Het Source Project: echt duurzaam boeren
interview met Jason Taylor door Niels Bos
Jason Taylor is de cineast en fotograaf van het Source Project, een door hemzelf gefinancierde multimediaonderneming die de methoden, verhalen en het werk van vooruitstrevende boeren in India vastlegt. In zijn werk concentreert hij zich op het alledaagse leven van Indiase boeren. Hij legt hun omgeving vast, evenals hun ideeën en visie op landbouw, in levendige foto’s en videoreportages. Niels Bos interviewde Jason Taylor voor Share International…
Share International: Een paar jaar geleden richtte u het Source Project (“Bronproject”) op. Wat bewoog u daartoe?
Jason Taylor: Ik deed eens een project met het UNDP [het VN Ontwikkelingsprogramma] in Sri Lanka. Ze vonden me direct aardig en vroegen me een film te maken over voedsel en de toekomst van voedsel. In de film wilde ik de vraag stellen: is voedsel een mensenrecht? Maar toen ik het voorstelde, zeiden ze dat ze daar nog bij mij op terug zouden komen. Ik was geschokt dat het idee dat voedsel een fundamenteel mensenrecht was in de wereld waarin we tegenwoordig leven iets was waarover twijfel kon bestaan, of dat dat eerst bevestigd moest worden door de hogere niveaus in de organisatie. Er werden enorme hoeveelheden geld uitgegeven door mensen in kantoren met airconditioning om deze films te maken en te promoten, die uiteindelijk niets deden voor de plattelandsbevolking van Orissa (India). Ik heb ook veel academici en ontwikkelingseconomen gesproken en geïnterviewd, maar ik ben van mening dat zij niet begrijpen wat er werkelijk speelt. In principe ben ik een activist. Dus bijna drie jaar geleden besloot ik afstand te nemen van de internationale ontwikkelingssector en begon ik enkele van de vele verhalen te vertellen die de stem van de mensen die het meest door deze ontwikkelingspolitiek geraakt werden, vertegenwoordigde.
SI: Wat zijn de doelstellingen van het Source Project?
JT: Het merendeel van het activisme waarin ik geïnteresseerd ben betreft het milieu en, tot op zekere hoogte, het sociale vlak. Voedsel omvat alles. Het gaat om de bedrijfsmatige controle van ons voedselsysteem, de verspilling van voedsel, de bodemerosie en uitputting van natuurlijke hulpbronnen, evenals de beheersing van natuurlijke hulpbronnen. En het gaat ook over het recht van boeren om te bestaan en veilig en voedzaam voedsel te leveren. Het is eigenlijk een enorme koepel waarvan voedsel het middelpunt vormt.
Jason Taylor is van mening dat de boeren, de echte boeren in de wereld, de bron (source) zijn van alle kennis – kennis van zaden, de bodem, de seizoenen, van de onderlinge afhankelijkheid van elkaar en respect voor andere soorten, kennis van de kringloop waarbij alles van de aarde komt en er weer naar terugkeert. “Het is hun kennis die ik aan de meerderheid van de mensen wil tonen die volkomen ontkoppeld is van de bron van ons voedsel.”
Hij verwijst naar de kennis van mensen als Bhaskar Save, die hij “mogelijk India’s meest biologische boer in de geest van Ghandi” noemt. “Bhaskar Save deed ooit een eenvoudig experiment. Hij nam een pot, woog wat grond, stopte de grond in de pot en voegde een zaadje toe. Ongeveer een maand later haalde hij er een pompoen van een paar kilo vanaf. Vervolgens haalde hij de plant eruit en woog de grond opnieuw. Het was hetzelfde gewicht als toen hij het zaad had geplant. Zonder ook maar enige toevoeging waren de natuur en haar elementen in staat voedsel uit niets te leveren – gezond, voedzaam, en gratis voedsel.”
Toen hij dit experiment zag, stelde Taylor de vraag: Hoe is het mogelijk dat we van een gratis systeem dat ons milieu verbetert, overgegaan zijn naar een kostbaar systeem dat ons milieu verwoest? Natabar Sarangi, de hoofdpersoon in een van de films van het Source Project, genaamd Natabar de zadenboer, gelooft dat het antwoord in de enorme winsten en ongereguleerde markten ligt. Vóór de Groene Revolutie, vertelde Sarangi, “kon een boer ongeveer 50.000 roepies (645 euro) per hectare verdienen; tegenwoordig kan zelfs een commerciële boer, hooguit 15.000 roepies (193 euro) per hectare verdienen.” Dit verlies van 70 procent voor de boer, stelt hij, wordt nu bestemd als winst voor de grote buitenlandse bedrijven die door de jaren heen met succes de landbouwmarkten hebben betreden en zijn gaan beheersen. Van boeren als Natabar Sarangi leerde Taylor dat India ooit de “moeder van de rijst” was, met meer dan 110.000 verschillende rijstsoorten.
SI: Wat waren de verschillen tussen al deze rijstsoorten?
JT: Er waren rijstsoorten die perfect aangepast waren aan de verschillende bodem- en weersomstandigheden, van droogtebestendige, zoutbestendige, en zelfs overstromingsbestendige soorten, en rijst die groeide onder meer dan 3 meter water, tot variëteiten die gebruikt zouden kunnen worden om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan. Sinds de komst van de Groene Revolutie heeft India meer dan 90 procent van deze soorten verloren en is de meerderheid van de boeren geheel afhankelijk van het door de overheid verstrekte commerciële zaad. Zoals Henry Kissinger zei: “Beheers de olie en je beheerst de landen, beheers het voedsel en je beheerst het volk.” Nu, na 50 jaar zogenaamde landbouwontwikkeling, zijn we de verscheidenheid in zaden en biodiversiteit kwijtgeraakt, worden boeren armer, gronden vernietigd en neemt de voedingswaarde van het voedsel af. Het enige dat is toegenomen is de winst van transnationale bedrijven. Wat een geweldig ontwikkelingsmodel!…
Zie Share Nederland (juli/aug. 2013) voor integrale tekst van dit interview.
Voor meer informatie over het Source Project: www.thesourcefilm.org
You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.