Brieven

Bijzondere gast
Op 31 oktober 2010 schonk ik ’s avonds thee na de avondlezing bij de Theosofische Vereniging als vrijwilligerswerk dat ik al vele jaren doe, toen een man van Indiase afkomst een gesprek met me begon. We praatten over de betekenis van de Indiase begroeting “namaste” en hij wees erop dat deze ons hogere zelf aanspreekt. Ik vertelde hem dat ik jaren geleden wat Sanskriet gestudeerd had en dat ik de oude Indiase cultuur heel erg bewonderde. Hij nam een kopje thee en liep door omdat er nog veel anderen waren die op thee stonden te wachten.

Na een poosje, toen de meeste bezoekers van thee voorzien waren, kwam hij terug en zei: “Je hebt een mooie energie – mag ik je omhelzen voor ik wegga?” Ik zei “Ja”, omdat hij een heel vriendelijke en welwillende aura om zich heen had. Hij kwam de keuken in waar ik stond, omarmde me en ging toen weg. Ik voelde me vervuld van energie en kon die nacht nauwelijks slapen; ik voel me zelfs nu nog bijzonder gestimuleerd. Er hing een bijzondere energie in die ruimte en veel mensen merkten dat.

Was die man Maitreya?

C.S., Londen (VK).

Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat de man inderdaad Maitreya was.

Bevestiging
Net toen ik bezig was de tweede vraag in Share International van december 2010 in het Duits te vertalen (“Zijn [Maitreya’s] interviews en de reacties erop allemaal volgens plan?”), die met “Ja” beantwoord werd, voelde ik de drang om te stoppen en naar de kaart van Maitreya’s ‘hand’ te kijken die op mijn computer staat. Met mijn handen op het toetsenbord kon ik me niet bewegen en werd naar een enorme ruimte en diepte getrokken die van de ‘hand’ van Maitreya uitging, en voelde me daardoor kalm en vredig, evenals de vreugde die het antwoord “Ja” opwekte. Het was als een geschenk.

Was dit wellicht een zegening van Maitreya?

U.R., München (Duitsland).

Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat het een zegening van Maitreya was.

Hulp
Op 10 november 2010 gaf Michiko Ishikawa een lezing over “De verschijning van de Wereldleraar en de rol van de UFO’s” in Osaka (Japan). Het was een mooie lezing en de toehoorders waren heel aandachtig en reageerden vanuit het hart. De zaal was helemaal vol (350 mensen), ondanks dat het een doordeweekse avond was.

Onze groep had besloten de lezing hoofdzakelijk via advertenties in kranten bekend te maken en we hadden wat ongewone ervaringen met de paginagrote advertenties.

Op 22 september belde een acquisiteur van de Sankei Shimbun, een landelijk dagblad, ons over de plaatsing van een paginagrote advertentie in een lokale krant. Hij zei dat ze plotseling een afzegging hadden gehad en dat de prijs buitengewoon laag was, maar ze moesten de tekst op 24 september vóór 12 uur hebben. We stelden snel een advertentie van een hele pagina samen en stuurden de tekst op tijd op – althans, dat dachten we.

Kort na twaalven op de 24ste hoorden we tot onze verbazing dat het computerbestand met de tekst naar een ander landelijk dagblad, Mainichi Shimbun, was gestuurd! Dus het bestand werd alsnog naar de juiste krant gestuurd en de volgende dag verscheen de advertentie.

Een paar dagen later belde een acquisiteur van de Mainichi Shimbun ons op; hij was bezorgd dat de inhoud mogelijk niet geaccepteerd zou worden. (Het was niet eens de bedoeling om het aan Mainichi Shimbun voor te leggen.) Drie dagen later belde hij weer op om te vragen op welke dag we de advertentie wilden plaatsen. Ik was verbaasd, maar vroeg om plaatsing op 29 oktober.

Op 18 oktober belde de acquisiteur van de Mainichi Shimbun opnieuw en smeekte ons om onze advertentie te [mogen] gebruiken in de krant die de 22ste uitkwam. Hij zei dat ze plotseling een afzegging hadden gehad en niemand op zo korte termijn wilde adverteren. Ze hadden zelfs geen tijd om zo snel een nieuwe advertentie voor een hele pagina te maken. En de advertentie zou nota bene gratis zijn. Hij vroeg heel beleefd mijn toestemming. Ik was verbluft en zei ‘ja graag, gaat uw gang en plaats de advertentie’. Ik had nog nooit zo’n ervaring gehad en kon niet anders denken dan dat het een wonder was.

Op 27 oktober belde een man van de Sankei Shimbun ons op. Hij zei dat ze problemen hadden omdat er een paginagrote advertentie ontbrak voor de editie van 30 oktober in het district Okayama. (De lezing in Okayama was op 3 november.) Ik stond op het punt om zijn vraag af te wijzen omdat een andere groep die lezing organiseerde. Hij leek zo bezorgd dat ik hem zei dat ik het hun zou laten weten, maar dat hij niet teveel moest verwachten, en dat zij zijn prijs nooit zouden accepteren. Toen ik een groepslid in Okayama belde was zij blij verrast en zei dat ze de advertentieruimte zouden kopen. Ze hadden geprobeerd om voor de lezing te adverteren, maar waren afgewezen door alle lokale advertentiebureaus in de omgeving van Okayama, dus dit was de enige advertentie die ze in een krant konden plaatsen. De groep kon uiteindelijk adverteren tegen een prijs die veel lager was dan het oorspronkelijke aanbod.

Hebben we hulp van de Meesters gekregen bij ons werk om het publiek te bereiken?

M.U., Osaka (Japan).

Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat de hulp werd geboden door de Meester Jezus.

Volmaakt normaal
Ergens in het afgelopen jaar (2010) had ik heel veel medelijden met mezelf, vooral op een bepaalde dag. Toen ik onze lokale supermarkt binnenging werd ik meteen geconfronteerd met wat bij nader inzien een tafereel van echt lijden scheen: de eerste was een man in een rolstoel met wat eruit zag als een verschrikkelijke amputatie – net bij de dij of de heup. Hij was gewoon bezig met winkelen. De volgende was een beeldschone jonge vrouw die een sjaal droeg die nauwelijks verhulde dat ze helemaal kaal was – behandeling tegen kanker, nam ik aan. Net als de eerste man ging ze gewoon haar gang en deed haar boodschappen zonder zelfmedelijden – onthecht. Het was allemaal volmaakt normaal.

Natuurlijk begon ik meteen mijn zelfmedelijden van mij af te schudden, wat niet helemaal lukte.

Bij de kassa gekomen zag ik bij een kassa vlakbij mij een bejaarde vrouw voor wie, waarschijnlijk door een hersenverlamming of zo, zelfs de kleinste beweging een verschrikkelijke inspanning was. Zelfs het kleinste artikel uit haar wagentje halen en op de band zetten was een heldhaftige strijd en vergde al haar kracht en concentratie. Ze gebruikte haar beide handen. Optillen kostte moeite, vasthouden kostte moeite en neerzetten kostte moeite en telkens als zij iets neerzette, kreunde ze van de inspanning. Maar ze deed gewoon haar boodschappen.

Tegen die tijd huilde ik stilletjes, bijna gevloerd door het contrast tussen de mensen die ik zojuist had gezien en mijn slappe zelfmedelijden.

Maar de volgende dag was dat zeurende zelfmedelijden er weer – wel wat minder dan de dag ervoor. Ik was nog geen 20 meter van onze voordeur vandaan toen ik een man zag die nauwelijks kon lopen en een paar meter verder een oude dame die zo krom en voorovergebogen was dat zij nauwelijks vooruit kon schuifelen.

Was dit allemaal gewoon toeval? Wie waren die verschillende mensen? Waren ze Meesters?

Naam is bij de redactie bekend, Nederland.

Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat de man in de rolstoel Maitreya was, de kale ‘vrouw’ de Meester Jezus en de ‘vrouw’ met de verlamming Maitreya; de man bij het huis van de schrijver was Maitreya en de oude kromme ‘dame’ de Meester Jezus.

Vrede begint thuis
Op 11 januari 2011 wachtte ik in het Koninklijk Homeopatisch Ziekenhuis in Londen na mijn afspraak bij de lift. Er stond een oude dame naast me te wachten en ze begon een praatje over haar hoed van Asda en hoe ze gewacht had met de hoed te kopen tot hij voor de helft was afgeprijsd en dat ze hem nu kon dragen omdat het koud was.

We stapten met wat andere mensen in de lift. Ze draaide zich toen naar me toe en zei heel hard: “Waar is je speldje voor?” Ik zei dat het voor Palestina was om blijk te geven van steun aan het arme volk van Palestina. (Ik droeg een speld met een Palestijns vlaggetje op mijn revers.) Ik zei dat het vooral voor de kinderen van Gaza was die zo’n verschrikkelijk leven hebben. Ik voegde eraan toe dat de Israëli’s zelfs nu zonder enige waarschuwing oude hotels en huizen slopen om een nieuw hotel voor de Israëli’s te bouwen. Een man keek heel boos toen ik dit zei, maar de dame zei nog harder: “Ja, het is slecht wat de Israëli’s doen, je zou denken dat ze aardiger zouden zijn na wat er met hen in de oorlog is gebeurd.”

Toen we de lift uitstapten zei ze dat ze die ochtend haar gebeden had gezegd zoals ze iedere ochtend doet en dat ze gevraagd had om vrede en dat we vrede in de wereld nodig hebben, waarop ik antwoordde met ja, en wanneer we de bronnen van de wereld delen, kunnen we vrede krijgen.

Toen zei ze: “Hoe kunnen we vrede op aarde hebben wanneer we geen vrede kunnen hebben met onze buren?” Dit schokte me omdat we de laatste tijd veel problemen met onze buren hebben. Toen gingen we uit elkaar en zij zei: “God zegen je” en ik antwoordde: “God zegene u ook.”

Ik vraag me af of dit iemand anders was dan een oude dame?

A.M., Londen (VK).

Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat de ‘oude dame’ de Meester Jezus was.

Maitreya’s Herauten
Op 24 november 2010 was ik in Los Angeles op bezoek bij vrienden voor Thanksgiving. ’s Middags besloot ik voor een wandeling naar het park in Santa Monica te gaan dat langs de steile rots boven de oceaan ligt. Het was lekker weer, geen wolkje aan de hemel. Ik bleef in het park om naar de prachtige zonsondergang te kijken. Omstreeks 5 uur ’s middags, toen de zon net in de oceaan was ondergegaan, zag ik een groot stralend voorwerp boven de horizon dicht bij de plaats waar de zon gedaald was. Dus ging ik daarnaar kijken en vroeg me af of het Maitreya’s ‘ster’ zou kunnen zijn. Een paar minuten later verscheen er ineens uit het niets nog een ‘ster’ naast de eerste en toen verscheen er op dezelfde manier een derde. Er waren drie sterren op één lijn naast elkaar precies in het licht van de zonsondergang boven de horizon van de oceaan. Op dit moment dacht ik bij mezelf bij wijze van grap, als dit de ‘sterren’ zijn dan ontbreekt er een. Een paar seconden later verscheen een vierde ‘ster’ naast de drie die op een rij stonden, enigszins aan de rechterkant. Ik keek een poosje naar de vier ‘sterren’ en toen “zwenkten ze af” de een na de ander en verdwenen. Kunt u zeggen of deze vier voorwerpen boven de oceaan Maitreya’s ‘sterren’ waren?

O.C., Atlanta (Georgia, VS).

(Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat het inderdaad Maitreya’s Herauten waren.)

You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.