Boekbespreking Maitreya’s Missie, deel III

De kunst van schoonheid
boekbespreking door Carmen Font

Het begin van het toekomstig leven voor de mensheid is simpel in zijn grondslagen, maar vereist een diepe innerlijke blik en een juiste voorbereiding. Maitreya biedt een helpende hand bij het inpakken voor deze veelbelovende reis en adviseert ons over de basisbenodigdheden voor de toekomst en over wat het verleden toebehoort en achtergelaten moet worden. Aldus toegerust met onze beste prestaties op elk terrein en ons bewust van de uitdagingen die voor ons liggen, kan de mensheid beginnen aan een nieuw, rechtvaardig leven voor allen, met betekenis en doel. Maitreya’s Missie III (MMIII) geeft aanwijzingen over hoe we op eigen benen kunnen staan, maar rust ons tegelijk toe met het soort innerlijke kennis dat verandering op elk gebied inluidt en voedt: economisch, politiek, maatschappelijk en ecologisch.
MMIII bouwt in het allereerste hoofdstuk voort op Maitreya’s prioriteiten. Er zijn veel nuances in de welbekende basisbeginselen van “voedsel, onderwijs, onderdak en gezondheidszorg”, omdat mannen en vrouwen hun gevoel van broederschap moeten versterken middels een politiek systeem dat non-agressie en vrede waarborgt, teneinde op consistente wijze in deze basisbenodigdheden te kunnen voorzien. De rol van de Verenigde Naties is in dit opzicht cruciaal, niet alleen omdat die het ware parlement van de wereld zullen vormen, maar ook vanwege hun leidinggevende rol als distributeur van de hulpbronnen van de planeet. Benjamin Creme herinnert ons aan het verschil tussen een wereldregering – die niet als zodanig zal bestaan, omdat Maitreya niet aan het hoofd van enige organisatie zal staan – en een wereldparlement waarbij de Verenigde Naties “krachtig genoeg [moeten] zijn om in naam van de mensheid op te treden” (blz. 72-73), als “forum … voor het bespreken en oplossen van internationale problemen” (blz. 71-72). Tot dusver zijn de Verenigde Naties ontdaan van hun ware functie en we worden herinnerd aan op macht beluste mannen zoals Milosevic in Servië and Karadjic in Bosnië, als “avonturiers die gebruikmaken van de zwakheid van de VN en de verschillende onevenwichtige machtsverhoudingen in de wereld om een situatie te creëren waarin ze land en macht kunnen veroveren” (blz. 72). Ook al vond de laatste oorlog in de Balkan in het midden en het einde van de jaren 90 plaats, toch wordt deze informatie in de politieke actualiteit weerspiegeld, zoals in het Midden-Oosten, Afrika of Noord-Korea, die een steeds groter gevaar voor het politieke evenwicht in de wereld vormen.
Teneinde het wantrouwen te vermijden dat een gevoel van afscheiding voedt en, als gevolg daarvan, het gebrek aan samendelen en daarmee rechtvaardigheid en vrede, wordt ons aangeraden om hoedanigheden als goede wil en zijn liefhebbende geestverwanten, onschadelijkheid en onthechting te cultiveren. Deze aangeboren hoedanigheden kunnen en zullen juist uitgedrukt worden met het nieuwe onderwijs in het Nieuwe Tijdperk, aangezien kinderen en volwassenen in de wetten van liefde en leven onderwezen zullen worden. Maar Maitreya’s aanwezigheid in ons midden zal “die goede wil versterken. Hij zal hun houding [van mannen en vrouwen overal] tegenover het leven bevestigen en zodanig versterken dat een wereldwijde publieke opinie wordt opgebouwd waartegen geen regering op aarde is opgewassen” (blz.145).
In het leven dat de mensheid in de Nieuwe Tijd wacht – zoals belicht in de voorgaande delen Maitreya’s Missie I en II – is zij zich bewust van haar onpeilbare potentieel op elk terrein van menselijke activiteit en vol vertrouwen in haar diepe verbondenheid. Deze houding, correct geoefend door het zelf en geïnspireerd door Maitreya’s aanwezigheid onder ons, zal zowel troost als verrukking brengen in de vreugde van het leven. Reizen zal veel gemakkelijker en sneller zijn, steden zullen verfraaid worden en “mensen zullen van hun leven een kunstwerk maken en dit zal tot uitdrukking komen op architectonisch gebied door de schepping van nieuwe structuren, waarvan vele ongekend mooi zullen zijn” (blz.155).
Elk hoofdstuk van MMIII wordt gekenmerkt door de hoedanigheid van “schoonheid”, in die zin dat de idee van “schoonheid” elke paragraaf en het merendeel van de onderwerpen in het boek doordringt. Het toekomstig leven zal mooi zijn, omdat Maitreya’s woorden hier duiden op verdere innerlijke ontwikkelingen waardoor het leven niet slechts plezierig zal zijn, maar stralend. Maitreya’s missie bestaat niet alleen uit het verlichten van de vele vormen van lijden en spirituele ontberingen in de wereld, ze beoogt ook het menselijk leven elke dag de moeite waard te maken. Maar voordat dit op volle capaciteit kan gebeuren, zal ons thuis, onze planeet, gereinigd moeten worden.
Hoofdstuk 2 is gewijd aan “De uitdaging van de 21ste eeuw”, die los van de economische en politieke crises – waar Maitreya’s Missie II zich met name op richt – in essentie een ecologische crisis is. Zonder de juiste ecologische balans zal de planeet Aarde ophouden te bestaan. En aangezien de mensheid het milieu heeft misbruikt en nog steeds misbruikt, is het werk van de Ruimtebroeders sinds lange tijd cruciaal in het vermijden van verdere schade. “Het leven op onze planeet zou uitgesproken ellendig zijn zonder de hulp van onze Ruimtebroeders die deze vervuiling binnen de grenzen van karma neutraliseren en onschadelijk maken” (blz. 168). Dit is wat we eigenlijk de afgelopen jaren hebben gezien met het toenemende aantal ufo-waarnemingen en zelfs Maitreya’s ‘ster’ als buitenaardse aanwijzing voor Maitreya’s verschijning.
De bijzonderheden en alle gevolgen van Maitreya’s verschijning op Verklaringsdag vormt het brandpunt van hoofdstuk 3, waarin Benjamin Creme’s Meester de feitelijke ervaring van Maitreya’s aanwezigheid onder ons uitlegt. De grootsheid van deze gebeurtenis, die nu op het fysieke gebied neerdaalt, verkrijgt een innige dimensie die het waard is hier opnieuw te beschouwen: “Ik heb het al zo vaak verteld,” schrijft Benjamin Creme, “maar tot op dit moment ben ik nooit in staat geweest, en waarschijnlijk ook nu nog niet, om de enorme strekking ervan te bevatten, de immense gevolgen, de onbekendheid, het unieke van deze gebeurtenis” (blz. 232).
In dit hoofdstuk lezen we ook over de lange opeenvolging van wonderen – van visioenen van de Maagd Maria tot aan het hindoe melkmirakel en de kruisen van licht – die een buitengewoon informatief perspectief biedt op de originele en inspirerende wijzen waarop de Hiërarchie mensen van alle tradities, culturen en denkwijzen helpt. Het helpt de lezer een beter begrip te krijgen van de volledige dimensie en de geleidelijke benadering van Maitreya’s verschijning. “Ze [de tekenen] laten zien dat God om de mensheid geeft. Het zijn aanwijzingen, voor wie het kan begrijpen, dat er een Plan is en dat God de wereld nooit vergeet. Als je belijdend katholiek bent, zie je dat in religieuze termen” (blz. 279). Gedurende vele jaren verscheen Maitreya aan fundamentalistische religieuze groepen wereldwijd, teneinde Zichzelf ‘voor te stellen’ en om mogelijk negatieve reacties op Zijn aanwezigheid te verzachten. Deze verschijningen aan religieuze groepen van vele verschillende tradities geven ook aan dat Maitreya om elk hoekje van de wereld en elke laag van het menselijk hart geeft. Het tijdperk van wonderen kent werkelijk geen einde.
Maar de wonderen van Maitreya moeten ons niet belemmeren om zelf wonderen te verrichten. Hoofdstuk 4 bevat het uitgebreide en baanbrekende interview van Rollin Olson met Benjamin Creme over de leringen van de Oude Wijsheid. Niet eerder werd esoterische informatie van zulk belang en in deze hoeveelheid op deze wijze onthuld. Benjamin Creme legt de redenen uit waarom de mensheid op planeet Aarde is, wat ons doel is hier, en het feitelijke proces van groeien in bewustzijn en, als gevolg daarvan, in geluk. Een uitgebreide versie van dit interview is later afzonderlijk in boekvorm verschenen, en ook bij herlezing raken het belang en de rijkdom van de inhoud niet uitgeput. Dit boekje zal later dit jaar in Share International besproken worden.
In de viering van menselijke schoonheid die MMIII is, kan kunst uiteraard niet ontbreken. Hoofdstuk 5 omvat een lange bespreking van verscheidene meesterschilders en hun belangrijkste bijdragen aan de kunst, evenals hun stralenstructuur en punt in evolutie. Deze kunstenaars werden door Maitreya geïnspireerd en het is ook interessant om te kijken naar de invloed van de stralen van hun geboorteland. “Vergeet niet”, schrijft Benjamin Creme, “dat het niet de stralen zelf zijn die iemand groot of klein maken, het is het punt in evolutie dat telt en het daaruit voortvloeiende gebruik van de stralen” (blz.348).
In hoofdstuk 6 verplaatsen we ons van kunst naar de wetenschap. “De wetenschap van de Antahkarana is waarschijnlijk de belangrijkste wetenschap voor de komende tijd” (blz. 377). Deze wetenschap is tot op heden onbekend aan de mensheid, maar zal “in de nieuwe tijd de wetenschap van het denkvermogen … worden, de wetenschap van het bouwen van de brug tussen de lagere en de hogere mens” (blz. 377). De precisie en de schoonheid van dit bouwproces – waarin we de draden met onze eigen ziel weven – getuigt van de illusie van afscheiding. De geleidelijke opbouw van deze bewuste gewaarwording vertelt ons dat er geen afgescheiden zelf bestaat. Dat is de realiteit, en dat is waarom we, door onszelf in dienstbaarheid te verliezen, de brug van de Antahkarana bouwen, die tegelijkertijd resulteert in de creativiteit van dienstbaarheid.
Met zo veel wonderen die de mensheid in de nabije toekomst wachten, en terwijl we deelnemen aan het laten neerdalen van deze gebeurtenissen op het fysieke gebied, is het niet vreemd dat velen erop gebrand zijn om ze meteen concreet te zien worden. Hoofdstuk 8 behandelt een ander cruciaal thema dat het waard is keer op keer te lezen: De kunst van het wachten. Niet alleen biedt Benjamin Creme’s Meester Zijn wijsheid over het relatieve concept van tijd en ons begrip ervan, maar Benjamin Creme geeft ons tevens inzicht in de feitelijke dynamiek van wachten terwijl men handelt. Tijd heeft heel weinig te maken met de fysieke tijd, maar meer met ons gebruik ervan en onze impuls om te dienen. “De gebeurtenissen in de wereld die wij het verleden noemen, die nog steeds plaatsvinden, de toekomst die nu plaatsvindt, moeten neerslaan” (blz. 474). Deze verklaring doet wellicht vreemd en paradoxaal aan, maar is dat geen van beide. Door ons te ontdoen van ons ‘verloren’ verleden en onze ‘onzekere’ toekomst zullen we bevrijd worden van de last van het ‘wachten’, zeker nu, met Maitreya die ‘aanklopt’.
Maitreya’s Missie III bevat nog een zeer interessant en bruikbaar onderdeel: een bijgewerkte lijst van ingewijden als bijlage. Los van de nieuwsgierigheid die deze gegevens in de lezer losmaakt, kunnen we verder kijken dan de getallen zelf en deze informatie bestuderen in het licht van het werk van de desbetreffende discipel, zijn of haar tijdvak en bijdrage aan de wereld. Met dit laatste deel uit het Maitreya’s Missie-drieluik, herinnert Benjamin Creme ons eraan hoe de energieën die ons gegeven zijn op een bepaald moment gebruikt (of misbruikt) kunnen worden in de creativiteit en verfraaiing van het leven als een ervaring van immer bewuste gewaarwording.

Benjamin Creme, Maitreya’s Missie, deel III. Eerste druk. Share International 1998, Amsterdam, Londen, Los Angeles.

(Zie voor Carmen Fonts recensies van Maitreya’s Missie, dl. I en II, Share International, maart en april 2013.)

Carmen Font, schrijfster en academicus, is woonachtig in Barcelona, Spanje.

You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.