Als we geweldloosheid serieus nemen
interview met Mubarak Awad door Jason Francis
Mubarak Awad richtte in 1989 Nonviolence International op, een in Washington DC gevestigde non-gouvernementele organisatie, nadat hij Palestina was uitgezet omdat hij een geweldloze campagne en de eerste intifada mee had helpen opzetten. Nonviolence International is een gedecentraliseerd netwerk van steunpunten dat wereldwijd het gebruik van geweldloze acties propageert. Awad heeft de afgelopen 30 jaar ook gewerkt als pleitbezorger voor de jeugd en door heel Amerika vele programma’s opgezet voor verwaarloosde en in moeilijkheden verkerende jongeren. Jason Francis interviewde Mubarak Awad voor Share International.
Share International: Zou geweld zoals terrorisme, opstanden en guerrilla’s ooit aanvaardbaar worden om politieke doeleinden te bereiken, zelfs voor loffelijke doelen zoals vrijheid en gerechtigheid van een bezetter?
Mubarak Awad: Ik geloof niet in terrorisme. Ik geloof niet in geweld, zelfs niet tegen een meedogenloze dictator. Een dictator beschouwt zichzelf als één persoon, maar hij heeft andere mensen die hem aan de macht houden. Hij beschikt over het militaire apparaat, de banken, de politie, veiligheidsdiensten en dergelijke. Bij geweldloze acties gaat het er dus om zulke mensen niet te doden, maar te proberen hen ervan te overtuigen de dictator niet te steunen, omdat dat het meest in hun eigenbelang is en dat van de staat die zij dienen.
Die gedachte was heel sterk in de grote revoluties die zojuist plaatsvonden in Egypte en Tunesië. En er zullen veranderingen gaan plaatsvinden op heel wat plaatsen. Tegenwoordig hoeven de mensen, vanwege hun hogere opleiding, zich niet meer te verbergen achter explosieven of een bomvest om te doen en te doden. Het werkt niet.
SI: Als de Palestijnse gemeenschap een geweldloze verzetsbeweging had opgebouwd zoals die in India geïnspireerd door Mahatma Gandi of in de VS door Martin Luther King Jr., denkt u dan dat de internationale gemeenschap, met name de VS (Israëls grootste weldoener), minder geneigd zou zijn Israëls bezetting en onderdrukking van de Palestijnen door de vingers te zien, en een veel vastberadener standpunt in zou nemen tegen Israël dan nu het geval is, of zou dat geen enkel verschil maken?
MA: Toen Israël gesticht was, en na de Zesdaagse Oorlog in 1967, werd Israël een uniek concept in de Amerikaanse samenleving – niet alleen binnen de regering maar ook binnen kerken en scholen. Er is nergens een parallel te vinden van de relatie tussen Israël en de Verenigde Staten. Dus doet het er niet toe of de Palestijnen geweld of geen geweld gebruiken. Dat zal het Amerikaanse concept van Israël totaal niet veranderen. Er kan pas enige verandering plaatsvinden als de Israëlische burgers het idee accepteren dat ze vrede met de Palestijnen moeten sluiten. Dan zullen de Verenigde Staten volgen. Zolang de Israëlische burgers geen vrede kunnen en willen sluiten met de Palestijnen, zullen de Verenigde Staten de zijde van Israël blijven kiezen. En dit geldt voor zowel de linker- als de rechterzijde van de Amerikaanse politiek; het doet er dus niet toe wie er aan de macht is.
Maar het is duidelijk dat wanneer er geweld tegen de Israëli’s wordt gebruikt (en er zijn vele redenen waarom dat plaatsvindt), dit de Verenigde Staten sterken in hun steun aan de starheid van de Israëli’s. Maar als er geen geweld is, treedt er een kleine verandering op. Gedurende vele jaren was er in het Israëlisch-Palestijnse conflict geen enkele terroristische actie, en was er geen verandering aan de Israëlische kant. Toen kwam er geweld en was er ook geen verandering. Dus ik ben niet hoopvol dat de situatie zal veranderen.
Hoewel, als je naar Zuid-Afrika kijkt, niemand dacht dat de situatie daar ooit zou veranderen, maar de verandering kwam. Als je naar de Sovjet-Unie kijkt, niemand dacht ooit dat die ineen zou storten zonder geweld, wapens of oorlog, en die stortte in elkaar; hetzelfde in Noord-Ierland; hetzelfde ook in de Verenigde Staten met de burgerrechtenbeweging. De blanken aan de kant van gerechtigheid in Zuid-Afrika maakten de verandering mogelijk. De Britten maakten de verandering in Noord-Ierland mogelijk. De blanke bevolking in de Verenigde Staten maakten ten tijde van de burgerrechtenbeweging de verandering mogelijk. Dus wanneer verandering plaatsvindt, komt het eerder van de sterkere kant dan van de zwakkere. In het Israël-Palestina conflict is Israël de sterkere kant. Zij moeten naar andere landen kijken en inzien dat er verandering moet komen.
SI: Hoe gebruikt een groepering geweldloosheid om sociale verandering tot stand te brengen?
MA: Allereerst moeten we heel goed naar het begrip mensenrechten kijken. Wanneer iemands mensenrechten ontnomen worden door iemand anders, en hij zo zwak is dat hij zichzelf niet kan verdedigen en zijn rechten terugkrijgen – kinderrechten, vrouwenrechten, politieke rechten – dan moeten we iemand anders hebben die het als zijn verantwoordelijkheid ziet op te komen voor de rechten van zo iemand, zelfs als hij hem niet kent. Je ziet een Amerikaan die vecht voor rechten in Nicaragua, een Amerikaan of een Brit die vecht voor de rechten van de Chinezen, of iemand uit Nederland die vecht voor de rechten van de Palestijnen. Zij hoeven de persoon niet te kennen maar zij vinden dat in een menselijke samenleving niemand een ander van zijn rechten kan beroven. En wanneer die rechten iemand ontnomen worden, moeten we er iets aan doen – door geweldloosheid te gebruiken. We kunnen anderen niet doden omdat zij iemand anders van zijn burgerrechten beroven. Dat is het eigenaardige met de doodstraf. De staat zegt: “Omdat jij deze persoon doodde, moeten we jou doden.” We weten dat doden hoe dan ook slecht is, wie het ook doet.
Door geweldloosheid in praktijk te brengen, trachten we de bezorgdheid en angst van de ander te zien, waarom hij doet wat hij doet. We laten hen zien dat we hen geen kwaad zullen doen, maar ook dat wat zij doen anderen schade berokkent. Dat is de manier waarop vele geweldloze acties plaatsvinden.
Er zijn dictators die beweren: “Iedereen houdt van mij. Ik ben degene die door God voor zijn volk geroepen is.” Dan ziet hij dat er duizenden mensen de straat op gaan die hem afwijzen en zeggen: “Ga weg, we houden niet van je.” Dus moet hij een beslissing nemen: “Hemel, ik dacht dat ik door iedereen geliefd werd. Waarom gaan duizenden de straat op en houden ze niet van mij? Ik stap op.” Dat wordt de kracht van geweldloosheid – niet als eenling, maar als groep, duizenden en nog eens duizenden mensen die zich inzetten om die verandering teweeg te brengen.
Geweldloosheid moet serieus genomen worden. We kunnen het niet licht opvatten zoals in de Verenigde Staten waar het slechts een weekendactiviteit is. Voordat de oorlog in Irak begon, waren duizenden mensen voor het weekend naar Washington DC gekomen en daarna gingen ze weer weg. Maar als deze duizenden mensen dag en nacht in Washington DC waren gebleven en de regering, straten en alles in Washington DC geblokkeerd hadden, dan hadden de politici pas werkelijk begrepen dat die mensen geen oorlog in Irak wilden. Maar na zondag gaat iedereen naar huis. Ze zeggen: “Welaan, we hebben tegen de oorlog in Irak geprotesteerd.” Het was eerder een zondagsbetrokkenheid dan een toezegging om zes maanden of zelfs maar drie maanden de straat op te gaan, zo lang als nodig is. We moeten op straat blijven totdat de verandering plaatsvindt.
Washington DC heeft bijvoorbeeld geen senator, maar de bevolking betaalt wel belasting. De mensen die in Washington DC wonen, accepteren dit als een nederlaag, waarmee ze dagelijks leven. Maar we zien niet dat duizenden inwoners van DC weigeren belasting te betalen. Als iedereen in DC weigerde belasting te betalen totdat ze een senator hadden, dan zou de regering veranderen. Met een, twee, tien of honderd mensen werkt het niet. Alleen een groot aantal mensen kan die verandering teweegbrengen…
SI: Kunt u beschrijven wat u in uw werk met jongeren doet?
MA: Ik kan beginnen met te vertellen dat mijn vader gedurende de Arabisch-Israëlische oorlog doodgeschoten werd. Ik woonde in een weeshuis en werd een last voor de samenleving, buiten mijn schuld. Ik meende dat kinderen niets te kort zouden moeten komen omdat hun ouders dood zijn. In mijn jeugd ging ik zo vaak met honger naar bed, en ik vond dat een treurige toestand.
Toen ik in de Verenigde Staten ging studeren, zag ik vele hongerige mensen. Ik zag veel kinderen van 12, 13 of 14 jaar achter de tralies. Gedurende mijn studie aan de universiteit zag ik in dat er iets verkeerds was in een samenleving die zo rijk is als de Amerikaanse, maar niet weet hoe ze met deze kinderen moet omgaan. Dus begon ik kinderen uit de gevangenissen en instellingen te halen, en probeerde met hen te werken binnen hun eigen gezin, om familieleden voor hen te vinden bij wie ze beter konden verblijven dan in instellingen, de gevangenis of pleeggezin.
Ik voelde me zo gezegend dat veel mensen het met me eens waren. We begonnen een organisatie en een deel van de organisatie gebruikt spiritualiteit bij jonge mensen om hen te leren dat ze geen last voor de samenleving zijn. We moeten hen helpen deel van de samenleving te zijn. We sturen hen terug naar school, we zetten hen weer aan het werk, en het is altijd een vreugde om te zien dat sommigen van hen slagen in het leven. Ik begon in Ohio en men wilde ons kinderen uit Indiana en West-Virginië sturen. We zeiden: “Nee, wij zullen naar West-Virginië en Indiana gaan om de problemen daar ter plaatse op te lossen.” Nu zijn we in negen staten aanwezig met een budget van meer dan 50 miljoen dollar. We helpen heel veel kinderen en gezinnen, en zijn trots op het werk dat we gedaan hebben en nog doen.
SI: Wilt u verder nog iets toevoegen?
MA: Je moet kijken naar de macht van geweldloosheid nu in het Midden-Oosten. Het gaat het hele concept van mensen veranderen die krijgen wat ze willen als ze voor zichzelf leren opkomen. Je moet ook naar het onderwijs kijken. Ik geef les aan de American University in Washington DC, en een van de grootste afdelingen van de universiteit is Vredesonderwijs. Er komen meer studenten naar Vredesonderwijs dan naar technische wetenschappen of enige andere discipline. Aan bijna elke universiteit wordt het oplossen van conflicten, geweldloosheid en vredesvraagstukken onderwezen. Vijf, tien, vijftien jaar geleden gebeurde dat niet. We zijn ons onderwijs aan het veranderen en dat is essentieel als we ooit tot een punt willen komen waarop we niet hoeven te vechten en elkaar te vernietigen.
Zie ook: http://nonviolenceinternational.net
You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.