‘Uw watervoetafdruk’ – boekbespreking

Stephen Leahy: Your Water Footprint
‘Uw watervoetafdruk’
boekbespreking door Betsy Whitfill

Sinds enkele jaren wordt er gewaarschuwd dat de watervoorraden in de wereld afnemen. Zoals met zoveel waarschuwingen nemen we het serieus, om vervolgens in onze dagelijkse routines te vervallen in de zekerheid dat de deskundigen de problemen wel zullen oplossen. Wat kunnen wij er immers aan doen? Het grote, schitterend geïllustreerde boek van Stephen Leahy, Your Water Footprint (Uw watervoetafdruk) is een werkboek dat ons bewust maakt, voornamelijk gericht op Noord-Amerikanen. Het beschrijft nauwkeurig welke hoeveelheden zoetwater nodig zijn om onze hoog-consumptieve manier van leven in stand te houden en hoe onze levensstijl onze planeet drooglegt.
Terwijl hij begint met de vermelding dat dagelijks 1100 miljard kubieke meter regenwater op de aarde valt, schrijft Leahy dat het meeste in de oceanen eindigt. Slechts 2,5 procent van al het beschikbare water op aarde is zoet, en veel daarvan zit opgesloten in ijs en permafrost. Anders gezegd, wanneer een 18-liter fles staat voor al het water op aarde, zijn slechts drie theelepels daarvan drinkbaar zoetwater. Degenen van ons die wonen waar regen overvloedig is, zelfs met inbegrip van droogtecycli, verkeren in gezegende onwetendheid over hoe kostbaar ons water eigenlijk is.
De gemiddelde Noord-Amerikaan verbruikt voor dagelijkse activiteiten 378 liter zoetwater – gazon besproeien, auto wassen en het vullen van zwembaden niet meegerekend. Maar in delen van Afrika en Azië lopen vrouwen dagelijks 6 km met een paar liter (hopelijk drinkbaar) water in containers op hun hoofd om te drinken, te koken en schoon te maken. Men vraagt zich af wanneer de wereld de rechtvaardige verdeling van hulpbronnen in praktijk brengt, wat voor transportsysteem nodig is om het beschikbare zoetwater te verdelen. En hoe zullen ontwikkelde landen met een overvloed aan zoetwater leren om onnodig verbruik te verminderen?
Allereerst moeten we ons bewust worden van hoeveel water (zoetwater!) nodig is om voedsel, kleding en energie die we kopen, te produceren. Leahy illustreert dit met slimme, begrijpelijke grafieken die de hoeveelheden “virtueel water” – het niet direct zichtbare water dat nodig is voor teelt en productie – van veelgebruikte producten weergeven. Dit is waar bewustwording echt begint.
Als we cola als voorbeeld nemen, dan is er eerst het directe gebruik van zoetwater, aangezien cola bijna geheel uit water bestaat. Echter, de virtuele extra waterhoeveelheid wordt afgeleid uit de hoeveelheid die nodig is voor de verbouw en raffinage van de suiker en vanille, en de extractie van cafeïne uit koffiebonen. Ook is er de plastic fles die uit olie gemaakt wordt door een industrie die een notoire waterverbruiker is. Tenslotte is er het water dat nodig is voor de productie van de verpakking en verzending. Uiteindelijk is de watervoetafdruk van een 500 ml fles cola 175 liter. Om een kilo rundvlees te produceren is maar liefst 15.400 liter water nodig. Een kopje thee kost 35 liter water, terwijl een kopje koffie 140 liter vraagt. Een katoenen T-shirt vergt 2.500 liter water om te maken, een spijkerbroek 7.600 liter.

Water om energie te produceren
De pulp- en papierindustrie verbruikt en vervuilt meer water per ton product dan elke andere industrie in alle geïndustrialiseerde landen. Energieproductie is de op één na grootste verbruiker van zoetwater: Veertig procent van het industriële watergebruik in de VS wordt gebruikt om de centrales te koelen. Leahy merkt op dat bij de watervoetafdruk van elke energiecentrale ook het waterverbruik voor de mijnexploitatie van kolen en uranium, winning van aardgas en de bouw van infrastructuur opgeteld moet worden.
Of een energiecentrale nu wordt gevoed door kolen, aardgas of kernsplijting, er wordt water verwarmd tot stoom om turbines die de elektriciteit produceren te laten draaien. Water wordt gebruikt om energie te produceren en energie wordt gebruikt om water op te pompen en te distribueren, dus hoe hoger de energievraag, hoe hoger het waterverbruik. Het grootste deel van dat water wordt teruggegeven aan de bron, een nabijgelegen rivier of meer, maar het is warm water dat vissen en waterfauna doodt. Ofschoon fabrieken die in de afgelopen 30 jaar gebouwd zijn hun koelwater hergebruiken, doen oudere dat niet.
Leahy voltooit zijn beknopte analyse van het enorme waterverbruik in de olie- en gasindustrie door op te merken dat, hoewel energiebedrijven tot de rijkste ter wereld behoren, ze onnoemelijke hoeveelheden zoetwater (kennelijk zijn betrouwbare gegevens niet “direct beschikbaar”) gebruiken en vervuilen, en er niets voor betalen.
Waterkracht, afkomstig van dammen, heeft ook een hoge “water-naar-elektriciteitvoetafdruk” door verdamping in de bijbehorende reservoirs. Leahy noemt het voorbeeld van Lake Mead in de Colorado-rivier, achter de Hoover-dam nabij Las Vegas (Nevada), dat 4160 miljoen kubieke meter per jaar verliest aan verdamping en volgens de laatst gepubliceerde meting op het laagste niveau staat sinds het in 1937 werd aangelegd.
Zonne- en windenergie gebruiken geen water, schrijft Leahy, behalve wat er wordt verbruikt bij de bouw van de infrastructuur. Recente ontwikkelingen in het ontwerp van zonneconcentrators (grote rijen spiegels die zonlicht concentreren op een watertoren om stoom te genereren voor het aandrijven van turbines) hebben geleid tot kleinere watervoetafdrukken dan oudere concentrators. De nieuwste centrale in de Mojave-woestijn gebruikt een methode van droge koeling die maar net zoveel water vraagt als nodig is voor twee holes op een golfbaan, terwijl hij genoeg elektriciteit levert voor 100.000 huizen.
Wat betreft windenergie, schrijft Leahy dat in 2013 het toegenomen gebruik van deze hernieuwbare energiebron het jaarlijkse waterverbruik in de VS verminderde voor de opwekking van elektriciteit met 154 miljard liter, ofwel 490 liter per Amerikaan, terwijl tegelijkertijd de CO2-uitstoot van elektriciteitscentrales met 95,6 miljoen ton afnam. Leahy citeert cijfers van The American Wind Energy Association dat deze vermindering van CO2 gelijk is aan 16,9 miljoen recent geproduceerde auto’s op de Amerikaanse wegen.
Deze gegevens laten duidelijk zien dat het gunstig is om zo snel mogelijk over te gaan op zonne- en windenergie en tegelijkertijd de gebruikte technologieën te verbeteren. In delen van de wereld waar water van nature schaars is, zal zonne-en windenergie de sleutel tot een duurzame toekomst zijn.
In zijn uitgebreide bespreking van hoe water beschikbaar is en gebruikt wordt, waar het wordt opgeslagen en hoeveel meer grondwater wordt gebruikt dan er wordt aangevuld, geeft Leahy de lezer een dynamisch beeld van de rol van water in ons leven. Zijn nadruk ligt op bewustwording in de hoop dat een ieder van ons zal leren om water verstandig te gebruiken en te eisen dat onze industrieën hun watervoetafdruk evalueren en beperken.

Grondwateruitputting
In een artikel van 15 juli 2015 schrijft de Washington Post over een tien jaar durende studie met behulp van satellietgegevens van NASA, waaruit blijkt dat 21 van de 37 grootste aquifers van de wereld zich nu onder een duurzaam niveau bevinden. Grondwater, dé bron voor landbouw en stedelijk gebruik in de hele wereld, raakt sneller op dan het kan worden aangevuld, en het toenemende zoutgehalte van het grondwater is langzaam bezig gewassen te verwoesten. Leahy schrijft dat 1,6 miljoen hectare landbouwgrond jaarlijks wordt prijs gegeven vanwege verzilting. Dat komt neer op elk jaar de gezamenlijke oppervlakte van Connecticut en Rhode Island.
Door toenemende stadsbevolking, in combinatie met wereldwijde droogte, is het aantal waterputten dat wordt geslagen tot kritieke hoogte gestegen. Leahy schrijft dat boeren in India 23 miljoen waterputten hebben geslagen om hun gewassen te irrigeren. In één Indiase staat is het grondwaterpeil met 6 meter gedaald. Het duurt tientallen jaren, zo niet eeuwen om deze aquifers weer aan te vullen. Een artikel op takepart.com ‘Al dorstig? Acht steden waar het water vreemd genoeg opraakt’, bericht dat er acht grote steden zijn waar water opraakt vanwege een verscheidenheid aan potentieel oplosbare redenen, zoals slecht beheer en verouderde techniek: Tokio, Miami, Londen, Caïro, Sao Paulo, Beijing, Bangalore en Mexico-Stad.

Waterbesparende tips
Leahy sluit af met een hoofdstuk over waterbesparende tips voor ieder persoonlijk die, gezien de afschrikwekkende mondiale feiten en trends, onbetekenend lijken maar hij verzekert de lezer dat iedere inspanning waardevol is. Ja, neem kortere douches, bespaar op papier, repareer waterlekkage, houd koud gefiltreerd kraanwater in de koelkast in plaats van gebotteld water te kopen, bijvoorbeeld.
Maar daarnaast kunnen waterbesparende veranderingen in levensstijl zich vertalen in aanzienlijke waterbesparingen, wat samen met een beetje hulp van moeder Natuur de huidige trend in de richting van ernstige watertekorten kan verlichten. Leahy doet een aantal suggesties, zoals:
- minder autorijden om minder benzine te verbruiken
- lokale overheden en de media stimuleren om op een regelmatige basis actief waterbesparing te bevorderen
- kinderen op jonge leeftijd waterbesparende gewoonten aanleren
- voorstellen dat uw werkgever een training om water te besparen onderdeel maakt van voorlichting aan werknemers en dat het kantoorgebouw overgaat op nieuwe waterbesparende kranen en toiletten
- voorstellen dat lokale waterbesparingstechnieken aan lokale of nationale bureaus voor toerisme worden gegeven, zodat toeristen en bezoekers deel van het lokale plan voor verduurzaming kunnen worden
- tweedehandskleding kopen
- minder vlees eten
- kopen bij bedrijven die behoud van water bevorderen.
Leahy adviseert: “Draai de kraan dicht en laat hem dicht.”

Stephen Leahy, Your water footprint: The shocking facts about how much water we use to make everyday products. Firefly Books, 2014.

You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.