Boekbespreking De Wederverschijning van de Christus en de Meesters van Wijsheid

Een passende ouverture
boekbespreking door Maureen Girard

Bij het horen van de bewering dat iemand met de naam ­Maitreya, een nieuwe Wereldleraar in de lijn van de Boeddha of de Christus, in ons midden is, worden de meeste mensen nieuwsgierig naar de bron, de grondslagen en het bewijs. Al veertig jaar zet Benjamin Creme, de voornaamste bron van deze onthulling – geduldig en consequent – de grondgedachten uiteen en wijst op het zich opstapelend bewijs voor de aanwezigheid van een dergelijk buitengewoon wezen in ons midden.
In De Wederverschijning van de Christus en de Meesters van Wijsheid, dat in 1979 voor het eerst in het VK verscheen en in 1980 in de VS, vertelt Creme over de gebeurtenissen die leidden tot zijn centrale rol in Maitreya’s Verschijning; daarnaast verwoordt hij helder de principes die ten grondslag liggen aan dit naar buiten treden en geeft hij een overzicht van de transformaties die hebben plaatsgevonden, die nog plaatsvinden, en die nog werkelijkheid moeten worden.
Benjamin Creme begint met uit te leggen hoe een volslagen verstandig, praktisch familiemens en toegewijd kunstenaar zijn levenswerk opzij kon zetten voor een heel andere taak – één die het meeste van zijn tijd overdag in beslag zou nemen en hem zou onderwerpen aan een brede verscheidenheid aan reacties van anderen. Hij verhaalt een reeks buitengewone ervaringen in de kindertijd, inclusief het vermogen om de lucht en de wind te zien – niet alleen hun gevolgen – tot hem door volwassenen werd verteld dat zoiets onmogelijk was. Dus stopte hij met het waarnemen ervan. Maar hij vergat het niet. Als jongeman hield hij zich bezig met experimenten die bedoeld waren om zijn vroege ervaringen op systematische en wetenschappelijke manier terug te halen en te begrijpen. Op middelbare leeftijd experimenteerde hij met methodes om zijn denkvermogen te richten en zijn concentratie tijdens meditatie te verbeteren. En intussen las hij veel, in het bijzonder de grote Oosterse filosofen van de 20e eeuw (een gedeeltelijke lijst is achterin het boek opgenomen). Hoewel hij het zich destijds niet realiseerde, was Creme zich systematisch aan het voorbereiden op zijn toekomstige rol als woordvoerder voor ­Maitreya, de naar buiten tredende Wereldleraar.
Eind jaren 50 werd hij voor het eerst telepathisch door zijn Meester benaderd die, zoals hij later begreep, een ouder lid van de Geestelijke Hiërarchie van onze planeet is. (Voor wie onbekend is met termen als Meesters, Ruimtebroeders, Hiërarchie, inwijdingen e.d. bevat het boek een uitgebreide index, met definities en voorbeelden in de tekst.) De Meester gaf hem een reeks boodschappen die “advies, leiding of geestelijke instructie” bevatten, welke hij tot zich nam. Creme’s Meester diende ook als verbindingslijn met de Ruimtebroeders, de inzittenden van de ufo’s, met wie Creme enkele jaren samenwerkte. Toen, schrijft Creme, werd hem in 1959 “door Maitreya, de Christus, Hoofd van onze planetaire Hiërarchie een verhandeling over Diens Wederverschijning” gegeven, en het verbluffende nieuws dat hij “een rol zou spelen in het Plan.”
Het was toen pas dat Benjamin Creme zich realiseerde dat deze spannende boodschappen niet vrijblijvend waren; ze veroorzaakten, schrijft hij, “een totale ommekeer in mijn denken”. Maar er was meer ongemakkelijk nieuws van de Meester: “De tijd komt dat je verwacht wordt te handelen” en “Zijn komst te bevestigen.” Vreemd genoeg werd Creme toen een 17-jarig uitstel gegeven waarin hij, men raadt het al, hoopte dat de Leraren hem zouden vergeten. Maar in plaats daarvan startte begin jaren 70 een inspannende training.
Toen Creme klaar was  hoewel hij niet stond te trappelen – om de verantwoordelijkheid waarvoor hij het grootste deel van zijn leven getraind was, te vervullen, had hij nog steeds ernstige twijfels om zijn boodschap aan het publiek te brengen: “Ik hield er niet van. Ik hield er helemaal niet van. Ik hield ervan te doen wat ik deed. Ik hield ervan rustig, esoterisch te werken en te weten dat ik iets nuttigs deed, iets wat niet te inspannend was en ook geen te grote psychologische eisen aan me stelde.” Hij voegt toe: “Het is een enorm gênante uitspraak die je moet doen – dat de Christus boodschappen via jou geeft.” Toch was er tegen de tijd dat ik Benjamin Creme in 1980 ontmoette, geen teken van verlegenheid of ongemakkelijkheid. Toen, en nu, was hij behoorlijk nuchter wanneer hij over zijn werk sprak, of het nu was tot een groot gehoor van honderden mensen of ontspannen bij een familiediner. In de loop der jaren is hij altijd dezelfde gebleven – uiterst intelligent, bijzonder vriendelijk, bescheiden en geestig – en volledig toegewijd aan zijn werk.
De inleiding van het boek geeft een beeld van wat hij “het Nieuwe Tijdperk van Synthese” noemt, gebaseerd op een voordracht die Creme in 1977 op een educatieve conferentie gaf, die in 2013 nog niets aan actualiteit heeft ingeboet. Het is een glasheldere analyse van de Wederverschijning en haar doel, en is opmerkelijk door de mate waarin de gebeurtenissen die hij beschrijft zich de afgelopen 36 jaar hebben voltrokken. In zijn inleiding, die een passende ouverture is op het idee van een Wereldleraar in ons midden, pleit Creme voor “nieuwe benaderingen van de werkelijkheid… en de waarden die ons leven zouden moeten bepalen”, welke uitmonden in een rechtvaardiger en zinvollere mondiale samenleving. Bovendien is de inleiding een bruikbare samenvatting voor de mensen die de geschiedenis van de Verschijning kennen maar sommige bijzonderheden zijn vergeten. De jongste bevat een aanvulling met de belangrijkste ontwikkelingen tussen 1977 en 2007 die met Maitreya’s naar buiten treden samenhangen.
Creme erkent aan het begin van het boek dat hij “verschillende profetische stellingen neerzet die door hun aard onmogelijk onmiddellijk te bewijzen zijn”. De stellingen mogen in 1977 onmogelijk te bewijzen zijn geweest, maar een snelle blik op de wereldgebeurtenissen sindsdien maakt ze in hun juistheid des te opmerkelijker. Terwijl ik dit schrijf wordt dit nog eens bewezen in het nieuws: voorheen onaantastbare “machtige internationale banken en financiële instellingen” worden in toenemende mate als corrupt ontmaskerd terwijl ze hun “traditionele status en macht” verliezen. Uiteindelijk, neemt Creme waar, “zal de noodzaak voor verandering zo overrompelend duidelijk worden” dat de meest bevoorrechten onder ons “in toenemende mate zullen ontdekken dat ze machteloos zijn om de stuwkracht te stoppen”. Lezers in 2013 zijn wellicht niet verrast Creme’s verdere voorspelling te horen dat “het internationale bankwezen en de financiële instituties … de laatste [zullen] zijn die het feit zullen accepteren dat een volledige verandering in de financiële en economische orde in de wereld noodzakelijk is.” (Toen Benjamin Creme het in 1980 in een terloops gesprek over deze toekomstige ontwikkelingen had, antwoordde ik: “Dat kan nooit gebeuren!” Hij zei kalm: “Wacht maar af.”)
Al in het begin van zijn taak werd Creme gevraagd een nieuwe wetenschap van meditatie aan de wereld te introduceren – Transmissie-meditatie: een meditatie voor de Nieuwe Tîjd. Tijdens zijn reizen rond de wereld om de informatie over het naar buiten treden bekend te maken, speelde deze meditatie een centrale rol en inmiddels zijn er over de hele wereld een groot aantal Transmissie-meditatiegroepen. Het korte hoofdstuk met de titel “De Grote Aanroep”, die bij deze groepsmeditatie gebruikt wordt, bespreekt het doel van de Aanroep, de manieren waarop hij gebruikt kan worden en zijn invloed op de wereld. Het hoofdstuk geeft ook visualisaties die ieder van de strofen van de Aanroep bezielen en een richtlijn bieden aan hen die “een telepathisch kanaal tussen zichzelf en de Hiërarchie” willen vormen. Creme legt uit: “Door dat kanaal kunnen de energieën die zo aangeroepen worden, stromen. Er is niets beters wat je kunt doen voor de wereld of jezelf, dan kanaal te zijn voor deze grote geestelijke krachten.”
Het grootste deel van het boek bestaat uit vragen van het publiek en antwoorden van Creme, merendeels tijdens bijeenkomsten in Friends House in Londen eind jaren 70. Ze geven een momentopname van de aanloop naar de jaren 1979-1980, toen de wereld getuige was van politieke, economische en technologische aardverschuivingen. Ofschoon in die tijd weinig opgemerkt, leidden deze verschuivingen langzaam tot een reeks stille – maar betekenisvolle – omwentelingen. Op nauwelijks merkbare wijze hergroepeerden kleine sectoren in onze maatschappij zichzelf, en knabbelden aan de zorgvuldig bewaakte en omstandig behouden machtsstructuren die eeuwen stand hadden gehouden. Deze opkomende transformaties werden snel gevolgd door toenemend politiek activisme en sociaal ondernemerschap – wat destijds weinig opviel, maar nu in het dagelijks leven over de hele wereld verweven is.
In de jaren 70 was de wereld in vele kleine hiërarchieën georganiseerd, zoals het eeuwenlang was geweest, en die waren meestal werkzaam onder de hoede van overheid, ondernemingen en familie. Voor communicaties waren mensen wereldwijd afhankelijk van voorzieningen als telegrammen en telefoonlijnen over land, en van overheidspostdiensten voor communicatie; in veel veraf gelegen plaatsen kwam het nieuws nog steeds te voet. Nu weet de hele wereld bijna meteen wanneer een ramp of aanval toeslaat, ongeacht hoe ver weg. We krijgen het nieuws rechtstreeks van de zwaarst getroffenen, aangezien miljoenen mensen ogenblikkelijk contact met elkaar hebben, en dit brengt een veel meelevender en vruchtbaarder informatiecultuur met zich mee dan de mensheid ooit eerder ervoer. Door deze veranderingen moet duidelijk zijn dat er op zijn minst iets heel opmerkelijks gaande is.
De Wederverschijning van de Christus en de Meesters van Wijsheid eindigt met 12 boodschappen die tussen 1977 en 1979 door Maitreya gegeven werden. Op 18 april 1978 biedt Maitreya een zeer eenvoudig recept voor hoop: “… de problemen van de Mensheid kunnen opgelost worden: door het proces van samendelen en door rechtvaardige herverdeling kan aan de behoeften van iedereen voldaan worden.” Klinkt dat onmogelijk? Wacht maar af.

Benjamin Creme, De Wederverschijning van de Christus en de Meesters van Wijsheid. Amsterdam, Londen: Stichting Share International, 1980, 2000.

Maureen Girard, gepensioneerd lerares Engels, is medewerkster van Share International en woonachtig in Californië (VS).

You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.