Het belang van kunst
fragmenten uit het artikel van Corné Quartel
Door de geschiedenis heen hebben grote zielen de mensheid nieuwe inzichten gegeven in onze waarneming van de werkelijkheid. Zij vatten een verfijnder aspect van een hogere orde of spirituele waarheid en waren in staat het een vorm te geven – een wiskundige of chemische formule, een muziekstuk of schilderij – en wezen zo de weg vooruit en inspireerden de evolutie van de mensheid langs bepaalde lijnen.
Enkele conservatieve politici stelden recent de vraag: ‘Wat is het nut van kunst? Waar is het goed voor?’ in ‘t streven om te bezuinigen op subsidies of het commercialiseren van wat ze ‘de creatieve industrie’ noemen.
Je zou even goed kunnen vragen ‘Wat is de zin van schoonheid?’ of ‘Wat is het doel van liefde?’. Toch is het een vraag die de moeite waard is om dieper op in te gaan. De ironie is dat hedendaagse kunst in de laatste decennia (na drugs) de grootste ongereguleerde industrie in de wereld is geworden, met een geschatte jaarlijkse omzet van 18 miljard dollar.
Is kunst niet van vitaal belang voor de cultuur van een beschaving? Interessant is dat de Agni Yoga-leringen (in Hiërarchie) en ook prof. Nicholas Roerich aan cultuur refereren als cult-ur, wat ‘verering van licht’ betekent (‘ur’ is Sanskriet voor licht). Cultuur kan gedefinieerd worden als een samenhangende set van immateriële waarden, die geleidelijk weerspiegeld wordt in de meer praktische, concrete, politieke, economische, opvoedkundige en sociale structuren, die we beschaving noemen. Dit kost tijd. W.G. Ogburn1 noemt dit culture lag. Kunnen we misschien stellen dat het ontstaan van de moderne kunst in de 20ste eeuw, die brak met de traditionele vormen waarin schoonheid verondersteld werd zich te manifesteren, ook impliceert dat de transformatie van onze beschaving ophanden is?
Helaas heeft onze cultuur – en daarmee elk terrein in onze samenleving – sinds de jaren 80 geleden onder de opkomst van marktwerking en materialisme. In de kunstwereld resulteerde dit in te veel nadruk op het vormaspect en persoonlijke expressie, ten koste van het streven naar schoonheid.
De afgelopen decennia is de hele kunstwereld door commercialisering aangetast en dit beïnvloedt hoe kunst gemaakt, verkocht, tentoongesteld en – het belangrijkste – ervaren wordt. Kunst werd een investering en door gebruikmaking van mediastrategieën stegen de prijzen explosief. Musea hebben tegenwoordig nog nauwelijks de vereiste middelen voor kunstaankopen en zijn in hun keuze van welke werken ze tentoonstellen en promoten steeds meer afhankelijk van beleggers en hedge fund-managers. Maar bepaalt wat een kunstwerk kost de waarde ervan? Musea zijn merken, populistische instellingen, geworden en maken gebruik van marketingstrategieën als ‘de schok van het nieuwe’. Kunstcriticus Robert Hughes stelde in zijn met een Emmy bekroonde documentaire The curse of the Mona Lisa (‘De vloek van de Mona Lisa’): “Wanneer kunst slechts als spektakel wordt gezien, komt ze los te staan van elke werkelijke context en verliest ze haar betekenis”.
Wat grootse kunst onderscheidt van veel hedendaagse kunst wordt bepaald door de betekenis, niet de vorm. Sommige muziekstukken of schilderijen zijn wat techniek betreft misschien ‘achterhaald’, maar blijven relevant omdat we reageren op hun betekenis en innerlijke schoonheid. Mensen reageren op de energie van Rembrandts schilderijen. Hij kon een eenvoudige man van de straat als Christus afbeelden en zijn latere zelfportretten personifiëren de ziel. Voormalig directeur van het Metropolitan Museum of Art, Philippe de Montebello, zei: “Sommige werken, zoals de Mona Lisa, zijn zó transcendentaal dat we niet het recht hebben om ze als handelswaar te gebruiken.”
Kunst is de uitdrukking van hoe de kunstenaar de werkelijkheid ervaart. Hoe meer ontwikkeld de kunstenaar, des te verfijnder zijn bewustzijn van die werkelijkheid en des te verfijnder zijn vermogen om daar vorm aan te geven…
1) William Ogburn is een Amerikaanse socioloog en opvoedkundige, bekend van zijn cultural lag-theorie, de tijd die een samenleving nodig heeft om zich aan te passen aan technologische en andere veranderingen. Alvin Toffler refereert hier ook aan in zijn boek Future Shock.
You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.