Boekbespreking: De Kunst van het Leven

Betekenis en evenwicht

boekbespreking door Marc Gregory

“Het leven imiteert de kunst veel meer dan de kunst het leven imiteert” schreef Oscar Wilde. Wellicht. Maar de relatie tussen de twee is wellicht symbiotischer en wederkeriger dan we ons tot nu toe hebben voorgesteld. In zijn twaalfde boek, De Kunst van het Leven, wijst Benjamin Creme erop dat juist leven werkelijk een kunst is, en dat het leven, evenals de kunsten, onderhevig is aan zekere onveranderlijke wetten.
Dit boek bestaat uit drie delen en biedt, evenals Creme’s andere boeken, een grote rijkdom en diepte aan informatie die op heldere, bijzonder leesbare wijze gepresenteerd wordt. Hiermee vormt het een treffende aanvulling op De Grote Aantocht en De Kunst van Samenwerking.
In deel Een, ‘De Kunst van het Leven’, maakt de schrijver gebruik van de schilderkunst en demuziek als invalshoeken voor een bespreking van de spirituele betekenis en het doel van het leven op Aarde. “Kunst, of het nu schilderen is, muziek of een andere kunst, moet aan bepaalde wetten en regels gehoorzamen. Als je wilt schilderen of componeren moet je de wetten leren waarmee die kunst wordt vormgegeven; ook de methoden, maar vooral de wetten die de hoedanigheden van kunst regeren, zoals verhoudingen, zoals openbaring. De magie van kunst ligt in het gehoorzamen aan die wetten.” (blz. 1)
Wat de kunstenaar uiteindelijk beoogt uit te drukken in een werk is een zeker evenwicht, een door intuïtie samengebrachte balans van kleur, toon, structuur en proportie die niet alleen welgevallig is, maar – in de beste gevallen – tevens een uitdrukking van betekenis die iets onthult. Wanneer men denkt aan een laat strijkkwartet van Beethoven of een portret van Rembrandt, dan herinnert men zich niet alleen een werk van grote schoonheid, maar een kunstwerk dat gedurende opeenvolgende generaties zijn onthullende kracht en zijn voortdurende mogelijkheid behoudt om mensen te bewegen tot grotere gevoeligheid voor en begrip van schoonheid en betekenis in het leven.
De schoonheid en harmonie die in grote kunstwerken uitgedrukt worden, zijn uitingen van de hoedanigheden die inherent zijn aan de mensheid. Toch is er oorlog, verhongering te midden van overvloed, aantasting van het milieu, gewelddadigheid, wanhoop, allerlei vormen van onrecht – het contrast tussen de harde realiteit van deze aanhoudende problemen en de pracht die uitgedrukt wordt in grote kunstwerken is zo scherp als het maar kan. Maar waarom?
Men kan naar school gaan om schilderen, muziek en zo ongeveer al het andere te studeren. Toch, merkt Benjamin Creme op: “We worden niet onderricht in hoe te leven, in de kunst van het leven. Er is geen school waar we de kunst van het leven kunnen leren. Het is een spiritueel probleem, want de kunst van het leven is verweven met het leven zelf.” (blz. 3) Vervolgens citeert hij een passage uit een artikel van zijn Meester, ‘Binnengaan in Goddelijkheid’: “De mensen moeten zich bewust worden van hun rol en aangeboren kracht in het leven en zo de verantwoordelijkheid op zich nemen voor de kwaliteit en richting van hun leven. Tenzij ze dit doen, zullen zij nooit hun kindertijd ontgroeien.” (blz. 4)
De wereld is helaas vol van talrijke uitdrukkingen van de onvolwassenheid van de mens en er zijn twee overkoepelende hoofdoorzaken voor deze moeilijkheden. De eerste is dat we merendeels niet weten wie we zijn en ertoe neigen onszelf te vereenzelvigen met alles wat we in wezen niet zijn. Zoals Teilhard de Chardin zei: “We zijn geen menselijke wezens die een spirituele ervaring ondergaan; we zijn spirituele wezens die een menselijke ervaring ondergaan.” Het onderscheid is simpel, maar doeltreffend. We identificeren ons geregeld met onze overtuigingen, onze politieke of religieuze voorkeur, onze baan of ons aanzien in de maatschappij, onze wederhelft, onze gedachten en emoties, enzovoort. Maar veel minder vaak, of misschien wel nooit, vereenzelvigen we ons met het feit dat we een ziel zijn, een wezenlijk goddelijke vonk van onze Schepper, in incarnatie.
De tweede is dat we niet weten dat er een Goddelijk Plan is voor de vooruitgang en evolutie van alle leven op Aarde. Centraal in dit Plan staan Grote Wetten. Wederom zijn Meester citerend, schrijft Creme: “Mensen zullen de subtiele wetten leren kennen en begrijpen die hun leven regeren: de fundamentele wet van het leven, de Wet van Karma, van Oorzaak en Gevolg, die de bestemming van allen bestuurt; de daarmee verbonden Wet van Wedergeboorte, die de reis van de Ziel in de stof mogelijk maakt; de Wet van Onschadelijkheid, die juiste verstandhouding bestuurt; en de grote Wet van Opoffering waardoor alle evolutie plaatsvindt.” (blz. 17)
Aangezien wij ons niet bewust zijn van deze twee waarheden, wordt het menselijk gedrag sinds mensenheugenis hoofdzakelijk gekleurd door conditionering, reactief reageren op wat ons is aangeleerd, wat we hebben ervaren en verkeerd hebben waargenomen en daardoor foutief hebben aangenomen over de aard van het leven. “Alle oorlogen, het lijden, het onvermogen van de mensheid om zichzelf te manifesteren als ziel in incarnatie, zijn het gevolg van conditionering. Toch hoeft niemand geconditioneerd te zijn. Ieder mens is geconditioneerd – door het verleden, door zijn ouders, door de aard zelf van zijn voertuigen die onder de Wet van Karma voor hem zijn geschapen door de ziel.” (blz. 11)
De onderdrukkende en alomtegenwoordige conditionering waaronder de mens zwoegt is het collectieve resultaat van onze lange geschiedenis van keer op keer incarneren op Aarde. Het is tevens een nevenproduct, op een wat zijdelingse wijze, van de aspiratie naar iets beters wat in alle mensen latent aanwezig is. “Niemand, hoe wankel ook in daadkracht, ontbeert deze zucht naar verbetering, ongeacht hoe die wordt uitgedrukt,” schrijft Benjamin Creme’s Meester. “Er is niemand in wie dit verlangen niet bestaat.” Hoe zijn dan de misstappen van de mens te verklaren, zijn geweld en haat?” (blz. 59)

De paren van tegenstellingen

Dit conflict wordt in het tweede deel van het boek, ‘De Paren van Tegenstellingen’, besproken. Het komt voort uit het feit dat de mens een onsterfelijke ziel is, ondergedompeld in materie, “de ontmoetingsplaats van geest en stof, en de spanningen die hun samenkomst oproept.” (blz. 59) Als een wezenlijk volmaakte weerspiegeling van God incarneert de ziel herhaaldelijk in de stof, die door zijn aard inert is. De wrijving die ontstaat wanneer dat wat wezenlijk goddelijk is wordt ondergedompeld in dat wat van zichzelf inert is en de manier waarop het tracht om te gaan met de gevolgen van die onderdompeling, is wat conflict creëert en onze werkelijkheid vorm geeft, individueel en collectief, ten goede of ten kwade. Het gedurende onze lange reis in incarnatie geleidelijk vergeestelijken van de stof is de voornaamste reden voor het menselijk bestaan op Aarde. Het is onze innerlijke, onmiskenbare aspiratie naar iets beters of groters die ons leven na leven voortstuwt, om voortdurend de stof in onszelf te verfijnen – en daarmee de stof van de planeet zelf – en dat drijft ons immer voort op onze spirituele reis. “De sleutel is straling. Wanneer we op een bepaald punt belanden, creëren we een stralende activiteit in de stof… Het is de ziel die de stof vergeestelijkt. Vanaf dat moment nemen we in elke incarnatie steeds meer stof van subatomaire aard in onze lichamen op.” (blz. 71)
Hieruit volgt dat een compleet nieuwe vorm van onderwijs, een vorm die rekening houdt met de wezenlijke aard van de mens (in tegenstelling tot het soort veredelde beroepsopleiding dat zo kenmerkend is voor het onderwijs van tegenwoordig) hard nodig is. Een soort onderwijs dat bovenal de noodzaak van onschadelijkheid benadrukt en ons doordrenkt met de wetenschap dat elk van onze gedachten en daden een gevolg teweegbrengt waarvoor wij uiteindelijk verantwoordelijk zijn.

De leringen van Maitreya
Lezers van Benjamin Creme’s andere boeken en mensen die bekend zijn met zijn lezingen, zullen weten dat zijn centrale thema de wederverschijning is van de Wereldleraar, de Heer Maitreya, en een groep van evenzo volmaakte mannen, de Meesters van Wijsheid, in onze tijd. Als de Verlichte die door alle grote religies verwacht wordt en Leraar voor de gehele mensheid, wijzen Zijn leringen de weg voorwaarts naar een weg waarop de mens kan beginnen de banden te verbreken van de conditionering die ons kluistert.
Drie elementen die in deze leringen centraal staan zijn eerlijkheid in denken, oprechtheid van geest en onthechting. Eerlijkheid in denken betekent dat er geen discrepantie is tussen wat we denken, wat we zeggen en wat we doen, dat onze gedachten, woorden en daden overeenstemmen en niet strijdig zijn met elkaar. Oprechtheid van geest betekent simpelweg jezelf zijn. Hoeveel van onze woorden en daden worden niet gekleurd door het feit dat we een goede indruk willen maken of dat we op de een of andere manier een wit voetje willen halen? “Dat is de onoprechtheid waarin veel mensen leven,” schrijft Creme. “Hoeveel mensen zijn werkelijk, absoluut en volkomen zichzelf?” (blz. 44)
Dan, tot slot, onthechting. Hoe bezorgd zijn we, of niet, over hoe anderen ons zien, over wat anderen denken of zeggen over ons, of ze ons mogen of niet, enzovoort? Als je werkelijk onthecht bent, dan ben je waarschijnlijk niet geconditioneerd en zul je niet onderhevig zijn aan, of beïnvloed worden door, de gevolgen van de conditionering van anderen of de conditionering van de wereld in het algemeen.
Deze ideeën zijn “in wezen simpel”, zoals Creme stelt, maar niettemin vereisen ze inzet en discipline om in praktijk te brengen. Dit zijn de methoden bij uitstek voor de mens om zich een weg door de paren van tegenstellingen heen te banen, om een creatieve balans te vinden tussen de impulsen van de ziel en de aantrekking van de materie, waaraan we allen onderhevig zijn. De aanhoudende beoefening van deze beginselen helpt ook om de weg vrij te maken voor de intuïtie, een hoedanigheid van de ziel, om op veel onbelemmerder wijze te functioneren.
Momenteel is de mensheid geestelijk gefragmenteerd. Het functioneren van het bewuste denken wordt gehinderd door impulsen, ongecontroleerde grondaannames en onopgeloste conflicten die oprijzen uit het onderbewustzijn als de resultaten van conditionering of inadequaat verwerkte ervaringen. Derhalve vertoont het astrale of emotionele gevoelslichaam, dat als het oppervlak van een stil meer zou moeten zijn om de inzichten van een hoger aspect van ons bewustzijn (buddhi- of zielebewustzijn) te weerspiegelen, vaak meer gelijkenis met een ruwe winterzee. Deze toestand kan verbeterd worden door meditatie, zelfhypnose en andere vormen van spirituele oefening. Naarmate de leringen van Maitreya geleidelijk meer verankerd raken in de wereld en zodra beschouwende spirituele praktijken steeds meer mensen aanspreken zal “te zijner tijd … het denkende, rationele denkvermogen – de computer – onder de drempel van het bewustzijn zakken en zullen we het antwoord onmiddellijk intuïtief inzien zonder erover na te denken… We [zullen] weten wat we weten omdat we het weten.” (blz. 90)
Kun je je een wereld voorstellen waarin “we weten wat we weten omdat we het weten”? Een wereld waarin we niet elke beslissing op strategische wijze hoeven te ontleden omdat we een verlangde uitkomst wensen, ongeacht de gevolgen voor anderen of de planeet, een wereld waarin we begrijpen wat werkelijk goed is, goed is voor allen?
Een dergelijke wereld wordt beschreven door Benjamin Creme in, wat voor mij een van de ontroerendste passages in het boek is. “We zoeken allemaal evenwicht. We zoeken eenheid, evenwicht, hoe we het ook noemen. Het is dat wat ons in staat stelt creatief en gelukkig te zijn. Het stelt het wiel in staat om steeds opnieuw te draaien en uit zichzelf te scheppen, steeds opnieuw, dat wat geschapen is. Op die manier zal de beschaving van de toekomst hoedanigheden vertonen waar we nog niets zinnigs over kunnen zeggen. We hebben de woorden nog niet voor wat we zullen zien en weten. We hebben de woorden niet voor de hoedanigheid van die beschaving. Noch voor het gevoel, de ervaring, van die verhouding wanneer alle mensen zichzelf zien en ervaren als broeders en zusters van hetzelfde huis, één planeet. Dat zal mensen terugvoeren naar hun kindertijd. Thuis was thuis. Je broeders en zusters waren de specie die je op het rechte pad hielden. Zo zal het zijn.” (blz. 21)
En zo is het dat de leringen van Maitreya, die van zulk diepzinnig en vérreikend belang zijn, stap voor stap het bewustzijn van de mensheid volkomen zullen transformeren.

Illusie
Het laatste gedeelte van het boek, ‘Illusie’, geeft een andere dimensie aan de informatie die in de eerste twee delen naar voren wordt gebracht. In wat door sommige lezers als een opzienbarende onthulling beschouwd zal worden, verklaart Benjamin Creme dat illusie in feite een verschijnsel is waaraan de ziel is onderworpen. Het heeft te maken met de hoedanigheid en, wederom, de conditionering van de voertuigen – mentaal, astraal en fysiek – waarvan de persoonlijkheid de ziel in een bepaald leven voorziet. “Wij verschaffen de ziel deze toegang en als wij niet over het mechanisme beschikken, kan de ziel niet zien… We nemen de wereld waar, nemen alle ideeën, gedachtevormen, ideologieën en gezichtspunten in ons denken op en proberen daar wijs uit te worden. Als ze ons aanspreken, hechten we ons aan die ideeën en ideolo-gieën… op die manier vullen we ons denken met illusie. We maken het de ziel onmogelijk om duidelijk, waarachtig, zonder belemmering te zien hoe de wereld er werkelijk uitziet.” (blz. 109)
Dit introduceert een paradox die we uiteindelijk allen het hoofd moeten bieden. Hoe kan de ziel de oefening van intuïtie in de persoonlijkheid bevorderen als de persoonlijkheid de ziel, via het mentale voertuig, een vooringenomen, bedrieglijk of illusoir wereldbeeld heeft voorgeschoteld? Evenals bij conditionering leiden de gevolgen van onze stevig omarmde illusies tot een grote mate van onnodige disharmonie in de wereld.
Maar, stelt Creme: “Het is niet zo dat illusie bestaat en niet beëindigd kan worden. Het wordtveranderd. Je vervangt illusie door intuïtie. Wanneer de intuïtie wordt gebruikt, wordt de lei schoongeveegd. Het is als een ragebol, waarmee je de spinneraggen weghaalt. Alles wat ervaring van de werkelijkheid hindert, wordt verhelderd en weggevaagd, en dat weet je. Wanneer je vanuit de intuïtie weet, dan is er geen ruimte voor illusie meer. Die komt dan niet op.” (blz. 128). Middelen voor de ontwikkeling van de intuïtie zijn de beginselen van eerlijkheid in denken, oprechtheid van geest en onthechting, spirituele oefening zoals meditatie (met name Transmissie-meditatie) en het ondernemen van onzelfzuchtige dienstbaarheid naar anderen.

Zwaard des Onderscheids
Een krachtige energie op planetair niveau, die ook dient om begoocheling (illusie van emotionele aard), conditionering en illusie te verdrijven werd door Jezus genoemd in een vaak verkeerd begrepen bijbelse passage: “Ik ben niet gekomen om vrede te brengen maar een zwaard. Ik zal mensen tegen mensen opzetten, zonen tegen vaders, broeder tegen broeder.” Het ‘zwaard” is het Zwaard des Onderscheids, dat een symbolische weergave van de energie van liefde is. Deze wordt door Maitreya “gehanteerd”, in enorme kracht vrijgegeven in de wereld. “De energie zelf is volkomen onpersoonlijk, niet goed of slecht” – “ze stimuleert allen, zonder uitzondering – “de goeden, de slechten, de altruïsten, de zelfzuchtigen, de hebzuchtigen, de onzelfzuchtigen, enzovoort.” (blz. 83) Het gevolg van de instroom van deze energie is dat het alles aan het licht brengt en de werkelijkheid van het leven op Aarde in naakte, onmiskenbare helderheid laat zien. Dit maakt dat de mensheid gedwongen is om de gevolgen van haar gedrag te aanschouwen en, zonder verblind te zijn door de mist van illusie, opgeroepen zal worden om een kritieke beslissing over haar toekomst te nemen – de hulpbronnen van de wereld billijk te verdelen en te leven in vrede, broederschap en ware rechtvaardigheid, of, in de woorden van Maitreya, om “geheel ten onder te gaan”. Hij is ervan overtuigd dat we de juiste keuze zullen maken.
De Kunst van het Leven wijst op de mogelijkheid van een totaal nieuwe manier van leven, een nieuwe dynamiek in onze benadering van het leven waarin we kunnen beginnen het creatieve vermogen van elke dag te benutten. Tussen de regels door wordt er wellicht ook gezinspeeld op hoe het is om een Meester te zijn; om zo verlicht, doelgericht, capabel, gracieus en verfijnd te zijn dat het menselijk bestaan van moment tot moment als een geweldig kunstwerk is. Voor de rest van ons is het een voortdurende reis en is de benodigde discipline soms zwaar, maar uiteindelijk onvermijdelijk en de moeite waard. Het is het proces waardoor we evolueren. En zo, dankzij het feit van ons bestaan op deze planeet, zijn we, elk op onze eigen wijze, grootse kunstenaars in wording.
Er zijn veel andere passages en inzichten in het boek om van te genieten. De beschrijving die Creme, zelf een groots kunstschilder van blijvende betekenis, van het artistieke proces geeft, is een genot: “Elke schilder of componist zoekt naar harmonie… Hij werkt eraan totdat hij het gevoel heeft dat het af is. Hoe weet hij dat het af is?… Hij moet tot een beslissing komen wanneer hij zal stoppen. Iets drijft hem tot herkenning van dat moment van beslissing. Dat komt wanneer alle facetten van de kunstvorm gehoorzamen aan de wetten waaronder de kunst bestaat en zichzelf uitdrukt, en dat op een levende, pulserende wijze. (blz. 8)
Tenslotte is het lastig je een boek van 200 bladzijden voor te stellen dat zo rijk en diep in betekenis is. Benjamin Creme’s vermogen om ingewikkelde ideeën uit te leggen, om diepgravende concepten met absolute precisie te verhelderen en verlichten, zonder daarvan de essentie af te zwakken, is een kenmerk van al zijn boeken. Voor degenen die erin geïnteresseerd zijn om enkele van de subtielste aspecten van de betekenis van het leven op aarde te begrijpen, kan deze bondige uitgave niet sterk genoeg aanbevolen worden.

Marc Gregory (Californië, VS) is musicus en bestudeert al lange tijd de Leringen van de Oude Wijsheid. Momenteel geeft hij les en woont in het buitenland.

You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.