Maitreya’s Prioriteiten – jan./feb. 2016

Ongelijkheid groeit: 62 superrijken bezitten evenveel als de helft van de wereld
Het jongste rapport van Oxfam bevestigt dat de kloof tussen arm en rijk extreme proporties heeft aangenomen: de 62 rijkste miljardairs bezitten evenveel als de armste helft van de wereldbevolking.
Het verslag van de liefdadigheidsinstelling, dat tegelijk met de bijeenkomst van vele superrijken op het jaarlijkse EconomischWereldforum (WEF) in Davos (20-23 januari 2016) verscheen, pleit voor dringende maatregelen tegen de tendens die aangeeft dat 1 procent van de mensen meer vermogen bezitten dan de overige 99 procent samen.
Oxfam zegt dat het vermogen van de armste 50 procent tussen 2010 en 2015 met 41 procent gedaald is, ondanks dat de wereldbevolking met 400 miljoen mensen gegroeid is. In dezelfde periode steeg de rijkdom van de rijkste 62 mensen met 500 miljard dollar tot 1760 miljard dollar. In 2010 bezaten de 388 rijkste mensen dezelfde rijkdom als de armste 50 procent. Dit aantal daalde tot 80 [d.w.z. de 80 rijkste] in 2014 voordat het verder terugviel in 2015.
Mark Goldring, algemeen directeur van Oxfam GB, zei: “Het is simpelweg onaanvaardbaar dat de armste helft van de wereldbevolking niet meer bezit dan een kleine groep van wereldwijde superrijken – zo klein, dat ze allemaal in één touringcar passen.
“De zorg van wereldleiders over de escalatie van de ongelijkheidscrisis heeft zich tot nu toe niet vertaald in concrete actie om ervoor te zorgen dat degenen aan de onderkant hun eerlijk deel van de economische groei krijgen. In een wereld waar één op de negen mensen elke nacht met honger naar bed gaat, kunnen we ons niet veroorloven om de rijksten een steeds groter deel van de taart te blijven geven.”
Oxfams voorspelling dat de rijkste 1 procent in 2016 hetzelfde vermogen als de armste 50 procent zou bezitten, is een jaar eerder dan verwacht uitgekomen. Vooraanstaande figuren, van paus Franciscus tot IMF-directeur Christine Lagarde, hebben opgeroepen tot actie om de trend van de ongelijkheid te keren, maar Oxfam zei dat hun woorden niet in actie vertaald zijn.
De bijeenkomst van het WEF in Davos vindt plaats te midden van angst dat de onrust op de financiële markten sinds de jaarwisseling het begin van een nieuwe fase kan inluiden van de mondiale crisis die acht jaar geleden begon – deze keer vanuit de opkomende minder ontwikkelde landen.
Oxfam zegt dat een drieledige aanpak nodig is: een nietsontziende campagne tegen belastingontwijking; hogere investeringen in openbare diensten; en hogere lonen voor de laagstbetaalden. Het zei dat het sluiten van belastingparadijzen een prioriteit moet zijn, omdat steeds meer rijke particulieren en bedrijven deze gebruiken om belasting te ontwijken en dit berooft regeringen van middelen die nodig zijn om armoede en ongelijkheid aan te pakken.
De organisatie zegt verder dat maar liefst 30 procent van alle Afrikaanse financiële rijkdom waarschijnlijk in het buitenland is ondergebracht. Het geschatte verlies van 14 miljard dollar aan belastinginkomsten zou genoeg zijn om de gezondheidszorg voor moeders en kinderen te betalen, genoeg om 4 miljoen kinderlevens per jaar te redden en om voldoende leraren in dienst te kunnen nemen om elk Afrikaans kind onderwijs te geven.
De Equality Trust, die campagne voert tegen ongelijkheid in het Verenigd Koninkrijk, zegt dat het vermogen van de 100 rijkste Britse families sinds 2010 met ten minste 57 miljard pond is toegenomen, terwijl het gemiddelde inkomen in die periode daalde. Duncan Exley, directeur van de Trust, zegt: “Ongelijkheid, wereldwijd maar ook in het VK, is nu op een ontstellend hoog niveau. We weten dat een dergelijke enorme kloof tussen de rijksten en de rest van ons slecht is voor onze economie en de samenleving. We moeten nu onze politici wakker schudden om deze gevaarlijke concentratie van rijkdom en macht in de handen van zo weinigen aan te pakken.” (Bron: theguardian.com)

24 miljoen kinderen in conflictgebieden verstoken van onderwijs
Bijna 24 miljoen kinderen in crisisgebieden in 22 door conflicten verscheurde landen zijn verstoken van onderwijs, waardoor hun eigen toekomst en die van hun samenleving gevaar loopt, aldus het Kinderfonds van de Verenigde Naties (UNICEF) in januari 2016.
“Kinderen in landen met conflicten hebben hun huizen, familieleden, vrienden, veiligheid en dagritme verloren. Nu ze zelfs niet in staat zijn om de elementaire lees- en schrijfvaardigheden te leren, lopen zij het risico hun toekomst te verliezen en de kans om bij te dragen aan hun economie en de samenleving wanneer ze volwassen zijn,” zegt Jo Bourne, hoofd Onderwijs van UNICEF.
De analyse benadrukt dat bijna een op de vier van de 109,2 miljoen kinderen in de leeftijd van basisonderwijs en onderbouw van het voortgezet onderwijs – meestal tussen de 6 en 15 jaar – die in conflictgebieden leven, hun opleiding mislopen.
Zuid-Soedan, dat in beroering raakte toen twee jaar geleden het conflict tussen president Salva Kiir en zijn voormalig vice-president Riek Machar uitbrak – met duizenden doden, de ontheemding van meer dan 2,4 miljoen mensen en gevolgen voor de voedselzekerheid van 4,6 miljoen mensen als gevolg – herbergt het hoogste percentage kinderen die van onderwijs verstoken blijven.
Meer dan de helft (51 procent) van de kinderen in de leeftijd van basisonderwijs en onderbouw heeft geen toegang tot onderwijs. Niger volgt op de voet met 47 procent kinderen die niet naar school gaan, gevolgd door Soedan met 41 procent en Afghanistan met 40 procent.
UNICEF benadrukte dat het verzamelen van gegevens over kinderen in landen die door conflicten getroffen zijn uiterst moeilijk is en dat deze cijfers op zichzelf daarom waarschijnlijk onvoldoende indicatie geven van de reikwijdte en de ernst van de problematiek.
Het agentschap vreest dat, tenzij het beschikbaar maken van onderwijs in conflictgebieden prioriteit wordt, een generatie kinderen in die gebieden zal opgroeien zonder de vaardigheden die ze nodig hebben om bij te dragen aan hun land en hun economie, wat de al wanhopige situatie voor miljoenen kinderen en hun families nog verergert.
Onderwijs blijft een van de sectoren die de minste financiering ontvangen uit humanitaire acties voor noodhulp. In Oeganda, waar UNICEF diensten verleent aan Zuid-Soedanese vluchtelingen, wordt onderwijs geconfronteerd met een financieringstekort van 89 procent.
Jo Bourne: “School voorziet kinderen van de kennis en vaardigheden die ze nodig hebben om hun gemeenschappen te herbouwen als het conflict eenmaal voorbij is, en op de korte termijn biedt het hun de stabiliteit en de structuur die nodig is om om te gaan met het trauma dat ze hebben meegemaakt.”
“Scholen kunnen kinderen ook beschermen tegen de trauma’s en fysieke gevaren om hen heen. Wanneer kinderen niet naar school gaan, lopen ze een verhoogd risico op misbruik, uitbuiting en rekrutering door gewapende groepen.”
Tijdens perioden van instabiliteit en geweld worden scholen meer dan een plek om te leren. UNICEF is bezig om veilige plekken te creëren waar kinderen kunnen leren en spelen om normaliteit in hun leven terug te brengen. Ondanks deze inspanningen zijn beperkingen wat betreft veiligheid en financiële tekorten van invloed op het onderwijs en de verspreiding van leermiddelen in conflictsituaties. (Bron: www.un.org)

Luchtvervuiling: noodsituatie voor de volksgezondheid
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft een nieuwe waarschuwing uitgegeven voor dodelijke vervuiling in veel van de grootste steden van de wereld, en stelt dat slechte luchtkwaliteit miljoenen doodt en de gezondheidszorg over de hele wereld erdoor overbelast dreigt te raken. Volgens de WHO is de luchtkwaliteit over de hele wereld verslechterd tot een punt waarop slechts één op de acht mensen in steden wonen die voldoen aan de aanbevolen niveaus van luchtverontreiniging. Binnenkort te verschijnen cijfers zullen tonen dat de luchtvervuiling sinds 2014 in honderden reeds getroffen stedelijke gebieden is verslechterd. WHO omschrijft de situatie als een mondiale “noodsituatie voor de volksgezondheid”.
De meest recente gegevens, van 2000 steden, zullen op veel plaatsen een verslechtering laten zien van gifniveaus die parallel loopt met de bevolkingsgroei, waardoor grote gebieden bedekt zijn met wolken smog bestaande uit een mengsel van transportdampen, bouwstof, giftige gassen uit energieopwekking en houtkachels in woningen.
De giftige nevel die over steden hing was vorige week duidelijk te zien vanuit het Internationale Ruimtestation (ISS). Vorige week bleek ook dat in een aantal straten in Londen de jaarlijkse limieten voor de uitstoot van stikstofdioxide al na slechts een paar dagen in 2016 was overschreden.
Het meest recente wetenschappelijk onderzoek, gepubliceerd in het tijdschrift Nature, stelt dat er per jaar inmiddels meer mensen omkomen door luchtvervuiling dan door malaria en hiv samen, en dat er in veel landen ruwweg 10 keer zoveel mensen aan doodgaan dan bij verkeersongevallen.
“In veel landen heerst door de luchtvervuiling een noodtoestand voor de volksgezondheid. Het is schokkend, een van de grootste problemen waarmee we wereldwijd geconfronteerd worden, met enorme kosten voor de samenleving op de lange termijn,” aldus Maria Neira, hoofd Volksgezondheid bij de WHO, een gespecialiseerd agentschap van de VN. “Luchtvervuiling leidt tot chronische ziekten die ziekenhuiscapaciteit vergen. Vroeger wisten we dat verontreiniging verantwoordelijk was voor ziekten als longontsteking en astma. Nu weten we dat het tevens leidt tot ziekte van de bloedbaan, hart- en vaatziekten – zelfs dementie. We breiden de problemen uit. Dit zijn chronische ziekten waar ziekenhuisbedden voor nodig zijn. De kosten zullen enorm zijn,” zegt Neira.
Volgens de VN zijn er nu elk jaar 3,3 miljoen voortijdige sterfgevallen als gevolg van luchtvervuiling, ongeveer driekwart van de doden door beroertes en hartaanvallen. Met bijna 1,4 miljoen doden per jaar heeft China de meeste slachtoffers door luchtvervuiling, gevolgd door India met 645.000 en Pakistan met 110.000.
In Groot-Brittannië, waar uit de meest recente cijfers blijkt dat ongeveer 29.000 mensen per jaar voortijdig sterven door fijnstof en nog eens duizenden door langdurige blootstelling aan stikstofdioxide, voornamelijk afkomstig van dieselmotoren, wordt de overheid voor het gerecht gedaagd omdat ze de aanpak van vervuiling ten minste 10 jaar wil uitstellen.
Een nieuw rapport van het Europees Milieuagentschap van de EU (EEA) stelt dat de vervuiling nu ook het grootste op zichzelf staande milieurisico is voor de gezondheid in Europa, verantwoordelijk voor meer dan 430.000 voortijdige sterfgevallen. “Het verkort de levensduur van de mensen en draagt bij aan ernstige ziekten zoals hart- en vaatziekten, ademhalingsproblemen en kanker. Het heeft ook aanzienlijke economische gevolgen, toenemende medische kosten en verminderde productiviteit,” aldus Hans Bruyninckx, directeur van EEA.
De toonaangevende Britse econoom Lord Stern zegt dat luchtvervuiling een belangrijke factor in de klimaatverandering is: “Luchtvervuiling is een fundamenteel probleem. We beginnen nog maar net de omvang van de toxiciteit van steenkool en diesel te begrijpen. We weten dat in China 4000 mensen per dag sterven door luchtverontreiniging. In India is het veel erger. Dit is een ernstig, heel ernstig probleem,” zei hij. (Bronnen: WHO; theguardian.co.uk

You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.