Lezers schrijven – oktober 2014

Boodschap van hoop
Enige tijd geleden [april 2014] zaten mijn vrouw en ik in een bus. Er stapte een man in die eruit zag als een zwerver. Hij leek dronken, zong en sprak onzin. Soms riep hij iets tegen de gevestigde macht. Later zat hij precies achter me en tussen de onzin door begon hij op zachte toon woorden te zeggen die maakten dat ik me afvroeg of hij een Meester was, die via een goede genius sprak. Hij zei dat alles goed zou komen als de kloof tussen rijk en arm verdwijnt en noemde een paar verzen uit de Bijbel: Lucas 3:10-11, toen mensen Johannes de Doper vroegen wat ze moesten doen en hij antwoorde: “Wie twee jassen heeft, moet delen met wie er geen heeft en wie eten heeft moet hetzelfde doen”. Toen vertelde de man me dat die woorden hem in het hart geschreven staan. Hij zei dat hij niemand was, een onbelangrijk iemand op straat, maar hij had deze woorden op zijn voorhoofd staan. Hij zei dat het ideaal van het marxisme nooit correct tot ontwikkeling is gekomen, vanwege Stalin en zijn wrede bewind. Hij zei ook dat geen van de vormen van heerschappij in het verleden enige waarde had, dat er “iets nieuws” nodig was, waarin mensen intelligent zijn, nadenken, redeneren, en niet toestaan dat anderen hun vertellen wat ze moeten geloven of doen. Hij prees het vroege christendom en de katharen, en anderen die door de geschiedenis heen de gevestigde orde hebben aangevochten. Hij praatte ook veel over het arianisme en stond heel sympathiek tegenover hun leer. Hij zei dat we die oorspronkelijke boodschap van liefde naar de mensen moeten brengen. Hij deed niet anders, maar niemand luisterde naar hem, omdat ze denken dat hij gek is. Ik vertelde hem dat dat bij mij ook het geval was, dat we moeten zoeken naar de juiste manier om mensen te benaderen, zodat zij de woorden niet afwijzen. “Hoe benader je hen?” vroeg hij en bewoog zijn hoofd terwijl hij de vraag herhaalde. “We hebben een paar nodig die bekend zijn met internet,” antwoordde hij uiteindelijk, als bevestiging dat het nu een heel handig instrument is. Hij zei dat anarchie op individueel niveau niet nuttig is, dat een soort “sociale anarchie” nodig was, een mondiale ongehoorzaamheid, een gebrek aan onderwerping aan de politici en de machtige mensen. Hij had het over Zarathustra en berispte me vriendelijk dat ik Siddhartha van Herman Hesse niet gelezen had. “Wat voor soort onderwijs krijg je?” Je zou het moeten lezen en weten hoe Siddhartha afstand deed van lichamelijke genoegens en een Buddha werd.” Daarna, kijkend naar de weg, zei hij: “Iedere meter van die weg leverde iemand duizenden euro’s op, ten koste van de rug van een arbeider.” Hij zei dat talen niet belangrijk waren, maar dat het belangrijk is hoe mensen zijn, waarmee hij impliceerde dat waar je vandaan komt en je culturele achtergrond niet belangrijk zijn, aangezien we allemaal gelijk zijn. Hij sprak Frans met me en zelfs Latijn en ik vroeg of hij alle talen kende. Hij antwoordde meteen; “Ja, maar van elk een klein beetje.” Toen ging hij weer luider praten tegen de politici en de machtigen, dat zij ervoor verantwoordelijk waren dat zoveel mensen in de ellende zitten. Hij zei goedendag en stapte uit, luid zingend; “Kerstman stuur voedsel, de wereld is er verschrikkelijk aan toe. Toen hij zich voorstelde zei hij merkwaardig genoeg dat zijn achternaam “Monjardin” was. Ik heb wat onderzoek gedaan en vond dat er in Navarra, Spanje, een Monjardin-kruis is. De gekruisigde Christus aan het kruis toont, ondanks het lijden, een zegevierende houding, met zijn hoofd los van het kruis en een majestueuze kroon, in plaats van de doornenkroon. Misschien een boodschap van hoop voor ons om verzekerd te zijn van Christus’ overwinning in Zijn missie, ondanks al onze twijfel, ongeduld en angsten? Wie was deze man, een bijzondere persoon? Dank u.
H., Álava (Spanje).
Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat de “zwerver” de Meester Jezus was.

Wijze klant
Woensdag, 3 september [2014] gingen wij, vier groepsleden, er een paar uur tussenuit om de zon op te zoeken. We praatten over het werk, de groep en de noodzaak van eenheid, en waren erg blij dat Eenheid in Verscheidenheid mogelijk een van de thema’s zou kunnen zijn die binnenkort op de Europese Conferentie aan de orde komen. We gingen terug naar het Informatiecentrum en later, net voor we naar huis gingen, zagen we een Surinaamse man die naar de etalage stond te kijken en de gratis informatie die buiten uitgestald ligt. Hij kwam binnnen, lang, enigszins gebogen, achter in de zestig, en zei dat er één boek in de etalage was dat hij wilde kopen. Hij zei dat de titel “Eenheid en nog iets” was. We wezen naar het boek en hij bevestigde: “Ja, dat is het, Eenheid in Verscheidenheid! Alle boeken staan in de etalage – en uit alle boeken koos hij dat. We zeiden verschillende dingen als “het is een erg belangrijk boek en onderwerp”. We boden hem een kopje thee aan en de gelegenheid om het boek in te kijken. Maar, nee, hij kwam van buiten de stad en had nu geen tijd, maar hij zou op “de 20ste” terug zijn. Hij voegde er iets vreemds aan toe wat we ons niet meer precies herinneren, iets als: “Zal het dan gereed voor me zijn?” We namen aan dat hij 20 september bedoelde en vertelden hem dat we voor die tijd een aantal activiteiten hadden – de Open dag met een workshop, lezing enz. en daarna in oktober onze jaarlijkse landelijke lezing. Hij nam flyers mee en herhaalde dat hij terug zou komen.
Hij bevestigde onze zorgen en het gesprek eerder die dag over de noodzaak van eenheid. Was hij een bijzonder iemand?
JC, JK, ML, FE, Amsterdam.
Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat de bezoeker de Meester Jezus was.

Voor het Plan is niets te zwaar
Zo’n tien jaar geleden hadden vier leden van onze Transmissie-meditatiegroep een ervaring, namelijk dat we een paar joggers vreemd zagen doen en we zouden dankbaar zijn voor uw hulp om de betekenis van de ervaring te helpen begrijpen. We hadden de zesde lezing over Maitreya en de Meesters in één seizoen georganiseerd en stonden buiten te wachten tot de eigenaar van het restaurant, waar de lezing plaats zou vinden, zou komen om de deur open te maken. Het restaurant stond op een afgelegen plek. Terwijl we aan het wachten waren, zagen we plotseling een jogger die ons van links naar rechts passeerde met een halve boomstam op zijn schouders. Hij groette ons niet en jogde stevig door terwijl hij recht voor zich uit keek. Toen kwam een andere jogger van rechts en deze droeg een rugzak die gevuld was met bakstenen of stenen.   Mijn eerste reactie was: “Wat een uitslovers; ze overdrijven met hun inspanning.” Toen besefte ik dat mijn gedachte een oordeel was en ik schaamde me. Later, toen we binnen waren en iets dronken, merkte een groepslid op dat we misschien iets bijzonders hadden gezien.  Ik heb altijd gedacht dat beide joggers misschien Meesters geweest zouden kunnen zijn die mijn eigen uitsloverij om zes lezingen in een periode van zes maanden te organiseren, spiegelden. Misschien deed ik te veel? Maar onlangs ging ik vragen stellen bij deze interpretatie. Zou uw Meester ons alstublieft kunnen vertellen of de joggers Meesters waren en zo ja, waarom ze daar waren en wat Zij ons wilden zeggen?
CtD, Nijmegen.
Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat de “joggers” de Meester Jezus en een discipel waren. Ze ‘zeiden’: “Het is niet mogelijk om teveel werk op je te nemen.”

Zo vader, zo zoon
Na de conferentie van Share International in San Francisco dit jaar brachten mijn vrouw en ik enkele dagen door bij vrienden in Los Angeles. Op donderdag 21 augustus nam een van onze vrienden ons mee naar het Getty-museum om het prachtige gebouw en de collectie schilderijen te zien. Terwijl mijn vrouw en ik voorovergebogen dicht bij een schilderij van Rembrandt stonden en de techniek bespraken, kwam een suppoost naar ons toe en vroeg ons heel vriendelijk om niet te dichtbij te komen. Ik ging weg om naar een ander schilderij te kijken en mijn vrouw draaide zich weer naar de Rembrandt. De suppoost kwam weer naar haar toe en zei dat hij haar, omdat ze zo lief was, iets wilde vertellen over het museum; na een enkele ogenblikken sloot ik me weer bij haar aan. De man vroeg ons of we uit de omgeving kwamen. Toen we hem vertelden dat we uit Canada kwamen, begon hij te vertellen dat hij leraar was geweest en eens met een professor uit Montreal had samengewerkt. In het gesprek dat volgde vroegen we hem waar hij vandaan kwam en hij zei dat hij “100 procent Afghaan” was (we hadden gedacht dat hij misschien uit Duitsland kwam, maar zijn lichte accent gaf geen duidelijke indicatie van zijn land van origine en we zouden nooit Afghanistan geraden hebben). Terwijl hij ons veel interessante feiten over het museum vertelde, was dat het niet wat zo interessant aan ons gesprek was. Hij praatte al gauw over zijn vader, die had gezegd dat mensen alle godsdiensten behoren te respecteren; dat alle godsdiensten hetzelfde zeggen; dat Mohammad vele malen Jezus heeft geciteerd, toen hij zei dat mensen geduld moeten hebben. Hij zei dat zijn vader hem had gevraagd om voor hem de Bijbel te vertalen. Hij had tegen zijn vader gezegd dat de Bijbel een heel dik boek is en het veel tijd zou nemen om het te vertalen, maar hij stemde niettemin in. Hij vertelde ons toen dat hij Afghanistan moest verlaten omdat de Russen gekomen waren en hij geen lid van de partij was. Hij was twee jaar in het buitenland en in die tijd werkte hij aan zijn vertaaltaak. Hij werd teruggeroepen naar het land om les te geven en kon niet weigeren. Na zijn terugkeer liet hij zijn vader zien wat hij vertaald had: een heel klein gedeelte van de Bijbel (hij zei misschien 5 procent). Hij zei dat zijn vader niet veel onderwijs had genoten, maar dat hij zei dat wat hij las van zijn zoons vertaling, bewees wat hij altijd gezegd had: alle godsdiensten zeggen hetzelfde en dat we alle godsdiensten moeten respecteren.  De man, die misschien achter in de 60 was, sprak over deze zaken niet nadrukkelijk of indringend, op een vriendelijke en open manier. Het was alsof hij alleen maar een waarheid aan ons doorgaf en niet van ons verwachtte dat we accepteerden of afwezen wat hij zei. Terwijl we wegliepen begonnen mijn vrouw en ik beiden energie te voelen, dezelfde als de zegeningen van Maitreya of de overschaduwingen via Benjamin Creme. Het was zeer onverwacht en duurde ongeveer vijf minuten, met een na-effect van misschien vijftien minuten. Hoewel we niets buitengewoons ervaren hadden terwijl we in de aanwezigheid van de man waren, zei mijn vrouw dat zij zich over hem verwonderd had terwijl hij met ons praatte – zij had sterk de indruk dat hij wellicht een van de Meesters was. Hij was zo’n aardige man: intelligent, hartelijk, sprak met zachte stem, beminnelijk.
Zou uw Meester kunnen zeggen of deze man een ‘bijzondere’ persoon was of gewoon erg aardig?
RS en JW, Vancouver (Canada).
Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat de man de Meester Jezus was.

De uitverkorene
Eind juni 2014 was ik voor een paar dagen met vakantie in Londen. Op een dag kwam er buiten het station Kentish Town een jonge, lange man van in de 30 naar me toe. Hij had een lichte huidskleur, kort blond haar en was sportief gekleed in t-shirt en driekwart broek. Hij legde uit dat hij van zijn fiets was gevallen, zich verwond had en wat geld nodig had voor de trein naar huis (ik denk dat hij iets van 2 pond vroeg). Hij trok zijn rechter broekspijp op en liet me zijn verwonding zien. Onder de knie waren twee grote, ronde en diepe wonden, maar er kwam uit geen van beide bloed. Ik haalde alle muntstukken die ik had uit het muntenvakje in mijn jeans. Omdat ik niet gewend was aan de waarde van alle munten scheidde ik in mijn hand die waarvan ik dacht dat ze meer waard waren. Hij pakte ze en zei me dat het voldoende was. Hij bedankte me en ging op weg langs een oplopend gedeelte naar waar er fietsen geparkeerd stonden.  Ik liep verder en terwijl ik bij een voetgangersoversteekplaats stond te wachten tot het licht op groen sprong, draaide ik me om en zag hem op het oplopende gedeelte zitten met zijn rug steunend tegen de railing, bezig zijn rechter broekspijp naar beneden te trekken. Ik dacht dat hij zich klaar maakte om weg te gaan om de trein naar huis te pakken. Ik keek een moment weg en toen draaide ik om maar hij was nergens te zien. Ik was verbaasd dat hij zo snel bij het station van de London Overground had kunnen komen.   Naderhand zocht ik uit nieuwsgierigheid op het internet naar de munten die ik had en zag dat hij een munt van twee pond en een van 50 pence had genomen. De ontmoeting verwarde me omdat het erop leek dat hij onderaan het oplopende gedeelte stond te wachten en rechtstreeks naar me toe kwam alsof er niemand anders in de buurt was, hoewel er heel wat mensen op straat waren.
Was dit een gewone jonge man die hulp nodig had of een bijzondere persoon?
Horacio Londner, Barcelona (Spanje).
Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat de ‘jonge man’ Maitreya was.

You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.