Gemeengoed: het gemeenschappelijk erfgoed van de mensheid (deel 3)
interview met James Quilligan door Jason Francis (ingekort)
James Quilligan is sinds 1975 analyticus en bestuurder op het gebied van internationale ontwikkeling. Hij was beleidsadviseur en perschef voor de Commissie-Brandt, een internationale werkgroep in het leven geroepen door de vroegere West-Duitse kanselier Willy Brandt. Quilligan is tegenwoordig manager en directeur van het Centrum voor Mondiale Onderhandelingen en voorzitter van de Global Commons Trust. Jason Francis interviewde James Quilligan voor Share International. Deel 1 en 2 van dit interview verschenen in respectievelijk het september- en oktobernummer van Share International.
Coöperaties en werknemerseigendom
Share International: Hoe past de toename van het aantal coöperaties in een gezonder economisch systeem? Is dit een goede aanpak voor het behoud van gemeengoed en sterkere democratie?
James Quilligan: Coöperaties zijn heel goed. Ze leren ons de praktijk van samendelen. Wanneer hulpbronnen door een grote groep mensen worden beheerd in plaats van een enkel individu of een kleine groep, is dit zeker een stap in de goede richting. Maar we moeten erkennen dat coöperaties in het algemeen op gedeeld eigenaarschap zijn gericht. Gedeeld eigenaarschap is nog steeds eigenaarschap. Met gedeeld bezit kunnen er wel meer eigenaren zijn die gezamenlijk beslissingen nemen, maar er is bijna altijd een elite die het laatste woord heeft. Ik zie liever een model dat verder gaat dan eigenaarschap of gedeeld eigenaarschap, meer in de richting van fondsbeheer. Eigenaarschap is een top-down model. Fondsbeheer vormt een bottom-up structuur die subsidiariteit, pluralisme, onafhankelijke controles en medezeggenschap benadrukt. Fondsbeheer zorgt voor een veel democratischer structuur dan eigenaarschap of gedeeld eigenaarschap.
SI: Wat vindt u van bedrijven in werknemerseigendom?
JQ: Ik heb werknemersparticipatie altijd aangemoedigd. In 1983-84 heb ik, samen met mijn vriend dr. John Logue, geholpen met het opzetten van het Ohio Werknemersparticipatiecentrum. Dit is uitgegroeid tot een van de belangrijkste voorbeelden op het gebied van werknemersparticipatie. Het heeft geïnspireerd tot initiatieven zoals de Evergreen-coöperaties in Cleveland (Ohio, VS) en is inmiddels een geweldige bron van strategische gegevens en bewezen praktijken in werknemersparticipatie. Maar volgens mij moeten we hiermee nu een stap verder gaan.
In het verleden dachten we dat eigenaarschap de weg vooruit was, omdat dat zou leiden tot economische doelmatigheid, productiviteit en kwaliteit en tegelijkertijd de kosten van goederen en diensten zou verlagen. Maar het is gebleken dat eigenaarschapstructuren juist minder efficiënt zijn, minder productief en duurder dan mensen hebben willen toegeven. Gemeengoedfondsen laten zien dat er een andere manier is waarop de basisbeginselen van beheer en productie van gemeenschappelijke goederen ingezet kunnen worden – dat wil zeggen, de combinatie van de spontane, zelfregulerende vrijheid van de markt en de op regels gebaseerde gelijkheid die door de overheid wordt afgedwongen. Gemeengoedbeheer geeft hier feitelijk op een nieuwe manier uitdrukking aan, omdat de gebruikers van de hulpbronnen steeds direct bij het productieproces betrokken worden. Dat is heel spannend. Wanneer dit gebeurt, zoals we kunnen zien met internet, krijgen nieuwe ideeën, leren, verbeeldingskracht en zelfcorrigerende maatregelen, rechtstreeks vorm in nieuwe samenwerkingsactiviteiten. De populaire sociale media die door technologie kunnen groeien en bloeien, zijn daar een goed voorbeeld van.
In tegenstelling tot structuren van eigenaarschap, die gebaseerd zijn op levering van goederen en diensten door bedrijven of overheid, wordt door de gemeengoedfondsen de tussenpersoon geëlimineerd en in veel gevallen ook het onderscheid tussen producenten en consumenten. Consumenten worden steeds meer de producenten van hun eigen middelen! Dat is nogal revolutionair. Of het nu is via het traditionele gemeengoed of via de nieuwe, zoals internet, de productie en het beheer van onze hulpbronnen worden steeds meer gedecentraliseerd. Het verschaft mensen directer toegang en beter gebruik van hun middelen dan mogelijk is via rechthebbende ondernemingen die actief zijn als particuliere monopolisten of bureaucratische hiërarchieën. Mensen houden ervan omdat het niemand uitsluit. Daarom komt gemeengoedbeheer naar voren als een echt alternatief voor de huidige zeggenschap van de particuliere sector of de overheid over een bepaald gemeengoed. Het model van fondsbeheer verdeelt de productiemiddelen veel breder en betrekt meer mensen bij de besluitvorming dan de hiërarchische systemen van hedendaags eigenaarschap. Dat is veel eerlijker in zijn implicaties dan de traditionele coöperaties en gedeeld eigenaarschap.
SI: Zien we, gegeven het enorme aantal problemen waar de economieën in de wereld momenteel voor staan, nu het einde van het huidige van bovenaf en op eigendom gebaseerde systeem?
JQ: Ik denk niet dat we daar het einde van gezien hebben, maar dat we het begin van de ineenstorting ervan zien. De desintegratie zal nog geruime tijd duren, omdat de Marktstaat in crisis verkeert en wanhopig probeert zijn uiterlijk te veranderen, maar totaal onwillig is om zichzelf te hervormen. Dit zal de wereldburgers wat tijd geven om zichzelf beter te informeren en organiseren. Maar er is geen tijd te verliezen. We hebben te maken met problemen die zich nooit eerder op mondiale schaal hebben voorgedaan. Dus er zijn volkomen nieuwe oplossingen nodig, nieuwe kennis en een nieuwe ethiek van samendelen en duurzaamheid om die problemen op een integrale manier aan te pakken. Bovendien zal een nieuw niveau van politiek activisme nodig zijn.
Ik zou zeggen dat we ons heel duidelijk in een overgangsperiode bevinden waarin de wereld net begonnen is te denken over het creëren van een nieuw economisch systeem. Maar we hebben een lange weg te gaan voordat we een sterke en veerkrachtige vorm van mondiaal bestuur kunnen ontwikkelen. De huidige crisis in Europa laat zien dat we niet vooruit kunnen stormen met het creëren van een nieuwe monetaire orde zonder een fiscale unie, een bankunie en een politieke unie die beantwoorden aan de wensen van het volk. Als de G-20 probeert het monetaire stelsel van Bretton Woods te vervangen zonder een nieuwe vorm van internationale samenwerking, die alle sectoren van de gemeenschap omvat, begaat de wereld een enorme vergissing. De oplossing berust niet bij een soevereine groep van naties of een van de grote banken en ondernemingen in de wereld. Het is aan het volk en onze kunde om een politieke verantwoordelijkheid te creëren ten aanzien van het beheer en de productie van ons gemeengoed. Het vereist ons talent om de nieuwe structuren te creëren op basis van duurzaamheid en samendelen.
Ineenstorting monetair stelsel
SI: Zal het monetaire stelsel ineenstorten en waarom?
JQ: Ja, het zal ineenstorten. Geen enkel monetair systeem in de geschiedenis heeft het eeuwige leven gehad. Het is eenvoudig te zien waarom: de samenleving en de economie ontgroeien de oudere structuren voortdurend. De economische crisis die we in 2008 ondervonden was een financiële crisis. De volgende crisis zal een monetaire crisis zijn. Het zal een erkenning zijn van het feit dat de reserves van een bank – de activa die de banken nu beweren te hebben als reserves – bij lange na niet bestaan op een schaal die de banken officieel in hun jaarverslagen vermelden. De verhouding tussen vreemd en eigen vermogen is zeer hoog en de transparantie van de banken is ondoorzichtig. Met het Libor [Londens Interbank Rentepercentage] -schandaal in Groot-Brittannië zien we nu dat de banken gedurende een lange periode met de rentepercentages hebben geknoeid. Dit is slechts het topje van de ijsberg. Rentepercentages zijn niet de waarden waarvan men beweerde dat ze door de markt bepaald worden. Zoals ze nu tot stand komen, worden rentepercentages gedicteerd door de centrale banken. In een wereld van 7 miljard mensen, is er geen grotere tegenstelling dan het feit dat een handjevol centrale bankiers in feite namens alle anderen mondiale waarde genereren door middel van het rentepercentage. Het internationale banksysteem heeft de macht om internationale waarde te creëren, terwijl mondiale valuta en geld eigenlijk een waarde en betekenis hebben die veel meer collectief en intersubjectief is dan het huidige systeem ons tot uitdrukking laat brengen.
Ik denk dat we het gehele systeem zullen moeten veranderen – dat we weloverwogen de volgende fase in het uitdrukken van mondiale waarde moeten ontwerpen met behulp van onze gezamenlijke intelligentie, liever dan onbewust een systeem creëren dat gebaseerd is op aannames uit het verleden (d.w.z. een nieuw monetair systeem gecreëerd door een of een paar landen, dat een enkele hulpbron zoals goud of olie als reserve gebruikt). Op veel plaatsen in de wereld neemt het besef toe dat waarde een culturele uitdrukking is en dat het recht om de waarde van een munt vorm te geven in de handen van het volk behoort te liggen. Wanneer het huidige systeem instort en een nieuw systeem gecreëerd wordt, zal alles veranderen: politiek, economie en cultuur, en onze benadering van alle aspecten van het leven. Dit zal onze kans zijn om het mondiale monetaire stelsel aan te passen door het creëren van een munt die geen rente en schuld genereert.
Dus dit is niet louter een politieke kwestie. Onze munteenheid moet een gedeelde uitdrukking zijn van de innerlijke waarde van alle mensen tezamen – die niet kan worden uitgedrukt in externe prijzen op het marktplein. Ik denk dat het gemeengoed de wereldgemeenschap in staat zou stellen het behoud van natuurlijke hulpbronnen, energiezekerheid, sociale vernieuwing, culturele betekenis en de sociale kwaliteit van leven en menselijk welzijn direct uit te drukken in de waarde van valuta in plaats van in prijzen.
Ja, ik denk dat een mondiale financiële crash, gevolgd door een allesomvattende heraanpassing, werkelijk heilzaam zal zijn en niet iets om te vrezen. Maar er is geen garantie dat de wereld klaar is om een dergelijk inclusief systeem te creëren. Voor mij is de brandende vraag: kunnen we onze prioriteiten op orde krijgen en de voorwaarden voor samendelen scheppen door te begrijpen dat de waarde van onze munteenheid een collectieve uiting van de menselijkheid is?
Voorbestemd om te delen
SI: Hoe denkt u dat uw visie, waarin mensen het gemeengoed van de wereld met elkaar delen, werkelijkheid zal worden?
JQ: De traditie van de boeken van Alice A. Bailey volgende, komt het boek Een Meester spreekt in mijn gedachten op, waarin Benjamin Creme’s Meester het volgende zegt:
“Getraind door de oudere leden van de esoterische Hiërarchie, bestaat er nu een groep van geestelijk georiënteerde mannen en vrouwen, die zijn toegerust om de problemen van de tijd doeltreffend aan te pakken. Wanneer het signaal weerklinkt, en dat zal spoedig zijn, zullen zij het werk aanpakken waarop zij zijn voorbereid: de wederopbouw van ons planetaire leven langs geheel nieuwe lijnen.
“Deze groep van toegewijde discipelen, werkzaam op alle gebieden, zal de weg wijzen die de mensheid moet volgen. Daar zij afkomstig zijn uit vele landen, zullen zij in staat zijn een brandpunt en kanaal te vormen voor het verlangen van alle mensen naar een wereld van vrede en rechtvaardigheid. Zij zijn nu nog voor het merendeel onbekend, maar spoedig zullen hun namen en hun werk de ogen van de mensen doen oplichten, en hen inspireren met de hoop en de verwachting van een betere toekomst. Zij werken momenteel ongezien, maar staan klaar om hun gaven en training ten dienste te stellen van het mensenras. Zij zullen bekendstaan om hun altruïstische liefde en wijs oordeel, om hun plichtsbesef en toewijding aan hun taak. Onderricht door Meesters, zullen zij iets van Hun onthechtheid en kennis weerspiegelen en een nieuw ritme en een nieuwe orde brengen in onze chaotische wereld.
“Binnenkort zullen vanuit de blauwdruk voor de toekomst, die nu neerdaalt, de structuren van de nieuwe beschaving vorm krijgen. Elk land heeft een rol te vervullen en voegt zijn eigen, specifieke geluid toe aan de structuur van het Geheel. Hierbij zullen de Verenigde Naties een hoofdrol spelen voor de coördinatie van de plannen voor wederopbouw en herverdeling. Nu al is de bijdrage van de Verenigde Naties aan de wereldvrede groot, ondanks de beperkingen die haar door de grootmachten zijn opgelegd. Haar organen brengen onderwijs en hulp aan miljoenen mensen in vele landen. Als forum voor mondiaal overleg is haar positie uniek en van onschatbare waarde. Het zou een droevige dag zijn en een groot verlies voor de mensheid als de volkeren hun vertrouwen verloren in deze instelling, die van zo wezenlijk belang is voor de uitwerking van het Goddelijk plan.
“Velen verwachten dat Maitreya en de Meesters alle onrecht zullen herstellen en de wereld zullen transformeren. Dat Zij de weg zullen wijzen, zullen leiden en inspireren, kan niet worden weerlegd. Dat hun licht en wijsheid aan de mensheid ten dienste gesteld zullen worden, is eveneens waar. Maar het werk van transformatie moet worden ondernomen door de mensheid zelf, in blijmoedige aanvaarding van de vereiste veranderingen en opofferingen. Alleen door die bereidwillige aanvaarding kunnen de veranderingen plaatsgrijpen en de voorwaarden scheppen voor een nieuw en beter leven voor de mens. Om voor te gaan en de fundamenten te leggen voor de nieuwetijds structuren, verschijnen thans de getrainde architecten van de komende beschaving. Herken hen aan hun verlangen om te dienen, hun wijsheid en hun geopenbaarde liefde.” (Uit: ‘De verschijning van grote dienaren.’)
SI: Dus het Plan daalt nu snel neer van de hogere gebieden?
JQ: Inderdaad. Ik beraadslaag nu al 40 jaar met economische wereldleiders. Ik weet zeker dat deze blauwdruk niet ergens verstopt zit in iemands kluisje of brandkast om er op het juiste moment uit te rollen. De methoden voor mondiale economische aanpassing zijn bij veel mensen bekend. Verschillende delen van deze macro-economische formule bevinden zich al in het publieke domein. Het is nu een kwestie van het bundelen van deze elementen in onze gesprekken en gewaarwording en ze concreet te maken via onze regelgeving en instellingen. Gemeengoed verschaft deze gedachtevorm een brandpunt, maar het zal alleen volledig gerealiseerd worden door de menselijke vrije wil en geïnspireerde spirituele leiding. Dat wil niet zeggen dat het in sommige kringen niet omstreden zal zijn. Maar de Hiërarchie voorziet deze financiële harmonisering al duizenden jaren en weet dat het antwoord al klaar ligt in het hart van de mensheid: we zijn voorbestemd om onze gemeenschappelijke hulpbronnen te delen.
Informatie: www.globalcommonstrust.org en www.global-negotiations.org
Jason Francis is medewerker van Share International en gevestigd in Massachusetts, VS.
You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.