Benjamin Creme

Wie is Benjamin Creme?

Inleiding

Benjamin Creme, geboren in 1922 in Glasgow (Schotland), is een Britse kunstschilder die al bijna zijn hele leven de esoterische filosofie bestudeert en die is uitgegroeid tot de voornaamste bron van informatie over de verschijning van Maitreya, de Wereldleraar.

Al op jonge leeftijd ontplooide hij zich tot kunstenaar en in de jaren ’40 van de vorige eeuw raakte hij bevriend met veel vooraanstaande figuren in de Britse wereld van kunst, muziek en literatuur. Creme heeft zich door de jaren heen ontwikkeld tot een gevestigd kunstschilder in de modernistische stijl, wiens werken in een aantal prestigieuze galeries tentoongesteld zijn.

Training

Benjamin CremeIn zijn jonge jaren bestudeerde Benjamin Creme ook allerlei aspecten van de esoterische filosofie, met name de leringen die aan het eind van de 19e eeuw werden vrijgegeven via Helena Blavatsky en de Theosofische Vereniging en, meer recentelijk, via Alice A. Bailey. Ofschoon deze leringen hem overtuigden van het bestaan van de Meesters van Wijsheid – een groep vervolmaakte individuen die de behoeders zijn van het Goddelijke Plan voor deze planeet – kwam het niettemin als een volslagen verrassing toen hij in 1959 door een van de Meesters werd benaderd. Die vertelde hem onder meer dat Maitreya, de Wereldleraar – de Meester van alle Meesters, binnen ongeveer 20 jaar zou terugkeren en dat hij (Creme) een actieve rol in dat proces kon vervullen, als hij dat wilde.

Meer dan tien jaar later, in 1972, begon Creme aan een periode van intensieve training onder leiding van zijn Meester, ter voorbereiding op de taak die hem wachtte: het bekendmaken van de verschijning van de Wereldleraar, die onder verschillende namen door mensen van elke religie wordt verwacht: als de Christus, de Messias, de Imam Mahdi, Krishna, of Maitreya-Boeddha. Door zijn voortdurende contact met een Meester van Wijsheid beschikt Creme over de laatste informatie omtrent Maitreya’s verschijning, alsmede de absolute overtuiging die nodig is om dit verhaal te presenteren aan een sceptische wereld.

Hieronder volgen enkele fragmenten uit het voorwoord van zijn eerste boek, De wederverschijning van de Christus en de Meesters van Wijsheid (1980):

“Veel mensen hebben mij gevraagd iets te vertellen over de gebeurtenissen die me ertoe hebben gebracht het werk te doen wat ik nu doe. Dat zal geen volledig verslag zijn: er bestaan ongeschreven wetten van terughoudendheid over sommige aspecten van de relatie tussen Meester en discipel; maar voor zover het van belang kan zijn, en in de hoop dat het de realiteit van de Meesters en het feit van de terugkeer van de Christus als hun leider geloofwaardiger zal maken, kan ik hierover het volgende vertellen:

Als kind van een jaar of vier, vijf was een van mijn favoriete bezigheden om uit het raam naar de wind te kijken; niet het effect dat de wind had op de bomen of de bladeren, maar de wind zelf. Ik keek naar de bewegingen van de lucht en probeerde te raden of de wind uit het noorden, zuiden, oosten of westen waaide. Toen ik naar school ging, leerde ik dat de lucht onzichtbaar was, net als de wind, en ik vergat – geleidelijk of plotseling, dat weet ik niet meer – dat ik het vermogen had om een van de etherische niveaus van materie te zien.

Etherische energie

Boven het grofstoffelijke gebied (vast, vloeibaar en gasachtig) bestaan er vier niveaus van nog fijnere materie waaruit het etherische omhulsel van deze planeet is samengesteld, en waarvan de grofstoffelijke niveaus de neerslag vormen. Zo’n 20 jaar later, doordat ik de orgonaccumulator van Wilhelm Reich ging bouwen en gebruiken, werd ik mij pas weer bewust van deze oceaan van energie waarvan we zelf deel uitmaken en leverde ik voor mijzelf het onomstotelijke bewijs van het bestaan van de etherische niveaus.

David-NeelOp 14-jarige leeftijd las ik een voor mij buitengewoon boek, Mystiek en magie in Tibet van Alexandra David-Néel. Met zeldzame moed, doorzettingsvermogen en vindingrijkheid slaagde deze Poolse vrouw erin om, vermomd als Lama, de verboden grenzen rond dat mysterieuze land over te steken. Ze kreeg toestemming om er te blijven en werd leerling van een echte Lama. Ze beschrijft allerlei esoterische gebruiken, waarvan zij er enkele zelf leerde beheersen, waaronder het door middel van gedachtekracht creëren van een “huisgeest”; in haar geval een joviale, dikke monnik die zich al snel aan haar controle onttrok en gedematerialiseerd moest worden. Deze gebruiken vereisen uiteraard een aanzienlijke concentratie en controle van het denkvermogen, maar met sommige ervan had ik niettemin enig succes, waaronder tumo, de techniek om zelf warmte op te wekken in koude omstandigheden.

Wilhelm ReichDoor het bestuderen van het werk van Wilhelm Reich en het gebruik van de orgonaccumulator werd ik mij eind jaren ’40 bewust gewaar van, en uiterst gevoelig voor, energiestromen; zozeer zelfs dat ik na enige tijd wist wanneer er weer een atoombom tot ontploffing was gebracht in de Stille Oceaan of elders. Op die afstand van duizenden kilometers signaleerde ik de verplaatsing in etherische stromen die optraden als gevolg van de ontploffingen. Een dag of twee later volgde steevast het bericht dat Amerika, Rusland of Groot-Brittannië een kernlading hadden getest van zoveel kiloton.

Begin jaren ’50 stuitte ik op een boek van Rolf Alexander: The Power of the Mind. Het tijdschriftartikel dat mij erop attent maakte, ging natuurlijk vooral over het meest sensationele aspect van het boek – “wolken breken”, het door pure gedachtekracht opbreken van wolken. De Canadees Alexander was gevraagd naar Tibet te komen en werd daar opgeleid door een Tibetaanse yoga-meester. In zijn boek beschrijft hij een manier om het instinctieve, onbewuste denkvermogen onder controle te brengen van het sturende, bewuste denkvermogen. Dit laatste is maar al te vaak gefragmenteerd en wordt deels in beslag genomen door de onbewuste rekenactiviteit van het onbewuste denken, waardoor een groot deel van zijn beschikbare energie verloren gaat. De methode die hiervoor gebruikt wordt, is zelfhypnose. Het losmaken van het bewuste, sturende beginsel uit de activiteit van het onbewuste denkvermogen (dat automatisch moet verlopen) maakt grote mentale krachten vrij en dit leidt direct tot de eenpuntigheid en concentratie die aan meditatie voorafgaan. En zo begon ik met mediteren.

De esoterie

Alice A BaileyIk begon ook te lezen. Onder veel meer, las ik de theosofische werken van H.P. Blavatsky en Leadbeater; Gurdjieff, Ouspensky en Nicoll; Paul Brunton; Patanjali; de Alice Bailey- en Agni Yoga-leringen; de swami’s Vivekananda, Sivananda, Yogananda; Sri Ramana Maharshi, wiens Pad van Zelfkennis ik probeerde te volgen. Door zijn meditatie op het “Wie ben ik?” (en, zo weet ik nu, door de Genade van mijn Meester) kwam ik op het punt waar ik mij één voelde met de hele wereld der verschijnselen – de bomen, de vogels en de wolken zag ik als mijzelf. Ik hield op te bestaan als afzonderlijk wezen; toch was ik me nog steeds volledig bewust, maar dat bewustzijn breidde zich uit totdat het alles omvatte.

Ramana MaharshiIk zag dat dit de Werkelijkheid was, dat ons gewone waakbewustzijn dit eigenlijk bedekt, verbergt, door verkeerde vereenzelviging met ons lichaam. Ik zag deze wereld van verschijnselen tevens als een soort rituaal, een geritualiseerd schimmenspel waarin de droom of het verlangen wordt uitgedrukt van Datgene wat als enige bestaat, wat als enige Werkelijk is, en waarvan ik deel uitmaakte.

Hoe ben ik in dit werk terecht gekomen? Eind 1958 vertelde een medediscipel die “contact” had, dat ik “boodschappen” ontving. Dat verbaasde mij bijzonder en ik had niet het idee dat het waar was. Ik kreeg te horen dat de boodschappen “afketsten”, maar als ik zus en zo zou veranderen, dan zou ik ze mettertijd correct ontvangen.

Kennelijk deed ik het goed, want op een avond, begin januari 1959, hoorde ik, zo helder dat er geen twijfel over kon bestaan, in mijn hoofd de opdracht: Ga op die dag en om die tijd naar daar en daar (een plek in Londen). Op die avond, ongeveer drie weken later, stonden daar mensen op mij te wachten.

Het begin van het werk

Dat was het begin van een reeks boodschappen die steeds talrijker werden. Soms miste ik er een (dat werd mij later verteld) en ik werd zo bang om er een te missen dat ik mezelf boodschappen begon in te beelden. Ik heb mezelf naar verschillende afspraken gestuurd waar niemand bleek te zijn en waar niets gebeurde, maar geleidelijk raakte ik eraan gewend; ik miste geen boodschappen meer en ik verzon ze ook niet meer zelf.

Mij werd gevraagd een bandrecorder aan te schaffen en ik kreeg een groot aantal lange dictaten van uiteenlopende aard. Sommige bevatten raadgevingen, advies of geestelijke instructies. Ik kreeg niet te horen wie de Meester (of Meesters) was (of waren) van wie ik deze dictaten telepathisch doorkreeg en ik denk dat ik te terughoudend was om er naar te vragen, ofschoon mij was gezegd dat ik best vragen mocht stellen. Pas jaren later kreeg ik Zijn naam te horen, met de mededeling dat ik het al veel eerder had kunnen weten als ik er maar om gevraagd had.

Op een avond, begin 1959, moest ik tijdens een van die transmissies de bandrecorder afzetten. Er volgde een verhandeling van Maitreya, de Christus en het Hoofd van onze planetaire Hiërarchie, over zijn wederverschijning. Hij zei ook dat ik een rol kon spelen in het Plan. Destijds geloofde ik dat de Wereldleraar van een van de hogere planeten zou komen, waarschijnlijk van Venus, en deze informatie van Maitreya zette mijn hele denken op zijn kop. In een transmissie kort na deze gebeurtenis zei mijn Meester, in aanvulling op mijn nieuw verworven kennis: “Er komt een tijd dat je geacht wordt ernaar te handelen.” En bij een andere gelegenheid: “Bevestig zijn komst!”

Ik kan niet zeggen dat ik deze aansporingen ter harte nam en dat ik daarom bij dit werk van voorbereiding voor de Christus betrokken ben. Volgens opdracht borg ik de banden op en het duurde 17 jaar voordat het onderwerp weer ter sprake kwam. Eerlijk gezegd vergde het een behoorlijke druk van de Meester om me in dit werk te storten.

Een Meester van Wijsheid

Tegen het einde van 1972, toen ik nogal in de put zat en er helemaal niet aan dacht, kwam de Wijze en Waakzame die ik mijn Meester mag noemen, onverwacht aanzetten. Hij nam me bij de hand en onderwierp mij aan de meest intense periode van ontgoocheling, ontnuchtering, training en voorbereiding. Maandenlang werkten we samen, 20 uur per dag, om onze telepathische band te verdiepen en te versterken, totdat deze van beide kanten met evenveel gemak werkte en een minimum van zijn aandacht en energie vergde. Gedurende deze periode smeedde Hij een instrument waar Hij doorheen kon werken en dat gevoelig was voor de geringste impuls van zijn kant (vanzelfsprekend met mijn volledige medewerking en zonder de geringste inbreuk op mijn vrije wil). Alles wat ik zie en hoor, ziet en hoort Hij ook. Wanneer Hij dat wenst, kan een blik van mij een blik van Hem zijn; een aanraking van mij, zijn aanraking. Zo heeft Hij met een minimaal verbruik van energie een venster op de wereld, een buitenpost van zijn bewustzijn; Hij kan genezen en onderrichten. Hij verblijft zelf, in een fysiek lichaam, duizenden kilometers ver weg. Ik wil hiermee niet de indruk wekken dat ik zijn enige “venster op de wereld” ben. Ik weet niet hoe zeldzaam dit is, maar ik weet zeker dat het niet uniek is. Het betreft een bepaald stadium in de relatie tussen Meester en discipel. Hij heeft mij gevraagd om zijn identiteit vooralsnog niet bekend te maken – zelfs niet aan de leden van de groep met wie ik werk, en door wie Hij heen werkt. Ik ken twee redenen (wellicht zijn er meer) voor zijn verzoek, en die respecteer ik, maar ik kan wel zeggen dat Hij een van de oudere leden van de Hiërarchie is, een Meester van Wijsheid wiens naam welbekend is onder de esoterici in het Westen. Zijn inspiratie heeft de beeldende kracht en de intensiteit van mijn schilderijen geweldig vergroot.

Twee kleine van de vele voorvallen die ik kan noemen, illustreren de liefdevolle bemoeienis van de Groten en hun levendige gevoel voor humor, alsmede hun vermogen om hun krachten te gebruiken over grote afstanden.

De eerste deed zich voor begin 1973, tijdens de periode van uiterst intensieve voorbereiding en training. Ik rookte al een tijdje kleine sigaartjes en de Meester drong er regelmatig bij mij op aan om te stoppen met het roken van dat “stinkende kruid”, zoals Hij ze noemde. Zijn manier om mij te helpen bestond eruit om mij een meditatie of oefening te geven wanneer ik aanstalten maakte om er weer een op te steken.

Op een dag, toen ik mij omkleedde om naar een afspraak te gaan, had ik een doosje sigaren klaargelegd op de hoek van mijn bed. Toen ik klaar was om te vertrekken, was het letterlijk verdwenen. Ik vroeg de Meester natuurlijk of Hij er soms iets van wist. Hij beweerde volledig onkundig te zijn en geen interesse te hebben in het “stinkende kruid”. Ik wist precies waar ik ze neergelegd had, maar ging toch overal zoeken, zonder resultaat. “Weet u zeker dat u ze niet verstopt heeft?” vroeg ik nogmaals. Hij bezwoer mij dat Hij onschuldig was: Hij kon zijn tijd en energie wel aan betere dingen besteden. Uiteindelijk zei ik: “Nou ja, dan koop ik onderweg wel nieuwe.” Op datzelfde moment lagen ze weer op de hoek van het bed waar ik ze had neergelegd.

Het tweede voorval betreft een vogel en vond ongeveer twee-en-een-half jaar geleden plaats. Elk jaar krijgen we bezoek van een groot aantal gierzwaluwen, die de hele dag lang voor ons raam duikelen en cirkelen en onder de dakgoot nestelen.

Op een warme zomerochtend vloog zo’n prachtige vogel door een open slaapkamerraam, dwars door de jaloezieën. Het dier kwam met zo’n harde plof op een groot blik vloerwas terecht dat onder het raam stond, dat het handvat en de bovenkant van het blik gedeukt waren. De vogel lag met starende ogen naar adem te snakken, zijn grote vleugels lagen er scheef bij, één op het blik en de ander hing over de rand. De Meester vroeg me de vogel goed en nauwgezet te bekijken en ik voelde zijn energie door mijn ogen naar buiten stromen. De vogel kwam onmiddellijk tot rust en sloot zijn ogen.
De Meester verzekerde me dat de vogel geen botten had gebroken, maar hij had wel zware kneuzingen en een shock. Hij vroeg me de jaloezie van onderen op te trekken en beneden te gaan ontbijten. Toen ik een half uur later terugkwam, was de vogel weg, genezen en wel verdwenen in de ochtendlucht.

Deze twee kleine voorvallen wekken misschien de verbazing van studenten die zich de uitspraak herinneren van de Meester Djwhal Khul, dat Meesters geen belangstelling hebben voor het persoonlijke leven van discipelen en zich daar niet mee inlaten. Hoewel dat volgens mij in het algemeen zeker waar is, weet ik ook zeker dat er bepaalde uitzonderingen zijn op deze regel. Het is geheel afhankelijk van welk soort relatie de Meester wil opbouwen, de mate van vertrouwen die Hij wil wekken en de karmische relatie die er tussen Hem en de discipel bestaat.

Transmissie-meditatie

In maart 1974 gaf Hij me een lijst met de namen van veertien mensen die ik bij mij thuis moest uitnodigen voor een gesprek over “meditatie en aanverwante onderwerpen”. Ze kwamen allemaal.

Ik sprak over de Hiërarchie van Meesters, over meditatie en de functie ervan om contact met de ziel tot stand te brengen. Op aanwijzing deed ik de aanwezigen het volgende aanbod: ik nodigde hen uit om deel te nemen in groepswerk waarbij hun occulte meditatie voortgang zou vinden onder leiding van een Meester van Wijsheid, in ruil waarvoor zij zouden fungeren als transformator voor de Hiërarchische energieën, om zodoende een verbindingsgroep te vormen tussen de Hiërarchie en de discipelen in het veld.

De Meester zorgde voor een korte transmissie om te laten zien wat de bedoeling was. Twaalf van de veertien zeiden ja, de andere twee hadden het gevoel dat zij nog niet klaar waren voor dit werk.

Zo begon de groep in maart 1974 met het doorgeven van geestelijke energieën. Om te beginnen kwamen we tweemaal per week voor anderhalf tot twee uur bijeen. De vraag kwam op of we de groep een naam moesten geven, maar de Meester liet weten dat we geen naam moesten gebruiken, geen organisatie moesten opbouwen; geen functionarissen aanstellen; geen omheining opzetten tussen onszelf en onze ideeën; en de grootst mogelijke openheid moesten betrachten – en dat geldt nog steeds.

De tetraëder

TetraederRond dezelfde tijd gaf de Meester mij de blauwdruk voor het transmissie/transformator-instrument dat we voor dit werk gebruiken, en dat ik ook gebruik voor genezing. Het heeft de vorm van een tetraëder en is gebaseerd op het principe dat bepaalde vormen over inherente energetische hoedanigheden beschikken.

Momenteel wordt er veel onderzoek gedaan naar de aard en de energetische eigenschappen van de piramide. De Grote Piramide van Gizeh is eigenlijk een Atlantisch instrument dat is gebaseerd op de kracht van de vorm. Het doel van de Atlantische mens was om het astraal-emotionele voertuig (lichaam) te vervolmaken. Door de vorm van de piramide trekt deze, wanneer zij op de noord- en de zuidpool wordt gericht, energie aan van de etherische en astrale gebieden. Deze werd uitgezonden ten behoeve van de bevolking van de grote stad die bedolven ligt onder het zand rond de piramide en de Sfinx.

Het doel van het huidige mensenras, het vijfde wortelras, is de vervolmaking van het mentale voertuig. Wanneer de tetraëder langs de noord-zuidas wordt geplaatst, wordt automatisch energie van de mentale gebieden aangetrokken en uitgezonden. Dat is ook de reden waarom wij dit instrument gebruiken. De samenstelling (kwartskristal, magneten, gouden en zilveren schijven en draden) concentreert en versterkt alle energieën die de Hiërarchie door ons heen stuurt; de vorm zelf transformeert ze omlaag naar de lagere mentale gebieden waar ze gemakkelijker door veel mensen kunnen worden opgenomen. Zonder dit transformatiewerk, dat door het instrument nog wordt versterkt, zouden de Hiërarchische energieën, die voornamelijk afkomstig zijn van het buddhische gebied (het niveau van geestelijke intuïtie), op het merendeel van de mensen “afketsen” en zou het effect ervan beperkt blijven. Dit is waarom de Hiërarchie Transmissiegroepen nodig heeft die een of andere vorm van meditatie of gebed beoefenen.

Op aanwijzing van de Meester heb ik ook een accumulator voor geestelijke energie gebouwd, die op de tetraëder kan worden aangesloten. Tot nu toe hebben we deze nog maar één keer gebruikt, eigenlijk alleen om het principe te laten zien.

De bezetting van de groep is al heel vaak veranderd en er zijn nog maar vier mensen van de oorspronkelijke groep over. Het aantal deelnemers stijgt en daalt, maar lijkt zich steeds te stabiliseren rond de twaalf actieve leden, plus veel minder actieve of regelmatige deelnemers, en een groot aantal uitlopers, zowel hier als in het buitenland. Tegenwoordig komen we drie keer per week bijeen om gedurende vier tot zeven of acht uur achter elkaar de energieën van de Hiërarchie door te sturen. Alleen de meest toegewijde mensen kunnen de intensiteit van dat ritme volhouden, dus de aantallen blijven noodzakelijkerwijs laag. Daarnaast houden we wekelijks een openbare bijeenkomst in het Friends Meeting House aan de Euston Road in Londen, waarbij de aanwezigen worden uitgenodigd om deel te nemen aan de transmissie van energieën die dan worden doorgestuurd.

In juni 1974 kwam de eerste van een reeks overschaduwingen en boodschappen van Maitreya bij wijze van inspiratie en om ons op de hoogte te houden van de voortgang in zijn naar buiten treden. Wij hadden ook het voorrecht om de geleidelijke schepping en vervolmaking mee te maken van zijn lichaam van uiterlijke manifestatie – zijn mayavirupa. In de periode van maart 1976 tot september 1977 kregen we met grote regelmaat zulke berichten van Maitreya.

In het eerste jaar dat de groep bestond, hielden we elke maand een openbare bijeenkomst tijdens de volle maan, waar belangstellende vrienden van de groepsleden aan de transmissie konden meedoen. Op deze vollemaansbijeenkomsten hield ik een korte toespraak, meestal over de wederverschijning van de Christus en de Hiërarchie van Meesters of, soms, over het belang van de specifieke vollemaansenergieën vanuit een esoterisch, astrologisch gezichtspunt.

Lezingen

Tegen het einde van 1974 zei de Meester, meerdere malen: “Denk eraan, je moet dit ook aan het publiek vertellen. Het heeft weinig zin om deze informatie alleen te geven aan die 20 mensen die hier nu zitten.” Het rollenspel begon: ik protesteerde, smeekte om niet in het ‘openbaar’ te hoeven spreken. Hij verzekerde mij dat Hij maar een grapje maakte. “Ik heb andere plannen voor jou,” zei Hij dan en ik kon me weer ontspannen. Maar in januari 1975 zei Hij ten slotte: “Ik meen het. Geef deze informatie (Hij had een massa informatie gedicteerd over hoe het Plan ten uitvoer wordt gebracht) aan de groepen, van alle achtergronden en leringen. Vertel hun wat je weet. Naar verwachting zal er vanuit het meer geconcentreerde denkvermogen van de groepen een telepathische wisselwerking ontstaan met het grote publiek zodat zij al enigszins voorbereid zullen zijn wanneer je in het openbaar gaat spreken.”

Het beviel me maar niets. Het beviel me absoluut niet. Ik was tevreden met wat ik deed. Ik was tevreden met een rustige, esoterische rol op de achtergrond, in de wetenschap dat ik nuttig werk deed, dat niet al te veeleisend was en niet al te grote psychische eisen stelde. Ik deed niets met de groepen totdat enkele stevige aansporingen van de Meester mij uiteindelijk in beweging brachten. In maart of april schreef ik hoopvol naar zo’n 40 geestelijke groepen om mijn diensten aan te bieden als spreker over “De Wederverschijning van de Christus en de Meesters van Wijsheid”. De reacties waren — niet geheel onverwacht, daar ik geheel onbekend was – bepaald niet overweldigend. Ik kreeg geloof ik zes of zeven antwoorden. Drie van deze groepen wilden er meer van weten – alle drie tamelijk nieuwe groepen van jonge mensen: Centre House, Gentle Ghost en de Franklin School. Op 30 mei 1975 gaf ik mijn eerste lezing bij Centre House.

Ik was heel zenuwachtig want hoewel ik mijn stof kende, had ik er geen bepaalde volgorde in aangebracht. De Meester was zo goed geweest om mij een lijst te geven van onderwerpen die ik kon raadplegen en overschaduwde mij gedurende de hele lezing zodanig dat mijn inbreng eigenlijk te verwaarlozen was. Vlak voor het einde werd ik plotseling overschaduwd door Maitreya Zelf. Mijn hart smolt, en ik had de grootste moeite om mijn stem in bedwang te houden. De volgende woorden kwamen mijn denkvermogen binnen:

“Wanneer de Christus terugkeert, zal Hij zijn Aanwezigheid niet direct bekendmaken, evenmin als de Meesters die Hem vóór zullen gaan; maar geleidelijk zullen stappen worden genomen die aan de mensen zullen onthullen dat er nu een man onder hen leeft met een overweldigend, uitzonderlijk krachtig vermogen om lief te hebben en te dienen, en met een visie die veel verder reikt dan gebruikelijk. Over de hele wereld zullen mannen en vrouwen tot een besef komen van het centrum in de moderne wereld waar deze man zal verblijven; vanuit dat krachtcentrum zal de Ware Geest van de Christus stromen die geleidelijk aan de mensen zal onthullen dat Hij onder ons is. Zij die kunnen reageren op Zijn Aanwezigheid en Zijn Lering zullen merken dat zij die liefde, die kracht, die brede visie enigszins weerspiegelen, en zij zullen de wereld ingaan en wijd en zijd bekendmaken dat de Christus in de wereld is, en dat de mensen naar een land moeten kijken van waar een zekere Lering uitgaat. Dit zal plaatsvinden in een relatief zeer korte periode en zal leiden tot het onomstotelijke bewijs dat de Christus in ons midden is.

“Vanaf die tijd zullen de veranderingen in de wereld plaatsvinden met een snelheid die zijn weerga niet kent in de hele geschiedenis van de planeet. De volgende vijfentwintig jaar zullen veranderingen te zien geven die zo drastisch, zo ingrijpend zijn, dat de wereld geheel ten goede zal zijn veranderd.”

Niemand was verbaasder dan ikzelf bij het horen van deze verklaring en pas toen ik de bandopname afdraaide begreep ik ten volle de reikwijdte ervan. In juli 1977 deelde Maitreya zelf ons mee, dat zijn manifestatie-lichaam, de mayavirupa, geheel gereed was en dat zijn lichtlichaam vanaf dat moment te rusten zou liggen in zijn verblijfplaats in de Himalaya. Op 8 juli kregen we te horen, dat de afdaling begonnen was en op dinsdag 19 juli vertelde mijn meester me, dat Maitreya was aangekomen in zijn ‘brandpunt’: een bekend modern land. Hoewel ik diezelfde avond een lezing zou geven in Friends House (en uiteraard popelde om de informatie door te geven) moest ik voorlopig mijn mond nog even houden. Op vrijdag kreeg ik het groene licht: Maitreya was op die dag, 22 juli, begonnen met zijn missie, nadat hij gedurende drie dagen wat had gerust om te acclimatiseren en dit nieuws mocht ik aan de groep bekend maken. Na de beëindiging van de transmissie bleven een paar leden van de groep volgens de gewoonte nog een kopje thee drinken, mijn vrouw zette de televisie aan, die een goede film te zien gaf, maar ik was er met mijn gedachten totaal niet bij. Op een gegeven moment hield ik het niet langer. Ik zei, dat ik iets belangrijkers te vertellen had: dat de Christus zich op dat zelfde moment in de wereld van alle dag bevond in een stoffelijke aanwezigheid en dat zijn missie daadwerkelijk begonnen was.

Vaak, heel vaak heb ik dit bericht sinds die dag nog aan talrijke toehoorders doorgegeven, maar nooit meer met dat gevoel dat ik op bescheiden wijze deel mocht hebben aan een grote planetaire gebeurtenis. De tranen van vreugde bij de anderen bewezen, dat zij het net zo ondergingen.

Niemand was meer verbaasd dan ikzelf bij het horen van die verklaring. En pas toen ik het op band terughoorde, begreep ik wat er gezegd was.

Maitreya’s missie begonnen

Op 7 juli 1977 deelde Maitreya Zelf ons mee dat het lichaam waarin Hij zou verschijnen – het mayavirupa – geheel voltooid was, dat Hij het had ‘betrokken’ en dat Zijn Lichtlichaam (Zijn ‘Hemelvaart’-lichaam) nu te rusten lag in zijn verblijfplaats in het Himalaya-gebergte. Op 8 juli kregen we te horen dat Hij was begonnen aan de Afdaling. Op dinsdag 19 juli vertelde mijn Meester me dat Maitreya inmiddels was aangekomen in Zijn ‘brandpunt’, een bekend modern land. Ik had die avond een lezing in Friends House, maar was gevraagd deze informatie nog even voor mij te houden. Tijdens onze vrijdagse Transmissie-bijeenkomst vertelde de Meester mij dat Maitreya drie dagen had uitgerust, om te acclimatiseren, en dat die dag, 22 juli, Zijn Missie was begonnen. Deze informatie mocht ik aan de groep meedelen.

Rond middernacht was de transmissie afgelopen en we dronken samen, zoals gewoonlijk, nog even een kopje thee voordat iedereen naar huis ging. Mijn vrouw zette de televisie aan die een nachtfilm vertoonde, een familiedrama met Bette Davis in de hoofdrol. Een paar groepsleden keken, maar ik was er natuurlijk met mijn gedachten totaal niet bij. Ik maakte wat sarcastische opmerkingen over de film en de acteurs (terwijl ik Bette Davis als actrice meestal erg bewonder). Op een gegeven moment kon ik het niet langer aan en zei dat ik iets veel belangrijkers te vertellen had – dat de Christus Zich nu, in fysieke aanwezigheid, in de wereld van alledag bevond, en met Zijn Missie begon.

Sindsdien heb ik deze bekendmaking talloze keren herhaald tegenover talrijke toehoorders, maar nooit weer met het gevoel dat ik, al was het maar op heel bescheiden wijze, deelgenoot was in een grootse planetaire gebeurtenis. De tranen van vreugde van de groepsleden rond de tafel lieten zien dat zij hetzelfde voelden.

Boodschappen van Maitreya

Begin september 1977 werd ik gevraagd of ik de boodschappen van Maitreya in het openbaar wilde ontvangen. Op 6 september 1977 werd in Friends House aan de Euston Road bij wijze van experiment de eerste boodschap in het openbaar gegeven, naar ik aanneem om te zien of ik tegen deze vorm van overschaduwing en telepathie in de aanwezigheid van publiek was opgewassen – dat is nog heel wat anders dan de beslotenheid van je eigen groep. Deze boodschappen worden nog steeds gegeven. Bij het ter perse gaan van dit boek hadden we 85 boodschappen ontvangen. Deze worden door mij overgebracht aan de aanwezigen; er is geen sprake van trance of mediumschap en het is mijn eigen stem, maar met hoorbaar toegenomen kracht en een andere toonhoogte door de overschaduwende energie van Maitreya. Deze boodschappen worden tegelijkertijd uitgezonden op alle astrale en mentale gebieden, terwijl ik zorg voor de noodzakelijke etherisch-fysieke trilling om dit mogelijk te maken. Vanaf die subtiele niveaus bereiken de boodschappen het denken en het hart van talloze mensen, die zich geleidelijk bewust worden van de denkbeelden en de Aanwezigheid van de Christus. Op deze manier geeft Hij delen van zijn Lering vrij om het klimaat van hoop en verwachting te scheppen waarin mensen Hem, snel en met vreugde, zullen accepteren en volgen.

Het is een immense, en gênante, bewering om van jezelf te zeggen dat je boodschappen van de Christus ontvangt. Maar als mensen zichzelf kunnen ontdoen van het denkbeeld dat de Christus een soort geest is die in de ‘hemel’ aan de rechterhand van God zit, en als zij Hem kunnen zien zoals Hij daadwerkelijk is, een echte, levende man (al is het een Goddelijke man) die de wereld nooit heeft verlaten, die niet uit de ‘hemel’ maar uit zijn eeuwenoude verblijfplaats in de Himalaya is neergedaald om de taak die Hij in Palestina begon te voltooien, die een groot Meester is, een Adept en Yogi, die de hoofdpersoon is in het Evangelieverhaal dat in essentie wel klopt, maar een veel eenvoudiger betekenis heeft dan tot nu toe is weergegeven; als mensen deze mogelijkheid kunnen aanvaarden, dan is de bewering dat je telepathisch boodschappen ontvangt van zo Iemand die veel dichterbij ons staat en veel kenbaarder is, wellicht acceptabeler. Hoe dan ook, ik laat het overtuigen over aan uw bestudering van de hoedanigheid van de Boodschappen zelf. Veel mensen worden overtuigd door de energieën die tijdens de overschaduwing uitstromen. Velen die naar de lezingen komen, zijn in meer of mindere mate helderziend en hun waarneming van de overschaduwing zoals die plaatsvindt, is voor hen het overtuigendste bewijs van alles.

Wellicht maakt het bovenstaande duidelijk waarom ik met overtuiging spreek over de Meesters en de Christus, en hun wederverschijning. Door mijn directe contact en ervaringen is hun bestaan voor mij een vaststaand feit. Dit boek is geschreven in de hoop dat anderen zich bewust worden van de realiteit van dat feit, en bovendien van het gedenkwaardige feit dat Zij nu in de wereld van alledag terugkeren om ons het Waterman-tijdperk binnen te leiden.”

Benjamin Creme
Londen, 1979

Ontwikkelingen na 1980

Sinds de publicatie van mijn eerste boek zijn er vele nieuwe ontwikkelingen geweest. Op 14 mei 1982 mocht ik tijdens een persconferentie in Los Angeles onthullen dat Maitreya in de Aziatische gemeenschap van Londen leeft en riep ik de media op Maitreya uit te nodigen om naar voren te treden. Helaas gingen de media daar niet op in. Niettemin heeft Maitreya de wereld van achter de schermen getransformeerd door krachtige kosmische energieën vrij te geven waarvan de historische veranderingen in de afgelopen jaren het gevolg zijn. De dreiging van een wereldoorlog is afgenomen door de gevolgen van de energieën die door hem zijn vrijgegeven. In augustus 1987 maakte ik bekend dat Maitreya in de komende drie tot vier maanden heel intensief zal werken om een doorbraak tot stand te brengen in de internationale verhoudingen. Minder dan een maand later, in september 1987, was die doorbraak een feit: na een aantal besprekingen tussen de Amerikanen en de Russen werd in december 1987 het SALT-I kernwapenakkoord ondertekend door de presidenten Reagan en Gorbatsjov, een akkoord dat niemand voor mogelijk had gehouden.

De buitengewone gebeurtenissen en veranderingen in Oost-Europa, China, Zuid-Afrika, de roep om rechtvaardigheid, vrijheid en participatie zijn alle voortgekomen uit zijn stimulans. De ongewone klimatologische omstandigheden van de afgelopen jaren aardbevingen, orkanen, overstromingen begeleiden zijn terugkeer.

Deze rampen zijn het resultaat van de verkeerde gedachten en activiteiten van de mensheid. Het zijn geen onvermijdelijke natuurrampen; ze vinden plaats onder de Wet van Oorzaak en Gevolg, of Karma. Door de chaotische en onevenwichtige omstandigheden die wij creeren in ons planetaire bestaan beinvloeden wij de natuur. Alle atomen in de schepping staan met elkaar in verbinding. Er bestaat geen scheiding. Als wij omstandigheden scheppen waarin, zoals nu, twee-derde van de wereldbevolking genoegen moet nemen met een kwart van de voedselopbrengsten en daardoor bij miljoenen tegelijk omkomt van honger, is rampspoed onvermijdelijk.

Miljoenen mensen in de ontwikkelingslanden komen om van de honger, niet omdat er onvoldoende voedsel is, maar omdat de ontwikkelde wereld zich het grootste deel van het beschikbare voedsel hebzuchtig toeëigent en 83 procent van de energie- en andere hulpbronnen verspilt. Er is zelfs sprake van een voedseloverschot van 10 procent per hoofd, en toch sterven miljoenen mensen van de honger, omdat velen in de ontwikkelde wereld hebzuchtig, egoïstisch en zelfvoldaan zijn.

Samendelen

Dat is wat Maitreya bovenal zorgen baart. Zoals Hij in een van zijn Boodschappen via mij heeft gezegd: “Hoe kan Ik afzijdig blijven en deze slachting aanzien, Mijn kinderen zien sterven?” En in een andere boodschap: “De misdaad van verdeeldheid moet uit deze wereld worden verdreven. Ik bevestig dat dit Mijn doel is.”

Hij is gekomen om de mensheid de noodzaak van samendelen te leren. “Samendelen”, zegt Hij, is goddelijk. Wanneer je deelt, herken je God in je broeder. Zonder samendelen kan er nooit rechtvaardigheid in de wereld zijn. Als er geen rechtvaardigheid is, kan er nooit vrede zijn. Als er geen vrede is, zal er geen wereld zijn, want we zijn nu in staat de planeet en elke levensstroom te vernietigen.

De volken moeten inzien dat we één mensheid zijn en dat het voedsel, de grondstoffen, de energie, de technologie en de onderwijsfaciliteiten van de wereld daarom iedereen toebehoren en met iedereen gedeeld moeten worden. De ontwikkelde wereld heeft niet het alleenrecht en als we blijven doen alsof we dat wel hebben, zullen we deze beschaving vernietigen omdat ze blind vaart op de werking van de vrije markt. Hebzucht is het product van het menselijk denken. Alleen de gewaarwording van het menselijk denken zal dit tot staan brengen, wanneer we inzien hoe destructief de gevolgen ervan zijn voor alle landen.

Gelukkig verwacht Maitreya dat de mensheid positief zal reageren op zijn advies en suggesties. Hij is er zeker van dat er geen derde wereldoorlog komt, dat de rampen die de wereld nu plagen niet zullen uitmonden in een wereldbrand. In tegendeel: wij staan op de drempel van een tijdperk van vrede en goede wil.

Wonderen

Mensen vragen mij altijd: “Wanneer zullen we Hem zien?” Het antwoord is eenvoudig: wanneer we Hem uitnodigen naar voren te treden in de wereld. Het naar buiten treden is een geleidelijk proces omdat Maitreya onze vrije wil volkomen respecteert. Naarmate ons besef van eenheid groeit, van zorg voor allen, verbetert het klimaat voor Maitreya’s definitieve verschijning met de dag.

Maitreya werkt nu met mensen in alle delen van de wereld, ongeacht hun geloof, nationaliteit of ras, op alle sociale niveaus. Hij heeft op wonderbaarlijke wijze aids-patiënten genezen en heeft mensen meegenomen in lichtschepen om wereldgebeurtenissen te laten zien voor ze plaatsvonden; Hij creëert in verschillende delen van de wereld kruisen van licht in vensters die duizenden mensen aantrekken.

Op 11 juni 1988 verscheen Hij onverwachts aan 6000 mensen op een gebedsbijeenkomst in Nairobi (Kenia). Hij werd onmiddellijk herkend als de Christus. Hij sprak enige tijd in accentloos Swahili en verdween toen even plotseling als Hij verschenen was. Dit verhaal is met foto’s die op dat moment van Hem werden genomen, door verschillende media in de wereld gepubliceerd, waaronder CNN.

Sindsdien is Maitreya op dezelfde wonderbaarlijke wijze verschenen aan grote groepen hindoes, boeddhisten, moslims, joden en christenen over de hele wereld. Voorafgaand aan zijn wonderbaarlijke verschijning aan deze groepen van, meestal fundamentalistische, gelovigen laadt Maitreya een nabijgelegen waterbron op met genezende energie. Het water uit deze bronnen heeft naar verluidt diabetes, epilepsie, reuma, kanker en zelfs aids genezen.

Enkele van deze geneeskrachtige bronnen (in Mexico, Duitsland en India) zijn ontdekt en worden nu door tienduizenden mensen bezocht. Te zijner tijd zullen soortgelijke manifestaties worden ontdekt in de omgeving van andere plaatsen waar Maitreya is verschenen.

Deze wonderen horen bij de tekenen van Maitreya’s aanwezigheid. Met deze en andere wonderen wil Maitreya het klimaat van hoop en verwachting creeren waarin Hij naar voren kan treden als de leraar voor de hele mensheid.

Voorspellingen

Sinds april 1988 heeft Maitreya, via een van zijn naaste medewerkers, leringen gegeven en voorspellingen gedaan van wereldgebeurtenissen die stuk voor stuk zijn uitgekomen. Hij wilde dat deze informatie op zo groot mogelijke schaal bekendgemaakt zou worden. Sinds juni 1988 werden zijn inzichten in het maandblad Share International gepubliceerd en grote delen ervan zijn doorgestuurd naar de media in de vorm van een reeks persberichten. Op deze manier is van Maitreya een schat aan informatie ontvangen over politieke, sociale en geestelijke aangelegenheden. De wereldgebeurtenissen bevestigden Maitreya’s inzichten.

Al in 1988 voorzag Hij de vrijlating van Nelson Mandela en het proces van ontspanning in Zuid-Afrika. Ook in 1988, toen voormalig premier Thatcher nog op het hoogtepunt van haar macht stond, zei Maitreya dat ‘het rad van fortuin’ zich tegen haar had gekeerd en dat zij zou aftreden. In hetzelfde jaar verklaarde Hij dat regeringen overal rekening moesten houden met de ‘stem van het volk’, waarvan Oost-Europa wel het meest indrukwekkende bewijs was. Verder voorspelde Maitreya weken of maanden tevoren het staakt-het-vuren in de oorlog tussen Iran en Irak, de terugtrekking van buitenlandse troepen uit Angola, de toenadering tussen guerrilla-legers en nationale regeringen wereldwijd, de aardbeving in Armenie in 1988 en die in Californië en China in 1989, de binnenlandse problemen in de Sovjet-Unie, en de totstandkoming van vrede in Libanon. Ook voorspelde hij dat in 1992 een Democraat gekozen zou worden als president van de Verenigde Staten, alsmede de positieve ontwikkelingen in de betrekkingen tussen Israël en de Palestijnen.

Een belangrijke gebeurtenis die we volgens Maitreya in de nabije toekomst kunnen verwachten en die hij reeds in 1988 aankondigde: een internationale beurskrach die zal beginnen in Japan.

In zijn geestelijke leringen legt Maitreya voortdurend de nadruk op het belang van zelfrespect, gewaarwording en onthechting. “Zelfrespect is het zaad van gewaarwording”, zegt Hij. “Zonder onthechting is er geen verlossing.” Zijn voorspellingen van wereldgebeurtenissen zijn gebaseerd op de Wet van Oorzaak en Gevolg, of Karma: Natuurrampen houden verband met de activiteiten van de mens. Door te begrijpen dat we leven in een wereld van oorzaak en gevolg ontstaat Zelf-bewustzijn. Ofschoon bepaalde rampen onvermijdelijk zijn, zal de nieuwe energie van evenwicht vrede brengen.

Verklaringsdag

Binnen niet al te lange tijd zal een internationale persconferentie plaatsvinden, waarop Maitreya zijn ware hoedanigheid zal bekendmaken. Dit zal leiden tot Verklaringsdag, de dag waarop Hij via een satellietverbinding over de hele wereld op radio en televisie te beluisteren en te zien zal zijn. Op die dag zal Maitreya de hele mensheid tegelijk overschaduwen. Iedereen zal zijn woorden innerlijk horen, ieder in zijn eigen taal. Deze telepathische communicatie zal iedereen bereiken, ook degenen die niet luisteren of kijken, en in de hele wereld zullen honderdduizenden wonderbaarlijke genezingen plaatsvinden. Op die dag zal er geen twijfel meer bestaan dat Maitreya de Christus is, de Imam Mahdi, Maitreya Boeddha, de Kalki-avatar: de Wereldleraar. Dan zal zijn wereldwijde missie openlijk begonnen zijn.”