De stem van het volk

VN-deskundige: klimaatverandering “grote bedreiging” voor voedselzekerheid
Klimaatverandering vormt een ernstige en duidelijke bedreiging voor de voedselzekerheid waardoor in 2080 nog eens 600 miljoen mensen ondervoed kunnen raken, waarschuwde een van de mensenrechtendeskundigen van de Verenigde Naties.
“Verhoogde frequentie en intensiteit van extreme weersomstandigheden, stijgende temperaturen en zeespiegel, maar ook overstromingen en droogte hebben een aanzienlijke invloed op het recht op voedsel,” zegt Hilal Elver, speciale VN-rapporteur voor het recht op voedsel, in een persbericht.
“Al deze klimaatincidenten zullen een negatieve invloed hebben op gewassen, vee, visserij, waterculturen en het levensonderhoud van mensen,” voegde ze eraan toe en waarschuwde dat inspelen op de vraag naar voedsel door middel van agrarische modellen die op grootschalige productie gericht zijn, niet de juiste oplossing is.
Elver onderstreepte ook de noodzaak van een grote verschuiving van industriële landbouw naar transformatieve systemen zoals agro-ecologie die de lokale voedseldynamiek ondersteunen, kleine boeren beschermen, de mensenrechten, voedseldemocratie en culturele tradities respecteren en tegelijkertijd het milieu duurzaam onderhouden en een gezond dieet bevorderen.
“Degenen die het minst hebben bijgedragen aan de opwarming van de aarde zijn degenen die uiteindelijk het meeste onder de schadelijke effecten zullen lijden,” benadrukte ze. “Actie is dringend nodig om de uitdagingen die de klimaatverandering ons op legt aan te pakken, maar beleid gericht op matiging en aanpassing moet het recht op voedsel en andere fundamentele mensenrechten respecteren.”
Als speciaal rapporteur deed zij aanbevelingen aan de vooravond van de VN-conferentie over klimaatverandering, COP21, die van 30 november tot 11 december 2015 in Parijs zal plaatsvinden. Het doel van de top is een universeel toepasbaar juridisch instrument in het kader van een door de VN te bereiken raamverdrag inzake klimaatverandering (UNFCCC), om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.
“Het maatschappelijk middenveld oefent druk uit op de partijen van het klimaatverdrag om in Parijs echte resultaten te bereiken door afspraken over een aanpak van mensenrechten gekoppeld aan de overeenkomst over klimaatverandering, die de rechten zal respecteren, beschermen en uitoefenen van alle personen, in het bijzonder de kwetsbaarste. Elke overeenkomst moet een duidelijke toezegging van alle betrokken partijen bevatten om voor klimaatrechtvaardigheid en voedselzekerheid voor allen te zorgen,” zei mevrouw Elver. “Zoals op de Wereldmilieudag in juni door alle speciale mandaathouders gezamenlijk verklaard werd, moeten overheden ervoor zorgen dat de mensenrechten in het middelpunt staan van het beheer en bestuur rond klimaatverandering.”
Daarnaast benadrukte de speciale rapporteur haar bezorgdheid over de gevolgen van de klimaatverandering op het recht op voedsel in haar recente rapport dat in oktober aan de Derde Commissie van de Algemene Vergadering van de VN voorgelegd werd.
Onafhankelijke experts of speciale rapporteurs worden door de in Genève gevestigde VN-Mensenrechtenraad benoemd om de situatie van een land of een specifiek mensenrechtenthema te onderzoeken en er verslag over uit te brengen. De posities zijn eervol en de deskundigen zijn niet in dienst van de VN, noch worden ze voor hun werk betaald. (Bron: Persbericht VN)

Presidentiële ommezwaai
Na zeven jaar afwegen verwierp president Obama het voorstel voor de aanleg van de Keystone XL-pijplijn voor fossiele brandstoffen. Het project was bedoeld voor het transport van meer dan 800.000 vaten teerzandolie per dag uit Alberta (Canada) naar de zuidelijke Golfkust van de Verenigde Staten, voor raffinage, export en verbranding.
Bij de aankondiging van het besluit zei president Obama: “Amerika is nu een wereldleider als het gaat om het nemen van serieuze maatregelen in de strijd tegen klimaatverandering. Eerlijk gezegd, zou goedkeuring van dit project dat wereldwijde leiderschap hebben ondergraven en dat is het grootste risico dat we onder ogen zien: niet handelen.”
De beslissing van de president was een enorme overwinning voor milieuactivisten die een aantal jaren onvermoeibaar werkten om het project te blokkeren. Een artikel op de website CommonDreams verklaarde: “Door jarenlang campagne te voeren zonder weerga hebben gewone mensen in de Verenigde Staten en Canada wat een onopvallende automatische goedkeuring voor nóg een fossiele brandstofpijpleiding had kunnen zijn, veranderd in een internationaal gevolgde strijd tegen klimaatverandering. Sinds 2011 hebben gemeenschappen overal in de Verenigde Staten meer dan 750 directe acties en protesten georganiseerd – van massale sit-ins bij het Witte Huis tot een betoging van tientallen duizenden deelnemers op de National Mall [tussen het Capitool en het Washington-monument in Washington D.C.]. Boeren, arbeiders, studenten, inheemse volkeren en gemeenschappen aan de frontlinies van olieraffinaderijen en extreme weersomstandigheden hebben hun lichaam en relaties op het spel gezet – door te praten met hun buren, en de straat op te gaan en arrestatie te riskeren”.
Een van de leiders van de anti-Keystone XL-campagne, 350.org, en medeoprichter Bill McKibben, zei: “President Obama is de eerste wereldleider die een project afblaast vanwege het effect op het klimaat. Dat geeft hem een nieuwe status als een milieuleider, en het bekrachtigt heel duidelijk de vijf jaar dat velerlei mensen miljoenen uren in deze strijd gestoken hebben.” May Boeve, directeur van 350.org, voegde eraan toe: “Dit is een grote overwinning. Het besluit van president Obama om Keystone XL te verwerpen vanwege de impact op het klimaat is niets minder dan historisch – en schept een belangrijk precedent dat schokgolven moet zenden door de fossiele brandstofindustrie… Meer dan wat ook, echter, bevestigt het besluit van vandaag de kracht van sociale bewegingen om politieke verandering teweeg te brengen en is een duidelijk teken dat onze beweging sterker is dan ooit”. (Bron: ecowatch.com; commondreams.org; 350.org)

Desinvestering fossiele brandstoffen overstijgt 2,6 biljoen dollar
De hoeveelheid geld die de wereld heeft toegezegd terug te trekken uit investeringen in fossiele brandstoffen bedraagt nu meer dan 2600 miljard Amerikaanse dollar, aldus een analyse van Arabella Advisors, een particulier adviesbureau dat werkt met filantropische groepen. Dit cijfer is 50 keer hoger dan de 52 miljard dollar die een jaar geleden waren gedesinvesteerd. Meer dan 400 instellingen en 2000 personen hebben toegezegd uit beleggingen in fossiele brandstoffen te stappen, aldus het rapport. Deze toezeggingen zijn afkomstig van overheden en investeerders uit 43 landen en meerdere sectoren, zoals pensioenfondsen, gezondheidszorg, onderwijs, filantropie, geloof, entertainment, klimaatrechtvaardigheid en gemeenten. Opvallende toezeggingen betreffen het Noorse Pensioenfonds, het Canadees Medisch Genootschap, de Wereldraad van Kerken, de Universiteit van Californië, de Children’s Investment Fund Foundation en de Rockefeller Brothers Fund.
Onder degenen die desinvestering toezeggen, zijn er velen die ook toezeggen te investeren in klimaatoplossingen zoals schone energie, initiatieven voor klimaatrechtvaardigheid en duurzame landbouw. Instellingen en particulieren die hebben toegezegd om af te stoten en te investeren in schone energie bezitten gezamenlijk 785 miljard dollar aan activa. Wereldwijd bereikte investeringen in schone energie in 2014 310 miljard dollar.

You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.