Oproep tot een ‘circulaire economie’
De Britse zeilster Ellen MacArthur introduceerde in 2010 het idee van een ‘circulaire economie’, of een gesloten kringloopsysteem. Tijdens haar reis om de wereld in 73 dagen in 2004-2005 was zelfvoorziening van wezenlijk belang. Zij vergeleek het leven op onze planeet met haar trimaran en ze besefte dat er parallellen waren. Onze planeet voorziet in al het noodzakelijke om te leven en toch ontkennen we nog steeds het eenvoudige feit dat het gebruik van grondstoffen beheerst wordt door de wet van verminderde opbrengsten. Ellen bepleit een niet-lineaire economie, ook bekend als het ‘van de wieg tot de wieg’ principe (in het Engels ‘cradle-to-cradle’ ofwel C2C), die een gesloten lus vormt waarin materialen worden hergebruikt. In een gesloten kringloopsysteem brengen fabrieken niets naar de vuilstort en hergebruiken hun producten tot ze op zijn. Dit heeft nog andere voordelen zoals werkgelegenheid, besparing op grondstoffen en het doorlopend recyclen van afval. In de auto-industrie erkent men steeds meer dat het lineaire model van ‘nemen, maken, weggooien’, dat rust op grote hoeveelheden gemakkelijk toegankelijke ruwe materialen en energiebronnen, een onacceptabel hoge ‘CO 2-voetafdruk’ genereert. Zogenoemde ‘efficiëntie’ is het doel, ofwel vermindering van het verbruik van grondstoffen en fossiele brandstof die voor elke geproduceerde eenheid nodig zijn. Maar ook dan nog zijn deze niet-hernieuwbare hulpbronnen per definitie eindig en leidt dit alleen maar tot uitstel van het onvermijdelijke. Men beseft steeds meer dat het gehele systeem moet veranderen. Autofabrikanten beginnen in hun productieproces elementen van het gesloten kringloopsysteem in te passen en over te nemen. C2C en Ford hebben een ‘Model U’ auto ontworpen met de hulp van adviseurs van McDonough Braungart Design Chemistry (MBDC). MBDC adviseert fabrikanten hoe in productiesystemen principes van C2C toegepast kunnen worden met als doel de economie, ecologie en het eigen actieve vermogen nieuw leven in te blazen. Hun nieuwe op waterstof aangedreven voertuig beschikt over polyesterbekleding, vervaardigd uit een “technische bouwstof”. Het is een afgeleide van chemicaliën die onschadelijk zijn voor mens en milieu, en het materiaal kan tot in het oneindige hergebruikt worden. Het autodak is van een nieuwe “biologische bouwstof” gemaakt, een polymeer afkomstig van graan dat na gebruik gecomposteerd kan worden. Door waterstof aangedreven ‘fuel cell voertuigen’ (brandstofcelvoertuigen of FCV’s) kunnen de afhankelijkheid van olie aanzienlijk verminderen, evenals de schadelijke uitstoot die bijdraagt aan de klimaatverandering. FCV’s rijden op waterstofgas in plaats van olie en hebben geen schadelijke uitstoot. De kosten zijn hoger dan van normale auto’s maar erin investeren zal aanzienlijk bijdragen aan de gezondheid van mensen en milieu. De Mirai (‘toekomst’) FCV van Toyota zal het eerste ‘brandstofcelvoertuig’ zijn dat tegen eind 2015 te koop is. Het hoofd van de afdeling brandstofcelontwikkeling van Toyota, Katsuhiko Hirose zei: “Dit is niet het einde van een ontwikkeling, maar pas het begin.” In het VK heeft de regering ongeveer 15 miljoen euro subsidie toegezegd voor 15 waterstoftankstations. Londen maakt ook deel uit van het HyFIVE project, waarbij 15 grote fabrikanten betrokken zijn, dat in 2015 in zes grote Europese steden 110 brandstofcelauto’s op de weg wil hebben. Op dit moment is het een zeldzame auto, maar het bedrijf stelt dat het er in de komende 10 jaar van de 21e eeuw “tienduizenden” wil produceren.
(Bronnen: ellenmacarthurfoundation .org; fueleconomy.gov/feg; autoexpress .co.uk)
You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.