De stem van het volk – september 2012
Japanse burgers komen in opstand
door Michiko Ishikawa
Meer dan een jaar na de ramp van de Fukushima Daiichi-kerncentrale in maart 2011 wordt de stem van het Japanse volk eindelijk luid en duidelijk gehoord: “Geen kernenergie meer!”
In de nasleep van de aardbeving met een kracht van 9.0 en de tsunami die als gevolg van de beving het noordoosten van Japan trof, en een onvoorstelbare vernietiging en verlies aan levens veroorzaakte, waren internationale journalisten die de ramp versloegen bewogen door de reactie van het Japanse volk. Een journalist van de Australische krant Herald Sun schreef: “Geconfronteerd met de ergste ramp die hun dichtbevolkte eiland sinds de Tweede Wereldoorlog trof, hebben de Japanners bewonderenswaardige gelatenheid en waardigheid laten zien die de wereld met de mond wijd open van bewondering hebben doen staan.”
Overlevenden in geïsoleerde steden en dorpen, die dagen en weken zonder elektriciteit, communicatie of vervoer zaten, sloegen de handen ineen om voedsel en warmte te vinden in de winter, terwijl ze geduldig op reddingsteams wachtten. Bijzonder treffend was de spirituele kracht van mensen die de nasleep van de Tweede Wereld Oorlog hadden doorstaan en Japan uit de puinhopen hadden herbouwd. Een oudere vrouw die in een nieuwsreportage geciteerd werd, zei: “We moeten dankbaar zijn dat we het overleefd hebben. Materiële dingen kunnen we altijd vervangen.” Een ander bericht ging over een echtpaar van in de 90, dat met opzet de handen van hun kinderen die hen probeerden te redden, losliet om hun niet tot last te zijn, en in het water van de tsunami verdween.
De ervaring van de ramp leek mensen in staat te stellen het belang van het leven en innerlijke geestelijke waarden te herontdekken. Hartverwarmend waren ook de initiatieven van tieners om te helpen schoonmaken, maaltijden te koken en distribueren en volwassenen in vluchtelingenkampen en elders te bemoedigen die zich verloren voelden en overstuur waren.
De Japanse regering, daarentegen, werd fel bekritiseerd door internationale regeringen en media vanwege haar onbeholpenheid en stilzwijgen over de kernramp. Japanse politici werden in beslag genomen door politieke strijd in plaats van gezamenlijk de ramp het hoofd te bieden. Ze hielden temidden van de crisis eindeloze discussies over hoe ze de regeringsleider, premier Kan, tot aftreden konden dwingen. (Kan onthulde later in een Duitse televisiedocumentaire dat hij weggestuurd werd omdat hij tegen kernenergie was en boos over de handelwijze van Tokyo Electric Company, het Japanse nutsbedrijf dat eigenaar van de kerncentrales in Fukushima is).
De invloed van de kernenergie-industrie in Japan is enorm en strekt zich uit tot politici, bureaucraten, de academische wereld, elektriciteitsbedrijven als ook de media. Ze hebben het Japanse publiek onwetend gehouden over de waarheid rond kernenergie en geprobeerd het ervan te overtuigen dat het veilig en zuinig is.
Zo gehoorzaamden ongeveer 24 uur na de eerste waterstofexplosie van de centrale bij Fukushima de bewoners van het gebied in goed vertrouwen verwarrende instructies van de overheid om mensen die binnen 3 km van de kerncentrale wonen, te evacueren. Evacuatiebevelen werden tot 5 km uitgebreid en daarna, toen de tweede, derde en vierde centrale een paar dagen later explodeerden, tot 10 km en ten slotte een paar maanden later tot 20 km. De Amerikaanse overheid daarentegen instrueerde haar burgers die binnen 80 km van de centrale woonden binnen een paar dagen na de explosies onmiddellijk te vertrekken. Vluchtelingenkampen lagen soms binnen de verboden gebieden en vluchtelingen moesten vele keren verhuizen.
In de nasleep van de ramp gaf de Japanse overheid bevel tot veiligheidsinspecties voor de 54 kerncentrales van het land en uiteindelijk werden alle centrales gesloten. Echter, een jaar later, terwijl nog steeds uiterst vervuild koelwater van de verwoeste Fukushima Dai-ichi kerncentrales in zee en in de grond lekt, liet de kernenergie-industrie zich opnieuw gelden. De regering gaf toestemming om de kerncentrale bij Oi weer op te starten, ondanks heftig verzet van de Japanse bevolking. Japanse media steunden de beweringen van het elektriciteitsbedrijf Kansai, de beheerder van de centrale, dat de inwerkingstelling nodig was om met de naderende hete zomer van voldoende elektriciteit te kunnen voorzien. Er wordt aangenomen dat de regering andere kerncentrales ook opnieuw wil starten. Onder de vele gevaren van kernenergie in Japan is de altijd aanwezige dreiging van aardbevingen. Onlangs is zelfs bekend geworden dat er direct onder de kerncentrale bij Oi een actieve breuklijn in de aardkorst loopt.
Het Japanse volk heeft in het algemeen vertrouwen in de berichtgeving van de belangrijkste media, met name de semipublieke nationale omroep NHK (die als enige van elk huishouden met een televisie kijkgeld mag innen). De meeste mensen zijn er zich niet van bewust hoezeer de media door de regering en de kernenergiebranche beheerst worden. Mensen, die in het buitenland wonen en onafhankelijke rapportages zien en horen over de situatie in het Fukushima Daiichi-complex, vroegen zich af waarom Japanse burgers hun stem niet verhieven, waarom ze niet boos werden. Eén ding is duidelijk: de media negeren consequent de stem van de oppositie tegen kerncentrales. Anti-kernenergiebetogingen worden ofwel niet verslagen, of indien vermeld, vaak afgeschilderd als georganiseerde acties op instigatie van extremisten en vakbonden, die hevig botsen met de politie. Bijgevolg is het grote publiek, zelfs als het instemt met het doel van de demonstraties, vaak bang om deel te nemen.
De macht van het volk in de lift
Recente demonstraties en bijeenkomsten van de anti-kernenergiebeweging in Japan zijn echter anders van aard en samenstelling. De doorgaans goedgeorganiseerde, autoritaire politiemacht is verbijsterd bij de aanblik van grote aantallen niet-gewelddadige, ordelijke, maar verbolgen burgers: moeders met kinderwagens, jonge vaders met kinderen op hun schouders, schoolkinderen met hun ouders, mannen en vrouwen, jong en oud – en iedereen eist dat kernenergie wordt afgeschaft, kinderen worden beschermd, en de toekomst van Japan wordt behoed.
In maart 2012 werd een idee gelanceerd om elke vrijdagavond tussen 6 en 8 uur voor de ambtswoning van premier Noda in Tokio te demonstreren. Aanvankelijk kwamen een paar honderd mensen bijeen. De aantallen bleven toenemen, tot 2.000 en 3.000. In juni is het aantal demonstranten gestegen naar 12.000 en op 22 juni kwamen volgens de organisatoren zo’n 50.000 mensen bijeen. Toch deden de grote media nauwelijks verslag van de gebeurtenissen. De politie probeert betogers in kleine groepen op te splitsen en hen aan één kant van de trottoirs te houden, één huizenblok tegelijk, zodat televisiekijkers tijdens de nieuwsberichten geen getuige kunnen zijn van de lange rijen betogers. In antwoord op het gebrek aan media-aandacht kwam Takashi Hirose, schrijver van documentaires en sinds lange tijd anti-kernenergieactivist, op het idee van onafhankelijke verslaggeving van de betogingen.
Hij vroeg op het internet om donaties om een helikopter te kunnen huren en foto’s en video’s vanuit de lucht te maken. Donaties stroomden binnen, veel meer dan er nodig was. Vrijwilligers, zoals freelance cameramensen, journalisten, verslaggevers en ook een jonge filmacteur, werkten mee om live verslag te doen. Op 27 juni 2012 werd de “Heli-Groep voor Correcte Verslaggeving” geïnstalleerd. Foto’s en video’s van enorme bijeenkomsten op vrijdag 29 juni die via sociale netwerken, blogs en e-mails werden verspreid, roepen herinneringen op aan Egypte tijdens de Arabische Lente. Mensen zagen en hoorden voor het eerst berichtgeving over de enorme menigte boze, maar gedisciplineerde burgers die voor de ambtswoning van premier Noda demonstreert. Er was een ononderbroken stroom mensen te zien die na het werk uit nabijgelegen trein- en metrostations te voorschijn komen op weg naar de demonstratie. Tegen 8 uur ’s avonds, toen de demonstratie eindigde, werd de menigte volgens de organisatoren geraamd op 150.000. Andere media meldden slechts 16.000 deelnemers.
Op 16 juli, een nationale feestdag, verdrongen 170.000 mensen (veel meer dan de organisatoren verwacht hadden) zich in Yoyogi-park en het omringende gebied in Tokio voor de betoging “Vaarwel kerncentrales”. Op 29 juli sloten bijna 200.000 mensen zich aan bij marsen en demonstraties voor de omsingeling van het gebouw van de Diet, het nationale parlement.
Japan bevindt zich op een cruciaal keerpunt. De bevolking kan zich of blijvend laten manipuleren door de hebzuchtige nucleaire industrie en corrupte politici en bureaucraten tot opnieuw een ramp toeslaat of het beleid veranderen en zich ontdoen van kerncentrales om de toekomst van Japan veilig te stellen. De toekomst van het land is in handen van zijn burgers. “Stop de kerncentrales”, “Weg met kerncentrales”, “Bescherm onze kinderen”, “Bescherm ons prachtige land”, weerklinken hun dreigende oproepen. Week na week vinden in Tokio de grootste protesten in Japan sinds de jaren ’60 plaats en deze zullen zich spoedig over het hele land verspreiden. Steeds meer Japanners raken nu op de hoogte van de gevaren van kerncentrales. Jonge mensen, moeders en vaders, oma’s en opa’s, komen in opstand.
Misschien demonstreert Maitreya met hen mee en richt hun stemmen.
Michiko Ishikawa is correspondent van Share International en vertaler Japans in Berkeley (Californië, VS).
V. Heeft Maitreya in deze demonstraties meegelopen en was de Meester van Tokio misschien ook aanwezig? 2) Zijn de demonstraties geïnspireerd door Maitreya?
Benjamin Creme: Maitreya en de Meester Jezus hebben deelgenomen, en de Meester van Tokio blijft deelnemen aan de demonstraties. 2) Nee, ze zijn geïnspireerd door de mensen zelf.
You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.