Thema: De noodzaak van rechtvaardigheid

Speciaal thema

Share International besteedt in het juli/augustus 2012 speciale aandacht aan het onderwerp “De noodzaak van rechtvaardigheid”.

Rechtvaardigheid – een definitie
Rechtvaardigheid – een compilatie
Rechtvaardigheid is goddelijk, door de Meester —, via Benjamin Creme
Handen ineen in de strijd tegen een gruwelijke misstand, interview met Anuradha Koirala door Jason Francis
Kinderen, beroofd van hun kindertijd
, interview met Sahar Badoun door Felicity Eliot
Samendelen en rechtvaardigheid
, boekbespreking door Julian Creme

Rechtvaardigheid – een definitie
Recht en onrecht zijn er in vele vormen. Wanneer Maitreya en de Meesters, Benjamin Creme en de redactie van Share International het over de noodzaak van rechtvaardigheid hebben, gaat het over die toestand waarin eerlijke en billijke erkenning en uitvoering worden gegeven aan gelijke rechten voor allen. Het is de gelijkheid die waarborgt dat de rechten en noden van alle zeven miljard mensen worden gerespecteerd en nageleefd. Rechtvaardigheid moet aan de basis liggen van alle internationale verhoudingen, zodat er vertrouwen kan groeien in de internationale gemeenschap en de omstandigheden kunnen ontstaan waarin blijvende vrede mogelijk wordt. Dezelfde rechtvaardigheid moet in elk land heersen, zodat de onrechtvaardigheid van een kleine minderheid die zich alle hulpbronnen toeëigent en oppot, terwijl de meerderheid honger lijdt of worstelt om te overleven, uitgebannen wordt. Het gebrek aan rechtvaardigheid in internationale verhoudingen waarbinnen een groot aantal landen en culturen als minderwaardig wordt beschouwd, kweekt wrok en is de oorzaak van gewelddadige acties tegen de rijken.
Rechtvaardigheid en samendelen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden – het ene kan niet bestaan zonder het andere. Beide onderkennen de gelijke rechten van allen en erkennen al doende de wezenlijke onderlinge verbondenheid – de eenheid – van de mensheid.
In dit nummer van Share International richten we ons op Rechtvaardigheid en haar alom aanwezige tegendeel – onrecht.
Rechtvaardigheid — een compilatie
Hier volgt een selectie uit uitspraken van Maitreya (Boodschappen van Maitreya de Christus), Benjamin Creme’s Meester (Een Meester spreekt) en Benjamin Creme, met betrekking tot het thema ‘Rechtvaardigheid’.

Recht moet en zal gedaan worden. De wereld hunkert naar Rechtvaardigheid. De werkelijke reden voor de huidige problemen van de mens is het ontbreken van Rechtvaardigheid en Liefde. Zouden deze goddelijke aspecten morgen van kracht zijn, dan zou een nieuwe zachtheid jullie leven kleuren. Dit genadige geschenk van Liefde en Rechtvaardig Samendelen is afkomstig van God. Alleen door het op juiste wijze tot uitdrukking te brengen, kan God worden gekend. Leer de mensen dit, Mijn vrienden, en je onderricht een grote en eenvoudige Waarheid. (Maitreya, uit Boodschap nr. 101)

Momenteel zijn de landen verdeeld, zoals altijd. Elk beweert de schatbewaarder te zijn van de wijsheid in de wereld, en biedt de mens een keus uit vrijheid en rechtvaardigheid. Hoe absurd is het dat de mens voor zo’n keuze wordt gesteld. Vrijheid en rechtvaardigheid zijn goddelijk en die goddelijkheid is ondeelbaar. Er kan geen vrijheid zijn zonder rechtvaardigheid, geen rechtvaardigheid verstoken van vrijheid. Weldra zal de mens de kans worden geboden om voor altijd een eind te maken aan deze bespotting van de waarheid en zo de kloof tussen de naties te helen. Het vereist slechts het simpele besef dat alle mensen goddelijk zijn en hetzelfde goddelijke recht hebben om te delen in Gods gaven en plannen. (Benjamin Creme’s Meester, uit ‘Gods vertegenwoordiger’)

Er zijn maar weinigen die weten wat broederschap is, en rechtvaardigheid is een droom van velen, waar velen voor strijden, en die tot dusver nog nooit op wereldschaal is bereikt. Sommigen hebben in enige mate gerechtigheid bereikt: vakbonden hebben gevochten voor gerechtigheid in hun bedrijfstak, mensen hebben gevochten voor politieke rechtvaardigheid, voor economische rechtvaardigheid. De meeste mensen strijden naar het schijnt al eeuwig voor rechtvaardigheid, want het is het belangrijkste denkbeeld in het denken van de mens. Het vereist juiste verhoudingen; dat is de betekenis van rechtvaardigheid. Op hun beste en hoogste momenten weten mensen instinctief dat de bedoeling van het leven is juiste verhoudingen tot stand te brengen. Maar hoe doe je dat als er geen gerechtigheid is?
Sommige mensen worden sterk aangevuurd en gemotiveerd door onrechtvaardigheid. Anderen lijden lange tijd onder onrechtvaardigheid voordat ze tot actie overgaan. Maar iedereen verlangt in de kern van zijn wezen naar gerechtigheid. Ik kan me niet voorstellen dat er iemand is die onrechtvaardigheid als zodanig de moeite waard vindt. Wie weet kunnen ze het een tijd lang tolereren, of het zelf veroorzaken door hun egoïstische optreden, maar niemand zal het naar voren brengen als de beste manier om met elkaar om te gaan. Zo dom zullen ze niet zijn; niemand zou ze immers geloven. Rechtvaardigheid wordt, net als liefde, gezien als een uitdrukking van de aard van ons goddelijke wezen. En het is ondeelbaar. Er is maar één rechtvaardigheid, één liefde, één vrijheid en dat is waar mensen naar verlangen. Ze verlangen naar gerechtigheid, ook al veroorzaken ze het tegenovergestelde. Vaak verlangen mensen naar dat waar ze zelf het minst blijk van kunnen geven. Maar juist daarom verlangen ze ernaar. Ze verlangen naar dat waarvan ze weten dat het in hun gedrag, hun aard, slecht tot uitdrukking komt. Het is de grondslag van schuldgevoel. Het kan ook de basis vormen voor een grootse revolutionaire inspanning. (Benjamin Creme, De mensheid ontwaakt)

Hij [Maitreya] zal laten zien dat de mensen in wezen één zijn, ongeacht kleur of gezindte, dat de overvloed van de Aarde toebehoort aan een ieder en dat het samendelen van die overvloed de sleutel is tot de toekomst van de mens. Alleen samendelen, en de rechtvaardigheid die dat zal brengen, biedt hoop aan de mens. Alleen rechtvaardigheid, gesmeed uit samendelen, zal een einde maken aan de gesel van oorlog en terreur. Alleen samendelen en rechtvaardigheid kunnen mensen leiden naar die Broederschap, die hun ware erfgoed is. Wanneer mensen dit beseffen, zullen ze de uitdaging aangaan en de vele problemen die ons nu vrees aanjagen, één voor één aanpakken.
Maitreya’s Licht zal de mensen ondersteunen en helpen het evenwicht te bewaren in hun verlangen naar de veranderingen die moeten plaatsvinden, en, in de juiste volgorde, zal de wereld weer nieuw gemaakt worden. (Benjamin Creme’s Meester, uit ‘Transformatie’)

God kan onder vele namen gekend worden: Ik noem Hem Liefde; Ik noem Hem ook Rechtvaardigheid. Liefde en Rechtvaardigheid vormen samen het fundament van ons leven. Vind Mij en ken je Broeder van Oudsher. Luister naar Mijn Boodschap, Mijn vrienden, en samen zullen wij in vreugde deze wereld transformeren. (Maitreya, uit Boodschap nr.38)

De volgende voorbestemde stap voor de mensheid is het scheppen van juiste menselijke verhoudingen. Dat betekent: laten zien dat we in staat zijn om in vrede te leven. Als we niet in vrede kunnen leven, kúnnen we helemaal niet leven omdat een grootschalige oorlog nu al het leven zou vernietigen. Dus is de eerste stap naar juiste menselijke verhoudingen het scheppen van de voorwaarden voor vrede. Maitreya zegt dat dit eenvoudig is omdat er slechts één weg is die vrede kan voortbrengen: dat is het scheppen van rechtvaardigheid in de wereld. Zonder rechtvaardigheid zal er nooit vrede zijn en zonder vrede geen wereld. Hoe krijgen we dan rechtvaardigheid? Door de bestaansmiddelen samen te delen. Er zijn meer dan genoeg bestaansmiddelen voor alle mensen in de wereld. Wanneer wij samendelen, zegt Maitreya, zetten we de eerste stap naar onze goddelijkheid. Samendelen, zegt Hij, is goddelijk, vrijheid is goddelijk, rechtvaardigheid is goddelijk. Het zijn alle goddelijke aspecten. “Om zijn goddelijkheid te openbaren moet de mens deze drie omarmen.” [Boodschap nr. 81] (Benjamin Creme, De Grote Aantocht)

Maitreya zal niemand dwingen om samen te delen, maar Hij zal spreken over de noodzaak van samendelen als de enige wijze om tot een rationeel economisch stelsel te komen dat rechtvaardigheid zal scheppen. Het is de onrechtvaardigheid van het huidige stelsel waardoor het op de knieën wordt gedwongen. Het loopt ten einde omdat het tijdperk dat het tot bestaan bracht, is afgelopen. Het is een vervallen, corrupte, gekristalliseerde vorm die voor slechts weinigen gunstig is en velen grote schade berokkent. Natuurlijk berokkent het systeem ook schade aan de weinigen die het goed schijnt te doen. Het vergiftigt, verdeelt en bedreigt de wereld en dus moet het weg. (Benjamin Creme, Maitreya’s Missie, dl. III)

Allen die de hoop delen dat de mensheid in vrede zal samenleven, werken voor Mij. Vrede, Samendelen en Rechtvaardigheid staan centraal in Mijn Lering. Waar ook het Licht van deze Waarheden schijnt, daarheen richt Ik Mijn blik, en door het kanaal van dat Licht zend Ik Mijn Liefde. Aldus werk Ik. Aldus verander Ik, door jullie, de wereld. (Maitreya, uit Boodschap nr. 92)

Alleen rechtvaardigheid zal de vrede brengen waarnaar de mensen verlangen, en alleen wanneer er rechtvaardigheid heerst, zal oorlog een vervagende herinnering worden. In bijna alle landen is Maitreya te vinden, waar Hij een netwerk van helpers op elk gebied bijeen brengt. Zo rijgt Hij de weefsels van het nieuwe aaneen. Deze gekozen werkers kennen hun taak goed. Zij zullen spoedig verschijnen en het nieuwe denken in de wereld brengen, en laten zien hoe noodzakelijk het is om rechtvaardigheid tot het eerste doel voor de mens te maken. Zij zullen laten zien dat alleen dát de gesel van oorlog, de plaag van terreur voor altijd tot een einde zal brengen; dat alleen een verstandige reorganisatie van onze economische structuren rechtvaardigheid mogelijk zal maken en de mensheid op basis van vertrouwen tot elkaar zal brengen. Zo zal het zijn, en zo zullen de wijsheid en de leringen van Maitreya het denken van mensen binnendringen en beïnvloeden. (Benjamin Creme’s Meester, uit ‘Een tijd zonder weerga’)

Jullie, Mijn vrienden, zijn geenszins verschillend van God. Breng die goddelijkheid tot openbaring en word de goden die jullie zijn. Waar zijn dan de hinderpalen? Die zijn gemaakt door de mens, Mijn vrienden: de loochening van de Wet, de scheiding tussen mens en mens, tussen kind en liefhebbend kind. Wanneer de mens dit inziet, zal de wereld herademen en opnieuw gaan stralen. Stel je daarom tot taak de Wet van Samendelen, van Rechtvaardigheid en Waarheid te onderrichten. Help de mensen te beseffen dat zonder Rechtvaardigheid en geopenbaarde Liefde al het andere als niets is. De mensheid staat op de drempel van de ontdekking van deze Waarheid. Mijn Aanwezigheid in jullie midden waarborgt dat dit zo is.
Help mij bij Mijn taak, Mijn broeders en zusters, en vertel allen die je kent, dat niets in ons leven van meer belang is dan de noodzaak van Rechtvaardigheid. Alleen het ontbreken hiervan scheidt mens van mens en bedreigt de mensheid zelf. Weet dit, Mijn vrienden en broeders, en weet dat het Licht zal zegevieren. (Maitreya, uit Boodschap nr. 126)

Wil de mensheid vrede kennen, dan moet zij zichzelf zien als Eén. Niets minder zal haar tot die gezegende toestand brengen. Vrede zal gevestigd worden wanneer rechtvaardigheid heerst en de armen niet langer om genade smeken. Zonder rechtvaardigheid is eenheid ondenkbaar en voor altijd buiten het bereik van de mens. Laat daarom rechtvaardigheid heersen en breng eenheid en vrede aan deze gekwelde wereld. (Benjamin Creme’s Meester, uit ‘De noodzaak van eenheid’)

De mensheid is een belachelijke keuze gegeven: je kunt vrij zijn of gerechtigheid hebben. Als je in Amerika of Europa woont, kies je in het algemeen voor vrijheid. Vooral Amerikanen vinden het idee van vrijheid geweldig, maar er is weinig rechtvaardigheid in Amerika en niet veel meer in Europa. Als je in het Sovjet-blok leefde (dat niet langer bestaat als een blok, maar de mentaliteit is er nog) dan koos je voor rechtvaardigheid en had je geen vrijheid. Deze keuze is volkomen absurd. Zowel vrijheid als rechtvaardigheid is goddelijk, en goddelijkheid is ondeelbaar. Je kunt geen vrijheid hebben zonder rechtvaardigheid, of rechtvaardigheid zonder vrijheid. Je kan de mensheid niet laten kiezen en zeggen: “Als je voor mij kiest, geef ik je vrijheid; vergeet de rechtvaardigheid” of: “Als je voor ons kiest, geven we je rechtvaardigheid; vergeet de vrijheid.” Beide zijn essentieel omdat ze beide deel uitmaken van de menselijke, en dus goddelijke, aard. Zij komen van de ziel. Als de ziel zich in iemand openbaart, zal die persoon zowel vrijheid als rechtvaardigheid voor iedereen willen. Ze zijn in wezen hetzelfde. Ze kunnen niet worden gescheiden omdat de geest niet gescheiden kan worden. Goddelijkheid is één geheel en heeft de heelheid van haar uitdrukking nodig. Het gaat om eenheid en eenheid ontstaat slechts uit de samensmelting van rechtvaardigheid en vrijheid. (Benjamin Creme, De Grote Aantocht)

De eerste overweging is dat de wetten die de maatschappij reguleren rechtvaardig en op iedereen van toepassing moeten zijn. Zonder zulke fundamentele rechtvaardigheid en onpartijdigheid kan van niemand worden verwacht dat hij de wet eerbiedigt. Vaak is er tegenwoordig “één wet voor de rijken en een andere voor de armen” – een doeltreffend recept voor maatschappelijke twist. Ook is het noodzakelijk dat de wetten gekend en begrepen worden en gesteld zijn in een taal die voor iedereen begrijpelijk is. Al te vaak worden mensen gevangen gehouden en schuldig bevonden aan het schenden van wetten die allang verouderd zijn en alleen bekend aan specialisten. Het meest noodzakelijk is het dat de belangen van het individu en de samenleving steeds meer samenvallen; alleen dan kan de vrijheid van de één en de stabiliteit van de ander behouden blijven. Hoe kan dit het best worden bereikt?
De Organisatie van de Verenigde Naties heeft een reglement van mensenrechten geformuleerd die, indien toegepast, veel zouden bijdragen aan het oplossen van de bestaande maatschappelijke spanningen en het fundament zouden verschaffen voor een rechtvaardige en stabiele samenleving. Tot nu toe blijft deze Universele Verklaring van de Rechten van de Mens niet meer dan een droom voor miljoenen misdeelde en rechteloze mensen – in elk land ter wereld. Het doel moet zijn om deze fundamentele rechten met de grootst mogelijke spoed in alle landen te grondvesten. (Benjamin Creme’s Meester, uit ‘De Rechten van de mens’)

Rechtvaardigheid is goddelijk
door de Meester —, via Benjamin Creme
Rechtvaardigheid is goddelijk. Rechtvaardigheid, door miljoenen verlangd die haar geheiligd evenwicht ontberen, brengt de wereld der mensen de harmonie van God. Zoals een spiegel het beeld van de mens weerkaatst, zo weerspiegelt rechtvaardigheid de aard van het goddelijke. De mate van wetteloosheid in een periode valt af te meten aan het niveau van onrechtvaardigheid in de wereld, en momenteel achtervolgt onrechtvaardigheid de armen aan alle kanten.
Wettelijk gezien betreft rechtvaardigheid het terrein van maatschappelijke regels, van misdaad en straf, maar in diepste wezen heeft rechtvaardigheid te maken met de wetten van God, die leiden naar harmonie en juiste verhoudingen. Elke onrechtvaardigheid, hoe klein ook, verstoort de harmonie van het geheel. Momenteel heerst in elk land op zoveel gebieden onrechtvaardigheid, dat er buitengewone maatregelen vereist zijn om totale chaos te voorkomen. Onrechtvaardigheid is een ontkenning van het goddelijk potentieel van de mens; het scheidt de ene mens van de andere, en de mensheid van God. Over de hele wereld worstelen velen om zich te bevrijden van eeuwenlange onrechtvaardigheid, uitbuiting en tirannie; om eindelijk het juk af te werpen dat hun voorouders droegen. Wij, in de toeziende Hiërarchie, prijzen hun strijd, want Wij zien die als de uitdrukking van de Goddelijke Vonk in alle mensen, die smacht naar vrijheid en rechtvaardigheid. Wij reiken hun de hand, terwijl We met mededogen hun toestand gadeslaan.
Er zijn mensen die ontkennen dat iedereen evenveel recht heeft op een deel van Gods voorzienigheid. Zij die zo redeneren hebben alleen maar geluisterd naar de stem van het afgescheiden zelf en vergeten dat alles wat zij hebben en bezitten hun door God gegeven is. Wanneer de mensen gehoor geven aan de stem van God binnenin hen, dan vinden ze in samendelen en rechtvaardigheid het enige antwoord op de problemen van de mens.
Thans wordt de stem van de innerlijke God steeds meer gehoord. Overal staan woordvoerders op voor de berooiden. De roep om rechtvaardigheid neemt toe en zal spoedig aanzwellen tot een crescendo van geluid dat het appèl tot behoedzaamheid, afkomstig van vertegenwoordigers van het verleden, zal overstemmen. Hoe kunnen er twee werelden zijn, terwijl de wereld Eén is? Hoe kan er verdeeldheid zijn, terwijl de wet dezelfde is voor alle mensen? Weldra zullen de mensen begrijpen dat het leed van de velen de ziekte is van het geheel, en dat alleen rechtvaardigheid genezing brengt.
Hulp biedt slechts de helft van de oplossing, ofschoon hulp op dit moment essentieel is. Rechtvaardigheid moet tot volle bloei komen in de tuin van het menselijk hart en zo alle mensen vrij maken. Rechtvaardigheid schept de omstandigheden waarin de mens zichzelf kan kennen als God. Door liefde verbonden met zijn broeder, kan hij zijn toekomst stoutmoedig ter hand nemen en haar vormen overeenkomstig de blauwdruk van God. Velen verlangen die toekomst nu, gezegend als zij zijn met de visie van het geheel, maar alleen werk en inspanning zullen haar tot stand brengen, door de openbaring van rechtvaardigheid, liefde en vreugde.
Onthoud, terwijl je de toekomst tegemoet gaat, dat niemand deze stappen alleen zet. Als elkanders broeder moeten de mensen het pad volgen dat direct naar de Bron leidt. Uit die Bron vloeit rechtvaardigheid voort, die de mensen met elkaar verbindt in harmonie en liefde.
Handen ineen in de strijd tegen een gruwelijke misstand
interview met Anuradha Koirala door Jason Francis
In 1993 kwam een groep sociaal gemotiveerde beroepskrachten, onder wie onderwijzers, journalisten en sociaal werkers, in Nepal bijeen om het sociaal onrecht en misbruik aan te pakken waaronder de vrouwelijke bevolking van het land lijdt. Dit leidde tot de oprichting van Maiti Nepal, een non-gouvernementele organisatie in Kathmandu, die zich voornamelijk richt op het beschermen van meisjes en vrouwen die slachtoffer van vrouwenhandel en kinderprostitutie zijn geworden. De groep zet zich ook in voor de uitbanning van kinderarbeid en verschillende andere vormen van uitbuiting en marteling. Anuradha Koirala, een lerares die 20 jaar Engels heeft gegeven op prestigieuze scholen in Kathmandu, richtte in 1993 Maiti Nepal op. Vanwege haar jarenlange toewijding heeft de regering van Nepal 5 september tot Dag Tegen de Vrouwenhandel uitgeroepen. Koirala ontving in 2010 de Held van het Jaar-prijs van Cable News Network (CNN) en kreeg in 2011 de Manhe Peace-prijs van de Stichting Manhe in Zuid-Korea. Jason Francis interviewde Anuradha Koirala voor Share International.

Share International: Wat inspireerde u dit werk te beginnen om Nepalese vrouwen en kinderen te redden en te rehabiliteren die slachtoffer van vrouwenhandel zijn geworden of geleden hebben onder huiselijk geweld?
Anuradha Koirala: Als bewust burger wist ik van de vrouwenhandel voor de seksindustrie in mijn land en vond dat ik er iets aan moest doen. Ik was ook een overlever, niet van vrouwenhandel maar van huiselijk geweld. En ik was van mening dat ik ook iets voor vrouwen moest doen die onder dit soort geweld lijden.

SI: Hoe komen kinderen en vrouwen in de seksindustrie terecht?
AK: De reden is geslachtsongelijkheid. In ons land zijn vrouwen op elk gebied tweederangs burgers: onderwijs, kansen op werk, huwelijken. De regering zegt dat onderwijs gratis is, maar wij weten dat het niet zo is. Voor kinderen in dorpen die naar school gaan moet een enorm bedrag, 3,500 roepies [31 euro] per kind, betaald worden. Als het gezin vijf kinderen telt, drie jongens en twee meisjes, laten de ouders liever de jongens leren omdat de jongens de nalatenschap van het gezin in stand zullen houden en de meisjes zullen trouwen en bij iemand anders in huis komen. Dus laten ze de meisjes niet leren. Dit is geslachtsongelijkheid in het onderwijs.
Wat betreft de seksindustrie, een handelaar zegt nooit tegen een ouder: “Ik neem je dochter mee en maak een prostituée van haar.” Hij zegt: “O, ze wordt groot, ze heeft geld nodig om te trouwen en er is een goede baan in de stad.” De ouders zien een baan in de stad als gunstig voor het huwelijk van het meisje. Een meisje heeft natuurlijk geld nodig om te kunnen trouwen. Mannen hebben ook geld nodig om te kunnen trouwen en moeten daarom werken. Hier is ook geslachtsongelijkheid. Er is geen werkgelegenheid in de dorpen en dus gaan jongemannen naar de stad op zoek naar werk. Zo lopen ze in de val. Armoede is natuurlijk een andere reden voor vrouwenhandel.

SI: Op welke manieren worden vrouwen seksueel uitgebuit?
AK: In de eerste plaats worden meisjes meegenomen voor seksslavernij. Er zijn gevallen waar ze worden gemarteld met elektriciteit, geslagen worden en geen eten krijgen. Ze krijgen ook verschillende ziektes. Als ze zwanger worden, moeten ze een abortus ondergaan en een uur na de abortus moeten ze al weer een klant bedienen.

SI: Worden jongens ook verhandeld net als meisjes?
AK: Ja, kleine jongens worden ook meegenomen, maar de vorm van uitbuiting is voor hen anders. Zij worden naar de steden van India gebracht om kleding te borduren omdat hun handen klein zijn. De kleding wordt in de grote steden aan rijke mensen verkocht. Jongens worden ook meegenomen en tot bedelaar gemaakt. Ze worden gruwelijk verminkt en misvormd en gedwongen op straat te zitten bedelen. De handelaar zamelt het geld in. De jongens worden ook meegenomen voor hun nieren.

SI: Om hoeveel Nepalese kinderen en volwassenen gaat het hier?

AK: Momenteel worden er volgens de cijfers 12.000 tot 15.000 mensen per jaar verhandeld. In India worden 250.000 tot 350.000 vrouwen en kinderen verhandeld…

Preventie- en doorgangshuizen
SI: Wat is de functie van de preventiehuizen van Maiti Nepal?
AK: We hebben preventiehuizen opgezet omdat we het verhandelen in de dorpen wilden voorkomen en meisjes van werkvaardigheden wilden voorzien. De meisjes verblijven voor een opleiding van zes maanden in het preventiehuis – 30 per keer. De leiding van het huis is altijd in handen van een vrouw die zelf verhandeld werd, en zij vertelt de meisjes alles over de handel. Adviseurs en leraren leren de meisjes een beroep. We vinden dat meisjes nadat we ze een training hebben gegeven, iets in het dorp moeten doen.
Naast de preventiehuizen doen we veel voorlichtingswerk in de dorpen. We pleiten voor verandering in verschillende sectoren, zoals politie, advocaten en de burgermaatschappij. Zo voorkomen we dat meisjes worden meegenomen, maar gedragsverandering neemt veel tijd. We hebben veel gedrag veranderd, vooral bij de politie. Maar de volksvertegenwoordigers moeten hun houding ten opzichte van deze kwestie veranderen, omdat ze alleen aan politieke kwesties denken en niet aan sociale. Als politici de wetten veranderden, zou vrouwenhandel beslist makkelijker te voorkomen zijn.

SI: Kunt u iets vertellen over Sonja Balbalika Griha, het centrum voor kinderbescherming in Kathmandu?
AK: Sonja is de naam van de dochter van onze subsidiegever – een Duits meisje dat bij een fietsongeluk is omgekomen. Ieder tehuis hier in Kathmandu is naar haar vernoemd. De naam betekent Sonja’s Kinderhuis. Er zijn 315 kinderen in het tehuis en ze gaan allemaal naar school. Dit valt onder het preventieve deel van ons werk omdat, als deze meisjes door Maiti Nepal niet van de straat worden gehaald, ze zouden worden meegenomen naar India en gedwongen worden in de prostitutie te werken. Nu krijgen ze onderwijs en velen gaan naar de universiteit.

SI: En wat is de taak van de negen doorgangshuizen van Maiti Nepal?
AK: De doorgangshuizen staan op de grens tussen India en Nepal. Er zijn 26 grensovergangen tussen de twee landen. We zouden graag op alle 26 grensovergangen aanwezig willen zijn, maar we hebben slechts geld voor negen. Op de overgangen houden meisjes die zelf verhandeld geweest zijn, de grens in de gaten. Er was voorheen alleen politie, immigratie en douane, maar nu zijn wij er ook. Omdat de meisjes op de grens slachtoffer van de handel zijn geweest en daarvan gered, is hun blik scherper dan de uwe of de mijne. Ze kunnen herkennen welk meisje verhandeld wordt. We hebben vijf meisjes op de grenspunten en ze beginnen hun dienst om zes uur in de ochtend en gaan door tot zes uur ’s avonds. Ze houden ieder jong meisje of tienermeisje aan en praten met ze. Zo onderscheppen ze vier tot vijf meisjes per dag.
De preventiehuizen voorkómen vrouwenhandel en bieden meisjes vaardigheden, zodat ze in hun dorp kunnen blijven. De doorgangshuizen onderscheppen meisjes die verhandeld worden en brengen ze terug naar hun dorp. Als ze naar een preventiehuis willen en een opleiding willen volgen, helpen we ze daarbij.

SI: Hoeveel kinderen en vrouwen heeft Maiti Nepal door de jaren heen geholpen? En hoeveel mensen heeft uw organisatie tegelijk onder haar hoede?
AK: Tot dusver hebben we meer dan 12.000 meisjes onderschept. Het aantal dat we gered hebben en dat in onze huizen verbleven heeft, is meer dan 7000. Op dit moment verblijven er meer dan 500 kinderen en vrouwen in onze opvanghuizen.

SI: U sprak eerder over seksueel overdraagbare aandoeningen. Hoe vaak komen geslachtsziektes voor bij slachtoffers van vrouwenhandel voor de seksindustrie?
AK: Bij 70 procent.

SI: Maiti Nepal heeft ook verpleeghuizen. Welke behandelingen worden daar gegeven?
AK: We hebben twee verpleeghuizen. Een in het oostelijk deel van Nepal en de ander in Kathmandu. Deze verpleeghuizen nemen kinderen en vrouwen op die lijden aan HIV/AIDS en ze krijgen allemaal antiretrovirale behandeling. Sommigen hebben andere ziektes als meervoudig-geneesmiddelen-resistente hepatitis. We hebben doktoren en verpleegkundigen, en een volledige medische uitrusting. Als kinderen en vrouwen ernstig ziek worden en we het niet aankunnen, zijn er twee nabijgelegen ziekenhuizen die ons helpen: Nepal Medical College en Kathmandu Medical College…

SI: Wat is het percentage mensen dat u helpt en die later met hun gezin herenigd worden?
AK: Meer dan 80 procent van de meisjes konden naar hun gezinnen terugkeren – niet alleen naar hun gezin, maar naar de gemeenschap om op een waardige manier te leven. De overige 20 procent leeft in verschillende huizen, maar ze werken ook en overleven goed in de maatschappij.

SI: U sprak eerder over het gedrag van mensen. Hoe moet het gedrag veranderen om de vrouwenhandel voor eens en altijd uit te bannen?
AK: Ieders gedrag rond dit onderwerp moet veranderen. Als een kind verhandeld wordt, moet ieder denken, dat is mijn dochter die verhandeld wordt. Totdat iedereen ieder kind als zijn eigen kind ziet, verandert er niets.
Informatie: www.maitinepal.org

Kinderen, beroofd van hun kindertijd
interview met Sahar Badoun door Felicity Eliot

Palestijnse kinderen in de leeftijd van vijf tot zeventien jaar zijn het doelwit van Israëlische politie en militairen. “Doelwit” betekent op zo’n manier gearresteerd, behandeld en mishandeld worden dat het diepe trauma’s tot gevolg heeft – vandaar de behoefte aan gemeenschapscentra om de kinderen te rehabiliteren. Sahar Baidoun werkt in het vormingscentrum Mada in Silwan – een wijk in Jeruzalem waar veel slachtoffers gemaakt worden. Felicity Eliot ontmoette haar tijdens een conferentie in Amsterdam en interviewde haar later voor Share International.

De conferentie ‘In hechtenis, geblinddoekt en veroordeeld’ werd in mei 2012 in Amsterdam gehouden en georganiseerd door verschillende vredesgroeperingen. De bijeenkomst richtte zich vooral op de toestand van de Palestijnen, in het bijzonder de kinderen. De aanwezigen hoorden Sahar Baidoun spreken over de wreedheden en het aanhoudend treiteren en mishandelen van Palestijnen. Mensenrechtenadvocaat Gerard Horton die in Palestina werkt voor Defence for Children International (een internationale organisatie voor de verdediging van de rechten van kinderen) nam via Skype aan de conferentie deel vanuit Jeruzalem en ging dieper in op het illegale en in feite straffeloze handelen van soldaten dat door de Israëlische autoriteiten kennelijk door de vingers wordt gezien of regelrecht ontkend.
De conferentie begon met de vertoning van de indrukwekkende en schokkende documentaire Stolen Children, Stolen Lives (“Gestolen Kinderen, Gestolen Levens”) over dertien- en veertienjarigen die bang zijn om hun huis uit te gaan – ze gaan niet meer naar school; vijftienjarige jongens die bedplassen en nauwelijks praten; kinderen die elke nacht nachtmerries hebben; twaalfjarige jongens die ’s nachts van hun bed gelicht worden; negenjarige jongens die geblinddoekt en opzettelijk bang gemaakt worden door een politiehond vlakbij hen te zetten; jonge jongens die erover praten hun leven te beëindigen; kinderen die fysiek mishandeld zijn, bedreigd met martelen, eenzame opsluiting ervaren hebben. Een moeder die toegeeft dat ze tegen jonge meisjes en jonge vrouwen zegt nooit kinderen te krijgen – wat is dit voor wereld waar geen hoop en geen rechtvaardigheid is? Waarom? Omdat we Palestijnen zijn, zegt ze, terwijl ze recht in de camera kijkt, in deze korte documentaire van Gerry O’Sullivan, gemaakt in 2010.
Een voormalig soldaat uit het Israëlische leger (hij is nu lid van Vechters voor Vrede, een Israëlisch-Palestijnse ngo) vertelt dat gevangen Palestijnse kinderen als “trofee” werden gezien. “Persoonlijk kan ik me niet echt herinneren dat ik ze als kind of als persoon zag…” Hij herinnerde zich hoe de ribben van de kinderen braken wanneer soldaten de jongens trapten. Verderop in de documentaire bekent hij dat hij het gevoel had te moeten huilen, maar hij wist dat als hij daar eenmaal mee begon niet meer zou ophouden, omdat dit de dagelijkse situatie was waarin hij verkeerde. Om te overleven verdoofde hij zichzelf door hasj te roken, wat veel van zijn medesoldaten ook deden.
De film geeft de ontvoerde kinderen de kans hun eigen verhaal te vertellen en maakt het tot een meeslepend maar ook verschrikkelijke kijkervaring… Wanneer Palestijnse kinderen gearresteerd worden, hoofdzakelijk omdat ze stenen naar Israëlische soldaten gegooid zouden hebben, worden hun handen in 100 procent van de gevallen met plastic strips strak achter hun rug gebonden; in 90 procent van de gevallen zijn ze geblinddoekt; 70 procent wordt bij hun arrestatie of tijdens hun ondervraging geslagen of getrapt en op zijn minst 17 procent krijgt eenzame opsluiting; 45 procent van de jongens wordt tussen 12 en 4 uur ’s nachts van hun bed gelicht; 7,5 procent wordt met seksueel geweld bedreigd en in 4,5 procent van de gevallen gebeurt dat ook echt (cijfers uit 2010). In 2010 werd 7,5 procent van de jongens gemarteld door middel van elektrische schokken —geen wonder dat 81 procent van de kinderen instort en ‘bekent’ dat ze stenen hebben gegooid. In veel gevallen worden de jongens voor slechts 24 tot 48 uur gevangen gezet, maar in sommige gevallen duurt hun hechtenis verscheidene maanden. De kinderen krijgen in Hebreeuws opgestelde documenten voorgelegd die ze onder dwang of uit zichzelf ondertekenen om vrijgelaten te worden.
Alsof dit onrecht en lijden nog niet genoeg zijn, wordt de ouders van de kinderen niet verteld waar ze zijn; ook wordt het ouders pas toegestaan hun kinderen te zien (zo nu en dan worden ook meisjes gearresteerd) op de dag waarop ze zogenaamd ‘voorkomen’ – en dan nog alleen uit de verte. De kinderen worden naar de rechtbank gebracht met hun enkels aan elkaar gebonden en hun polsen in de boeien.
Rehabilitatiecentra zeggen dat veel kinderen aan een vorm van post-traumatische stressstoornis lijden; sommigen hebben gelukkig alle herinnering aan hun arrestatie, ondervraging en mishandeling gewist, maar anderen met minder geluk blijven met psychologische littekens zitten.
Defence for Children International publiceerde in april 2012 een rapport dat gebaseerd is op onderzoek en verklaringen van getuige-deskundigen en dat de beweringen van de kinderen toetste en bevestigde. Gerard Horton van de Palestijnse afdeling van Defence for Children International roept op om enkele basismensenrechten in acht te nemen: de Palestijnse jongere moet door één of beide ouders begeleid worden; het moet advocaten toegestaan worden de kinderen vóór hun ondervraging te bezoeken en de ondervraging moet audio-visueel vastgelegd worden. (Bron: Stolen Children, Stolen Lives, Defence for Children International; Breaking the Silence; Gate48)

Share International: Kunt u een beeld schetsen van Silwan en de omstandigheden waaronder mensen leven?
Sahar Baidoun: Silwan is een van de grootste dorpen van Jeruzalem, dicht bij de zuidelijke poort van de oude stad, de Dung-poort, en het dichtst bij de al-Aqsa moskee en de Klaagmuur. Het heeft 55.000 inwoners van wie 50 procent minderjarig is en 75 procent onder de armoedegrens leeft; 460 huizen worden met sloop bedreigd, 40 huizen zijn al door de kolonisten ingenomen.

SI: Hoe lang wonen de Israëlische kolonisten al in Silwan? Hoe heeft dit Silwan veranderd?
SB: Silwan was een rustig, vredig en welvarend dorp, maar dat is nu allemaal verleden tijd. Silwan is nu het tegenovergestelde van rustig sinds in 1992 ongeveer 380 Israëlische kolonisten illegaal het gebied begonnen in te trekken. Sindsdien ondervinden de inwoners van Silwan grote problemen. Ten eerste is EIAD, een particuliere Israëlische organisatie en de grootste vereniging van kolonisten, door de Israëlische regering gevraagd om de leiding te nemen bij archeologische opgravingen die al plaatsvonden, met de bedoeling de Arabische geschiedenis in de Silwanese buurten weg te vagen en de Arabische gebieden in Silwan te verjoodsen. De aanwezigheid van de kolonisten onder de Palestijnen in Silwan was natuurlijk onaanvaardbaar en provocerend, en dit veroorzaakte bijna dagelijks botsingen en confrontaties. Dit heeft een directe uitwerking op de kinderen gehad, wat af te lezen is aan het aantal opsluitingen en arrestaties.

SI: Hoe lang werkt u al op het vormingscentrum Mada en wat is uw achtergrond?
SB: Ik werk als coördinator voor de vrouwen en kinderen in de eerstelijns hulpdiensten van het Mada Creative Centre (MCC) in Silwan. Het is een lokaal gemeenschapscentrum dat in 2007 door een groep activisten in Silwan is opgezet. MCC werd voor een speciaal doel opgericht: om de kinderen, de vrouwen en de jeugd een veilige plek te geven om elkaar te ontmoeten, creatief te zijn en plezier te hebben. Ik werk er nu bijna twee jaar; hiervoor heb ik een managementopleiding gedaan en ik heb veel ervaring met vrijwilligerswerk met kinderen. Ik heb veel cursussen advocatuur gevolgd, microprojecten voor vrouwen geleid, en ben getraind door een deskundige in psychosociaal werk…

SI: De documentaire “Gestolen kinderen, gestolen levens” laat zien dat kinderen van vijf jaar trauma’s ervaren.
SB: Trauma’s worden meestal veroorzaakt door de arrestaties, maar de impact is voor iedereen verschillend. De ergste trauma’s ontstaan door de ingrijpende middernachtelijke arrestaties die een kind onderwerpen aan arrestatie en ondervraging zonder de aanwezigheid van de ouders; waarbij het blootgesteld wordt aan een hoog niveau van fysiek en verbaal geweld. De tweede zeer beangstigende aanval op het kind is de ontvoering op straat van jongeren onder de 10 jaar. Meestal is het hun eerste ervaring met deze plotselinge arrestaties.

SI: Is er geen rechtsbescherming?
SB: De Israëlische wet voorziet in bescherming van de rechten van kinderen, maar de Israëlische bezetting behandelt deze gebeurtenissen als een uitzondering op de wet; die alledaagse ‘wet’ heeft de plaats van de echte wet ingenomen, bijvoorbeeld zoals de kinderen gevangen genomen worden en hoe ze gearresteerd worden, met handboeien, geblinddoekt en urenlang gevangen gezet, en de nachtelijke arrestaties. De Israëlische wet staat zulke praktijken niet toe behalve onder bijzondere omstandigheden. Maar de Israëlische bezetting maakt misbruik van deze uitzonderingen om haar gewelddadige gedragingen te rechtvaardigen…

SI: Wat gebeurt er op het Centrum wanneer een kind gearresteerd is?
SB: Ik zal me beperken tot de situaties van in hechtenis nemen en arrestaties. Gewoonlijk lichten ouders onze juridische afdeling in over de arrestatie. Wij roepen dan de hulp van advocaten in en voorzien het gezin van het noodzakelijke juridisch advies. De contactgegevens van kind en gezin worden aan de psychosociale afdeling doorgegeven en we brengen huisbezoeken om informatie in te zamelen, teneinde een beslissing te nemen over waar specifiek behoefte aan is (psychosociaal, medisch, juridisch); we gaan met de ouders in overleg en besluiten op basis daarvan tot een passende behandeling.

SI: Heeft u de plaatselijke autoriteiten eisen voorgelegd? Wat moet er in uw ogen gebeuren?
SB: Alle eisen aan de plaatselijke autoriteiten lopen via de juridische afdeling via de rechtbank en houden verband met de schendingen van de kinderrechten, de sloop van huizen, uitzettingen en vernieling van de omgeving.
Ik vind dat Israël moet stoppen met manipuleren en de internationale conventies inzake deze onderwerpen na moet komen. De Israëli’s zeggen dat de kinderen de wet schenden en het leven van Israëli’s in gevaar brengen, terwijl degenen die de stenen gooien en deelnemen aan de schermutselingen dat doen vanwege de buitengewone druk en provocatie van enerzijds de kolonisten en hun veiligheidsagenten, en anderzijds de praktijken van het Israëlische leger. Het Israëlische leger past collectieve bestraffing toe – op alle Palestijnse kinderen, of ze nu schuldig zijn aan het gooien van stenen of niet. Het is dus een georganiseerd beleid om de kinderen kapot te maken, ze uit te schakelen in hun strijd tegen de Israëlische bezetting. En door hun gedrag en acties richt het Israëlische leger zich natuurlijk op de toekomst van deze kinderen en schept zo een doodsbange en onwetende generatie.
We zijn van mening dat de internationale gemeenschap meer druk moet uitoefenen op Israël en de Israëlische bezetting verplichten zich aan de internationale conventies te houden die al door haar ondertekend zijn, en te stoppen met de schending ervan. We zien ook uit naar meer ondersteuning van de kant van de internationale gemeenschap voor het Palestijnse volk in het algemeen en voor de mensen in Jeruzalem in het bijzonder, om hun strijd voor hun rechtvaardige zaak kracht bij te zetten.

Het is vermeldenswaard dat Israël in 1991 het VN Verdrag inzake de rechten van het kind ondertekende; Israël ondertekende in 1991 de Vierde Geneefse Conventie (1949); in 1992 het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (1966); in 1991 het VN Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of straf (1984). Gemiddeld zitten er elke maand 324 Palestijnse kinderen in de gevangenis. (Bron: Palestijnse afdeling van Defence For Children International)

Samendelen en rechtvaardigheid
boekbespreking door Julian Creme
Share International
zegt het al 30 jaar – nu is het officieel: samendelen is echt goed voor je. Ook als je rijk bent. En zelfs als je superrijk bent en tot “de 1%” behoort. Er is een snel groeiende hoeveelheid statistisch bewijs dat een sterke correlatie toont tussen de ongelijkheid van inkomens binnen een samenleving en het voorkomen van een scala aan sociale problemen waar die samenleving vatbaar voor is. Depressie en drugsgebruik, overgewicht, tienerzwangerschappen en geweld komen bijvoorbeeld allemaal vaker voor in samenlevingen met een grotere inkomensongelijkheid dan in evenwichtiger samenlevingen, terwijl de gezondheid en levensverwachting, leerprestaties en sociale mobiliteit alle verbeteren met een gelijkere inkomensverdeling. En de sociale problemen in ongelijke samenlevingen treffen bovendien niet alleen degenen aan de onderkant van het economische spectrum, maar alle sociale lagen.
Dit is geen nieuwe informatie – de ondermijnende werking van ongelijkheid op de samenleving is al lange tijd bekend. In de afgelopen jaren heeft een groeiende groep onderzoekers echter op diverse gebieden overtuigend bewijs gevonden van de relatie tussen ongelijkheid en maatschappelijke disfunctie. Een gestage stroom boeken getuigt van een groeiend bewustzijn van de oorzaken van de problemen en de middelen tot hun oplossing.
Een van de belangrijkste hiervan is The Spirit Level – Why Equality is Better for Everyone (“Waarom gelijkheid beter is voor iedereen”), van Richard Wilkinson en Kate Pickett. Dit boek is indrukwekkend vanwege de rationaliteit van de argumenten en de eenvoud van zijn conclusies, om de volledigheid van de beschikbare bronnen en de wetenschappelijke deugdelijkheid van de methoden, om de rijkdom van het bewijs dat het bijeenbrengt en om de leesbaarheid. De auteurs namen onderzoeksgegevens over een scala van sociale problemen in een aantal ontwikkelde landen en zetten deze gegevens af tegen de mate van inkomensongelijkheid in elk land. Om de resultaten te testen voerden ze soortgelijke vergelijkingen uit voor de 50 staten van de VS. De conclusies zijn onontkoombaar: gelijkere samenlevingen doen het consequent beter op een breed scala van onderwerpen.
In het eerste deel van het boek (‘Materieel succes, sociale mislukking’) zien de auteurs dat “niet alleen gevoelens van welzijn en geluk niet langer meestijgen met de economische groei, maar, als welvarende samenlevingen rijker zijn geworden, er op lange termijn een toename is van angst, depressie en tal van andere sociale problemen.” Ze tonen aan dat de groei van het gemiddelde inkomen of de levensstandaard boven een bepaald niveau van economische ontwikkeling weinig of geen effect heeft op het sociaal welbevinden, terwijl de verschillen in inkomen binnen een bevolking wel een diepgaand effect hebben. In ontwikkelde landen hangt de sociale gezondheid nauwelijks af van het gemiddelde inkomen van burgers, maar heel veel van de inkomensverschillen onder de bevolking. Zo is de levensverwachting in Spanje en Noorwegen ongeveer hetzelfde, terwijl het gemiddelde inkomen in het laatstgenoemde land het dubbele benadert van dat in het eerste land. Aan de andere kant hebben Ierland en Japan zeer vergelijkbare gemiddelde inkomens, maar hebben Japanners gemiddeld een vijf jaar langere levensverwachting dan de Ieren. De sociale gezondheid in ontwikkelde landen is niet langer gerelateerd aan het gemiddelde nationale inkomen…
Deel Twee (‘De kosten van ongelijkheid’) bevat een grondige bespreking van de gegevens met betrekking tot elk van de volgende thema’s: gemeenschapsleven en sociale relaties, geestelijke gezondheid en medicijngebruik, lichamelijke gezondheid en levensverwachting, zwaarlijvigheid, onderwijsprestaties, tienergeboorten, geweld, opsluiting en sociale mobiliteit. Terwijl in een ontwikkelde samenleving degenen die zich aan de onderkant van de inkomensschaal bevinden het waarschijnlijk op veel van deze gebieden het slechtst doen, tonen Wilkinson en Pickett steeds weer aan dat gelijkere samenlevingen beter scoren. Niet alleen dat, maar iedereen profiteert van meer gelijkheid, onder wie de beter gesitueerden. Volgens de auteurs zijn de relaties tussen de mate van gelijkheid en de scores op elk van de indicatoren van sociaal welzijn “te sterk om te worden afgedaan als toevalsbevindingen.” Inderdaad, wanneer een samenleving slecht scoort op een van de probleemgebieden, kan men met vertrouwen voorspellen dat het slecht zal scoren op andere.
Deel Drie (‘Een betere samenleving’) stelt manieren voor om een eerlijker en daarmee gezondere samenleving op te bouwen. Er is voldoende bewijs dat de besproken sociale problemen iedereen aangaan, en niet alleen de armere leden van de samenleving. Bijvoorbeeld, “over hele bevolkingsgroepen [cursief van de auteurs] zijn de aantallen psychische aandoeningen in de meest ongelijke samenlevingen, in vergelijking met de minst ongelijke, vijf keer zo hoog.” In ongelijkere samenlevingen “lopen mensen een vijf keer zo grote kans in de gevangenis te komen, is het zes keer zo waarschijnlijk dat ze ernstig overgewicht hebben, en kunnen de moordcijfers vele malen hoger zijn.” En de effecten van ongelijkheid “beperken zich niet tot alleen de minst bedeelden, nee, ze zijn van invloed op de overgrote meerderheid van de bevolking.”… Het laatste hoofdstuk in Deel Drie (‘Bouwen aan de toekomst’) is in veel opzichten het interessantst. Het is een ingrijpende en diepgaande discussie over wat er moet gebeuren om onze samenlevingen meer gelijk te maken. De auteurs beginnen met erop te wijzen dat het toespitsen van de aandacht op de ongelijkheden binnen een samenleving niet betekent dat de internationale ongelijkheid tussen rijke en arme landen kan worden genegeerd. Sterker nog, de bevindingen “doen sterk vermoeden dat verkleining van de inkomensverschillen binnen de rijke landen die er meer toe zal brengen in te spelen op de behoeften van de armere landen.” In antwoord op de vraag “Hoe kunnen we onze samenleving gelijker maken?” suggereren Wilkinson en Pickett dat “wat nodig is neerkomt op een transformatie [cursief van auteurs] van onze samenleving, een transformatie die niet zal worden bevorderd door het afwijken van vreedzame methoden, en één die waarschijnlijk ook niet zal worden bereikt door het sleutelen aan kleine beleidskeuzes.”…
The Spirit Level is een stimulerend boek. Iedereen die betrokken is bij het onder de aandacht brengen van de noodzaak tot samendelen en rechtvaardigheid, zal er een schat aan informatie in vinden om zich voor de taak toe te rusten. Het toont aan dat wat we intuïtief wisten, wordt bevestigd door het bewijs – dat ongelijkheid leidt tot sociale onrechtvaardigheid en onrecht maatschappelijke disfunctie veroorzaakt die ons allemaal treft. Met inzicht, rationele argumenten en menselijkheid worden de problemen geanalyseerd waarmee onze maatschappij te kampen heeft en toont het de weg naar een betere en rechtvaardiger toekomst voor iedereen. Het is verplichte kost voor iedereen die wenst deel te nemen aan dat project.
Richard Wilkinson en Kate Pickett, The Spirit Level  – Why Equality is Better for Everyone (uitg. Allen Lane, 2009). Tweede, herziene druk, Penguin Books, 2010.
Zie ook: www.equalitytrust.org.uk

You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.