lotsbestemming en, vooral, door het verlangen tot dienen. (Benjamin Creme, Maitreya’s Missie, dl.I)
Deze meer ontwikkelde ego’s … incarneren onder de groepswet voor een speciaal doel, onder invloed van de energie van een bepaalde straal en in verband met een bepaald aspect van het Plan. Elke generatie brengt een groep in incarnatie die over de kennis en de bekwaamheid beschikt om de problemen van die periode min of meer aan te kunnen. Op deze wijze ontwikkelt en ontvouwt het plan zich geleidelijk door het werk van opeenvolgende groepen die keer op keer in incarnatie komen, groepen die eventueel weer voor aeonen uit incarnatie kunnen verdwijnen aan het einde van een tijdperk. (Benjamin Creme, Maitreya’s Missie, dl.I)
Zolang Ik bij jullie ben, zal Ik jullie wonderen tonen waarvan je zelfs niet kunt dromen. Ik zal jullie de aard van God op een nieuwe wijze tonen. Ik zal uit jullie hart de angst verwijderen voor de dood, de angst voor het leven zelf, de angst voor je broeder en voor jezelf. Ik zal jullie helpen die onwetendheid achter je te laten, en met Mij te wandelen in het nieuwe Licht. Ik heb jullie hulp nodig bij deze taken, Mijn broeders, want niets waardevols valt de mens toe dan door zijn eigen inspanningen. Zo is het altijd geweest. Neem Mijn hand, Mijn vrienden, en Ik zal jullie naar een nieuw land leiden, waar jullie ware aard als goden zal opbloeien, waar alle mensen gezamenlijk, als broeders, hun levensdroom in vervulling zullen brengen. (Maitreya, Boodschap nr.123)
….
Dat bepaalt de ziel [of we man of vrouw zijn]. Afhankelijk van haar doelstelling is het de ziel die in alle opzichten de voertuigen voor haar uitdrukking op het stoffelijk gebied creëert. Wij zijn niets anders dan een uitdrukking van onze ziel. Op het gebied van de ziel bestaat er geen ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’, en het onderscheid in geslachten op ons niveau is slechts een weerspiegeling van de polariteit van de Vader-Moeder God, door de vereniging waarvan wij als zielen tot bestaan komen. Door de herhaalde ervaring van man of vrouw zijn, brengen we uiteindelijk beide aspecten in evenwicht. (Benjamin Creme, Maitreya’s Missie, dl.I)
Je kunt heel vaak in hetzelfde mensenras incarneren, of een aantal verschillende ervaringen opdoen binnen vijf verschillende rassen na elkaar. Of je blijft steeds bij hetzelfde ras. Het kan zijn dat we, als westerling, nooit in het Oosten incarneren of, als oosterling, nooit in het Westen; of we kunnen gedurende vele incarnaties heen en weer gaan. Het hangt af van je individuele bestemming. (Benjamin Creme, De Leringen van de Oude Wijsheid)
De Wet van Wedergeboorte
door de Meester —, via Benjamin Creme
In het begrip van de mens heerst grote verwarring omtrent de wetten die de wedergeboorte regeren. Deze verwarring weerspiegelt zich in de verschillende leringen en interpretaties die bestaan en die de onwetendheid en angst van de mens nog verder vergroten. Gedurende ontelbare eeuwen heeft er in het Oosten zelden twijfel bestaan aan het denkbeeld van opeenvolgende levens, geregeerd door een onveranderlijke wet van karma. Het resultaat was een bereidwillige aanvaarding van de omstandigheden in het heden, hoe vernederend en onmenselijk die ook waren.
In het Westen echter, heeft het denkbeeld van herhaalde incarnaties een sluimerend leven geleid en de aandacht van slechts weinigen beziggehouden, sinds het in de zesde eeuw op aansporen van keizer Justinianus buiten de leringen van de Kerk werd geplaatst. Als de leringen van Origenes onderdeel waren gebleven van het christelijk geloof, dan zou in het Westen een volkomen andere benadering bestaan van de feiten van leven en dood. Die grote Ingewijde kende en onderrichtte de waarheid van de cycli van incarnaties, ingesteld door de Heer der Wereld, die plaatsvinden onder de impuls van de Wet van Opoffering en die worden geregeerd door de Wet van Oorzaak en Gevolg. De verwijdering van deze waarheid uit de leringen van de Kerk heeft geleid tot de onwetendheid en angst die tegenwoordig zo sterk heersen. Waar de belangstelling voor reïncarnatie gebleven is, heeft zij grotendeels de vorm aangenomen van een bijna exclusieve interesse voor de veronderstelde persoonlijke bijzonderheden van vorige levens. In de komende cyclus van Waterman zal er een geheel nieuwe benadering komen van de Wet van Wedergeboorte. Niet langer zal de oude, fatalistische aanvaarding van alles wat er gebeurt, als de onverbiddelijke hand van karma, het Oosten in haar greep houden en miljoenen veroordelen tot een leven van sloven en pijn; niet langer zullen de mensen in het Westen de ogen sluiten voor de fundamentele wetten van hun bestaan en de persoonlijke verantwoordelijkheid die de werking van deze wetten meebrengt. De mensen zullen weten dat zij zelf, door hun denken en handelen, de omstandigheden van hun leven scheppen; maar ook dat zij door de werking van deze zelfde wetten hun aard en omstandigheden kunnen omvormen en ten goede veranderen.
Dit zal leiden tot herwaardering van de zin en het doel van het leven en tot een gezondere benadering van het feit van de dood. Een begrip van de continuïteit van alle leven, belichaamd of niet, zal de huidige angst vervangen; de oude afkeer van de dood als het einde van alles zal verdwijnen in het nieuwe licht dat het denken van de mensen zal verlichten. Dit nieuwe licht zal schijnen tot in de donkerste hoeken van bijgeloof en onwetendheid, en de mensen bewust maken van hun goddelijkheid als onsterfelijke zielen. Het ware begrip van de stelregel van de Christus, dat we oogsten wat we zaaien, zal het menselijk bestaan in al zijn aspecten veranderen. De huidige afgescheidenheid zal vervangen worden door tot nog toe ongekende verdraagzaamheid en onschadelijkheid, naarmate de mensen de rechtvaardigheid en de logica van de wet herkennen. Het nieuwe tijdperk zal nieuwe inzichten brengen en de mens zal het leven tegemoet treden als het avontuur dat het is, een ontdekkingstocht – de ontdekking van het feit dat God en de mens één zijn; dat niets verdeeldheid schept behalve de beperkte visie van de zoeker; dat alle mensen een andere weg gaan naar hetzelfde doel, en dat het doel van al ons streven het besef is van de goddelijkheid die wacht op onze erkenning. Onder de grote Wet van Wedergeboorte ondernemen we die reis keer op keer, totdat we ten slotte het Licht binnengaan van ons eigen begrip als zelf-vervolmaakte Zonen van God.