De wezenlijke Broederschap van de mens

Door de Meester —, via Benjamin Creme (17 januari 2011)

Gedurende talloze eeuwen heeft de mens op Aarde rondgedoold voor voedsel, profijt, veiligheid en vrede. In stamverband en zelfs als natie heeft hij telkens weer de planeet doorkruist, strijdend en zich vermengend door huwelijk met een lange opeenvolging van allerlei verschillende volkeren. De uitkomst van dit eindeloos zwerven is de huidige, Ene mensheid.

Ongeacht de verschillen in kleur, godsdienst, traditie en taal zijn alle mensen nazaten van gemeenschappelijke voorouders en hebben zij zich langs dezelfde weg tot hun huidige toestand ontwikkeld. Dat die huidige toestand sommige groepen ontegenzeggelijk bevoorrecht boven anderen is het resultaat van vele historische factoren en niet van enig aangeboren verschil in intelligentie of aanpassingsvermogen. Door de geschiedenis heen zijn groepen voor kortere of langere tijd op de voorgrond getreden, om daarna weer in vergetelheid te raken, met slechts hun creativiteit als herinnering aan hun aanwezigheid voor latere generaties.

Omdat dit zo is, is het voor de moderne mensheid van wezenlijk belang zichzelf te zien als Eén en de uiterlijke verschillen als het resultaat van betrekkelijk recente klimaatomstandigheden, alsmede van de verschillende straalinvloeden die zich met regelmaat via de opkomende rassen gemanifesteerd hebben. Nog steeds evolueert de mensheid in bewustzijn, gezamenlijk, als Eén.

Terwijl ze gezamenlijk vorderen, voegt elk ras en onderras een nieuwe hoedanigheid toe aan het geheel. Het proces van herhaalde incarnaties zorgt ervoor dat mettertijd ieder individu de nieuwe kennis en het bewustzijn van het tijdperk meekrijgt. Zouden mensen de complexiteit en schoonheid van dit proces waarlijk begrijpen, dan zouden de afkeer en het wantrouwen, het ‘racisme’ van tegenwoordig, voor altijd verdwenen zijn. Dan zouden mensen zich realiseren dat ze daadwerkelijk broeders zijn; samen reizend op een schijnbaar eindeloze tocht van zelfontdekking.

Wanneer wij, jullie Oudere Broeders, openlijker werken, zullen jullie zien dat deze waarheid de kern vormt van Ons begrip van de aard en de verwantschap van de mens. De menselijke familie vormt de voedingsbodem voor onze levens. Daarin leren we samen te werken en aldus samen te scheppen, en weven we het weelderige tapijt van onze gedeelde identiteit.

Hoe dan kan de mens dit wezenlijke begrip verwerven? Wij, de Broederschap, zullen deze verwantschap uitdrukken in alles wat we doen en de mens zal leren zichzelf aldus te zien, allen broeders. Samendelen zal de mensen tot deze gelukkige toestand brengen en hem in zijn nieuwe uitdrukking van waarheid verheerlijken. Zo zal het zijn.

Dan zal de mens opstijgen tot de hoogten van verrichting, zijn kennis en ervaring met elkaar delend. Voorgoed verdwenen zullen de onwerkelijke hindernissen zijn die de mens heeft opgeworpen om zijn broeders op afstand te houden — en hen eindelijk als zichzelf zien.

You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.