Aan de frontlinie van de migrantencrisis

interview met Lance Bushie door Shereen Abdel-Hadi Tayles
(fragmenten uit het interview)

Internationale migratie is een integraal onderdeel van een geglobaliseerde wereld en toch wordt de positieve invloed daarvan op de mondiale ontwikkeling vaak overschaduwd door misvattingen, feitelijke onnauwkeurigheden en verhitte debatten in de politieke en publieke fora.
De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) schat dat er nu in de wereld ongeveer 250 miljoen migranten zijn, van wie de overweldigende meerderheid op een geheel normale manier hun gastlanden binnengekomen en gebleven zijn. De publieke misvatting dat migranten, zowel economisch als sociaal, een negatieve invloed op hun gastgemeenschappen hebben, is misplaatst. De mythe is dat migranten gekozen hebben om hun thuisland te verlaten om zich ergens beter te kunnen vestigen, en dat ze daarmee banen van de plaatselijke bevolking afnemen en de sociale voorzieningen van hun gemeenschappen onder druk zetten. Niets is minder waar. Volgens het IOM laat empirisch bewijs zien dat migranten met vaardigheden op allerlei niveaus, inclusief de buitenwettelijke migranten, hun stempel drukken op hun gastlanden door rond 85 procent van hun verdiensten bij te dragen aan de economie en door meer belastingen te betalen dan de kosten van de diensten die ze op hun beurt ontvangen. Daarbij blijven ze bijdragen aan hun thuisland door ruwweg 15 procent van hun inkomen terug te sturen, waarmee ze positief bijdragen aan de economieën van deze ontwikkelingslanden. Het is hoog tijd dat het migratiebeleid op feiten en niet op vrees gebaseerd wordt en de positieve substantiële sociale, economische en culturele bijdragen die migranten aan hun samenleving leveren, moeten onderstreept en gevierd worden.
Migranten riskeren hun leven en het leven van hun kinderen en gezinnen om het enige thuisland dat ze hebben gekend te ontvluchten – niet om het goed te hebben, maar om te overleven. Ze laten alles achter – hun gewoonten, hun taal, hun bezittingen, hun vrienden en vaak hun familie – en geven alles wat ze hebben aan de smokkelaars die beloven hen te helpen om veilig een nieuw land te bereiken. Als ze erin slagen de gevaarlijke reis naar hun nieuwe land te overleven, worden ze ondergebracht in kampen die overbevolkt en onveilig zijn, waar de levensomstandigheden bedroevend zijn.
Griekenland heeft sinds 2016 een drastische toename van het aantal migranten gezien, met meer dan 200 nieuwkomers per dag, van wie 40 procent kinderen. In februari 2018 spraken advocaten van de Orde van Advocaten van diverse Egeïsche eilanden zich uit tegen de gedwongen detentie van vluchtelingen en migranten die Griekenland vanuit het naburige Turkije binnenkomen.
Lance Bushie was bijna 20 jaar werkzaam bij het Canadese leger en bijna 30 jaar bij de Peace River brandweerkazerne in Alberta (Canada). In 2016 organiseerde en leidde hij een team van Canadese reddingswerkers dat zich zeven weken inzette op Lesbos om een Griekse ngo, Emergency Response Centre International genaamd, bij te staan met het redden van migranten die uit Turkije kwamen. In 2017 werd de groep weer ingezet en formeerde ze een organisatie, de Canadian Marine Rescue Assistance International (CMRAI), die helpt een humanitair antwoord te bieden door ervoor te zorgen dat migranten zo veilig mogelijk aankomen. CMRAI is een van 63 organisaties in een groepsnominatie voor de Nobelprijs voor de Vrede 2018. Shereen Abdel-Hadi Tayles interviewde Lance Bushie voor Share International.

SI: Kunt u beschrijven hoe u migrantenboten opspoort en identificeert, en wat u doet als u ze vindt?
Lance Bushie: Overdag deden we training en bootonderhoud. ’s Nachts speurden we van middernacht tot zonsopgang naar migrantenboten. We kunnen die op verschillende manieren opsporen; aan land is een team met verrekijkers en nachtkijkers dat het water van de gebieden waar de migranten doorgaans aankomen overziet; de boot heeft een infrarooduitrusting en verrekijkers; telefoonverbindingen (radio/gsm) tussen kust, boot en de Griekse kustwacht (HCG) – zij houden ons op de hoogte. Opsporing lukt het best door stil te liggen met de scheepsmotoren uitgeschakeld en te luisteren naar menselijke stemmen en/of geluiden van een buitenboordmotor.
Wanneer we een migrantenboot opsporen, moet de kustwacht ons toestemming geven dichterbij te komen om een vaartuig te assisteren dat niet in nood is of als er mensen aan wal zijn in gevaarlijke gebieden, zoals kliffen en rotskusten.

SI: Voor welke uitdagingen ziet u zich bij de zoek- en reddingsoperaties in Griekenland geplaatst?
LB: Het vertrouwen winnen van de HCG en het Europese agentschap voor grens- en kustbewaking, Frontex. Zij zien de meeste niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) als onprofessioneel en als overbodig. Maar toen de teams van HCG en Frontex eenmaal met ons gewerkt hadden, waren ze gerustgesteld en begonnen ze ons team steeds meer op de radio op te roepen en ons als hulpmiddel te gebruiken. We hadden ook een werkrelatie met NATO-oorlogsschepen die in het gebied werkten en ons via een sein opriepen om informatie door te geven.

SI: Hoe zijn de omstandigheden voor asielzoekers wanneer ze in Griekenland aankomen?
LB: De kampen zijn overbevolkt en er bestaat geen tijdschema voor hoe lang het asielproces zal duren. In een van de Griekse vluchtelingenkampen, Moria, was er tijdens ons verblijf op het eiland in 2017 brand en waren er protesten. Als de HCG eenmaal heeft besloten hoe de vluchtelingen aan land komen, worden ze meegenomen naar de haven voor wat Fase 2 wordt genoemd. Dit is een tijdelijk kamp dat door ngo’s wordt beheerd en waar de migranten medisch gekeurd worden, waar ze zich kunnen wassen en waar ze kleding krijgen. Ze kunnen 24 uur in Fase 2 blijven tot ze naar Moria worden gebracht, waar de administratieve intake door de regering begint.
….

(zie voor integrale tekst Share Nederland, april 2018)

You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.