Lezers schrijven – november 2012

Profetische ontmoeting
Begin september 2012, had ik een heel merkwaardige ervaring. Zoals op elke dag van de week liepen mensen zonder zichtbaar doel, gehaast in het centrum van de stad. Plotseling zag ik ongeveer 10 meter bij mij vandaan een oude man op de stoep staan. Er kwam een catheterslang onder uit zijn joggingpak, die eindigde in een zak bij zijn voeten. Ik vroeg me af wat deze man daar deed; vermoedelijk was hij uit een ziekenhuis ontsnapt.
Mensen leken hem te mijden. Toen ik dichtbij kwam, zag ik dat een van zijn oogkassen leeg was en het andere oog was zo klein geworden dat je alleen maar enigszins de pupil kon zien. Hij sprak met een lage stem en ik dacht dat hij een beetje gek was. Ik schatte hem tussen de 80 en 90 jaar. Ik kwam dichterbij en zei “Hallo” tegen hem. Hij was niet gek, maar een klein beetje doof. Ik vroeg hoe het met hem ging en hij antwoordde: “Heel goed, heel goed, hier ben ik, en ik zing en vier dat dit Kali Yuga ten einde loopt.” Zoiets mystieks was het laatste wat ik van deze man verwacht had. Hij begon met zijn handen mijn lichaam af te tasten en toen hield hij me vrolijk bij mijn schouders vast. Ik realiseerde me dat hij blind was, hij had bijna geen tanden, maar hij was gelukkig.
Met bewondering en enthousiasme noemde hij de namen van Avatars en Meesters die op onze planeet verschenen waren en vertelde me dat dit een geweldige tijd was om in te leven. Ik voelde me verlegen toen ik hem zo hoorde, maar ik ontspande door zijn onschuldige aanwezigheid en de hartelijkheid van zijn boodschap. Op een gegeven moment was het alsof het jachtige ritme van de stad verdween. ‘We zijn aan het eind van de nacht,” vervolgde hij. “Heel gauw zal er een nieuwe Aarde zijn. In twintig jaar zal niets hiervan nog bestaan, we zullen op een volkomen nieuwe manier leven…”
In zijn gezelschap voelde ik me een paar seconden een van de gelukkigste mensen in het heelal. Voor ik afscheid nam vroeg ik hoe hij heette. Hij gaf een heel lange en vreemde naam, die “de geur van bloemen” betekende. Op een gegeven ogenblik tijdens deze ontmoeting vroeg ik me af of deze man een Meester zou kunnen zijn, bijvoorbeeld Maitreya of de Meester Jezus.
Was hij een gewone oude man of een bijzondere persoon?
J.I.G., Bahia Blanca (Argentinië).
Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat de oude man Maitreya was.

Op heterdaad betrapt
Een vriend van mij, een overtuigde gelovige, gaf me begin 2012 een Bijbel cadeau. Ik probeerde erin te lezen maar ik begreep het niet. Omdat ik er niet van houd om dingen die ik niet gebruik te bewaren, deed ik de Bijbel in de papierbak om hem weg te gooien. Toen mijn zoon van acht dat zag, zei hij dat ik geen Bijbel weg kan gooien, dus zette ik de Bijbel weer bij de boeken. Een paar dagen later deed ik de Bijbel opnieuw in de papierbak met de gedachte dat mijn zoon het nu wel vergeten zou zijn, maar hij zag het weer en vertelde me dat hij een oplossing had gevonden. We konden de Bijbel aan zijn grootvader (mijn schoonvader) geven voor diens verjaardag, omdat hij elke week naar de kerk gaat.
Toen de verjaardag was aangebroken, was mijn zoon met zijn vader op vakantie en ik wilde niet naar mijn schoonvader gaan om hem de Bijbel te geven en ik dacht dat het nu een goed moment was om de Bijbel weg te gooien, aangezien mijn zoon niet thuis was.
Toen ik bij de papiercontainer aankwam, gooide ik de Bijbel erin. Op hetzelfde moment vroegen twee vrouwen achter me: “Wat hebt u weggegooid?” Ik vertelde hun dat het een boek was en een van hen vroeg het boek aan haar te geven want ze wilde die zomer iets te lezen hebben. Ik zei dat het niet een gewoon boek was om jezelf te amuseren, maar een Bijbel. Tot mijn verrassing vertelde ze me dat dat het boek was dat ze wilde en stelde voor een stok te zoeken om te proberen het boek uit de container te krijgen. De Bijbel lag op de bodem van de container en ik weet niet hoe, maar het lukte me met de stok om hem te pakken. De vrouw was heel blij dat ze de Bijbel van me kreeg en ze bood me een steen aan die ze uit een plastic tas haalde waarin veel stenen zaten in allerlei grootten. Dit was een heel klein steentje met in het midden een kratertje. Toen ze de steen aan me gaf, zei ze: “Bewaar deze steen, want het is Gods oog dat alles ziet en alles weet.” Zij gaven me alle twee een zoen, zeiden gedag en gingen huns weegs. Ik ging in mijn auto in tegenovergestelde richting en keerde om in de verwachting hen weer te zien, maar ze waren nergens te bespeuren.
Waren zij gewone vrouwen of misschien Meesters?
S.B., Tarragona (Spanje).
Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat de ‘twee vrouwen’ Maitreya en de Meester Jezus waren.

Zien is geloven
Vele malen heb ik gelezen en gehoord over groepsleden die een ontmoeting met Meesters hadden. Ik weet dat ik mij erg ongemakkelijk zou voelen bij een dergelijke ontmoeting, maar vanwege aanhoudende twijfels heb ik de ochtend van de jaarlijkse openbare lezing van Share Nederland in Amsterdam [19 september 2012] gevraagd om een teken of een ontmoeting met een Meester. Ik had het gevoel dat dit mij de zekerheid en het vertrouwen zou geven die ik nodig had.
Diezelfde avond stond ik voor aanvang van de lezing op de Amsterdamse grachten folders uit te delen, toen er twee vrouwen van middelbare leeftijd aan kwamen lopen. Beide vrouwen hadden kort tot halflang bruin haar en waren ongeveer 1,65 m lang. Ze toonden veel interesse in de folder die ik hun aanreikte en de lezing die zou plaatsvinden. De vrouw naast mij had een wat voller postuur en nam de leiding in het gesprek. Ze had een heel fijne en rustige manier van doen en spreken. Ze droeg een witte jas met opdrukken in donkere pasteltinten, waaronder ik ook esoterische symbolen dacht te herkennen. Om haar hals droeg zij een mooie gouden ketting met een ronde hanger waar een driehoek in zat.
Deze vrouw bleek goed op de hoogte te zijn van Maitreya en Benjamin Creme (die zij aan de vrouw naast haar verduidelijkte met “Creme. Je weet wel, van room.”). De andere, slankere vrouw aarzelde veel en gaf aan niet zeker te weten of zij de informatie wel kende, terwijl ik het idee had dat zij er eigenlijk goed van op de hoogte was. Op overtuigende manier en in mooie bewoordingen legde de vrouw naast mij een en ander aan haar uit. Door de loop van het gesprek en de sfeer was ik me vrij snel bewust van de situatie en mede hierdoor voelde ik mij onzeker over wat ik zei, wat de onzekere vrouw goed weerspiegelde. Aldoor had ik het gevoel dat ik de geruststellende energie van liefde en rust, die de leidende vrouw uitstraalde, herkende.
Zij vroeg hoe mensen reageerden op de informatie over Maitreya en de Meesters. De laatste tijd had ik gemerkt dat mensen veel afhaakten bij het woord ‘hiërarchie’ (zoals gebruikt in folders, op de website of door mijzelf), dus vertelde ik haar dit. Zij raadde mij aan dit woord overal uit te halen, waarop de andere vrouw haar twijfel uitte of dit nu wel gedaan moest worden. “Haal gewoon alles eruit wat mensen zwart invullen,” antwoordde de vrouw. Later benadrukte zij dat het uitdelen van folders en het bekendmaken van de informatie over de Wederverschijning erg belangrijk is. Na een opmerking van beide vrouwen dat zij het gebouw waar de lezing zou plaatsvinden, heel mooi vonden (“hoog en met veel licht”), overreedde de leidende vrouw de ander om er even kort een kijkje te nemen. Het laatste wat ik zag was dat zij voor het gebouw liepen. Nu bedenk ik mij dat ik hen daarna nergens meer heb gezien.
Sinds deze ontmoeting voel ik een warm vertrouwen, zekerheid en vreugde in mijn hart.
Ik zou graag willen weten wie deze bijzondere vrouwen waren?
E.S., Utrecht.
Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat de ‘leidende vrouw’ Maitreya was en haar metgezel de Meester Jezus.

Eerlijke ruil
Onlangs was onze groep aanwezig op een spirituele beurs. Op een zeker moment kwamen een lange man en een vrouw van gemiddelde lengte naar onze tafel gelopen. Hij was gekleed in een eigenaardig paarsbruin gekleurde poncho met daaronder een normaal overhemd en de vrouw droeg paarse en roze kleren opgesierd met een opvallende badge. De man had heel heldere blauwe ogen. Terwijl hij indringend naar de foto van Maitreya als de ruiter op het witte paard keek, benaderde ik hen om uit te leggen dat dit een ware gebeurtenis was die tijdens de recente Egyptische opstand had plaatsgevonden. Vervolgens probeerde ik uit te leggen hoe dit alles in direct verband met het Waterman-tijdperk staat en de noodzaak tot samendelen. “Ja”, zei hij, “eigenlijk bevinden we ons in een gouden spiraal en naderen het einde van de eerste curve.” Gedurende het gehele gesprek leek het bijna alsof deze man wist wat ik zou gaan zeggen. Zijn antwoorden kwamen me ook zeer diepzinnig voor en waren volledig in lijn met de boodschap die wij die dag verkondigden, zij het in heel andere termen verwoord. Een van de dingen die hij zei was, hoewel hij het volledig met het principe van samendelen eens is, dat het in feite een dualistisch principe is. “Er is geen tijd, geen ‘hij’ of ‘zij’, de afscheiding waarin we leven creëert voor ons de noodzaak om samen te delen,” merkte hij op.
Hij vertelde ook dat hij kunstschilder was. Ik vroeg hem naar tentoonstellingen van zijn werk, maar hij zei dat hij niet op die manier werkte. Hij vertelde dat hij schilderijen voor bepaalde mensen maakt en ze vervolgens aan die personen schenkt. Ik herinner me dat hij zei dat hij ondanks deze werkwijze nooit iets tekort komt en altijd alle materialen ontvangt die hij nodig heeft om te schilderen.
Ten slotte, toen ik vroeg of ze naar de lezing in Amsterdam zouden komen, antwoordde de vrouw dat de afstand naar Amsterdam helaas te groot was voor hen maar, voegde de man toe, ze zouden op een andere manier aanwezig zijn. Vervolgens pakte hij nog een kleine afbeelding van Maitreya’s ‘hand’. Ik legde hem uit dat we gewoonlijk een kleine vergoeding voor deze afbeeldingen vragen. “Dat weet ik, dat is OK. Ik heb al besloten om deze foto mee te nemen dus de transactie is al gesloten, het uitwisselen van geld is maar een formaliteit.” Beiden verlieten ten slotte glimlachend onze kraam.
Waren deze bezoekers gewoon een eigenaardig paar of kregen we wellicht bezoek van de Meesters?
N.B., Utrecht.
Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat de man de Meester Jezus was en de ‘vrouw’ een discipel van de Meester Jezus.

You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.