Wetenschap bevestigt George Adamski’s vroegste lering over bewustzijn

door Gerard Aartsen
een fragment

Nadat hij in 1919 afzwaaide uit het Amerikaanse leger werkte George Adamski in verschillende delen van de VS als handarbeider in allerlei beroepen, voordat hij als zelfverklaard “reizend leraar” door Californië, New Mexico en Arizona trok. Hij sprak over de Universele Wet die hij zelf gedurende vijf jaar, tussen 1904 en 1909, had bestudeerd bij de Meesters van Wijsheid in Tibet. Rond 1928 vestigde Adamski zich in Los Angeles waar hij The Royal Order of Tibet oprichtte om zoekers van esoterische kennis te onderrichten via lezingen, informele discussies en in eigen beheer uitgegeven traktaten en boekjes.
In zijn vrijwel vergeten eerste boekje dat ik onlangs herontdekte, The Invisible Ocean, vergelijkt Adamski de onzichtbare oceaan van de ruimte met de fysieke oceanen op Aarde. Hierbij gebruikte hij de analogie van atmosferische druk wanneer hij zegt: “Zo zien we dat er tussen de bodem en de oppervlakte van de oceaan vele lagen van verschillende trilling zijn en dat elke laag bevolkt wordt door andere schepsels.” Dit impliceert “dat er miljoenen verschillende bewustzijnstoestanden moeten zijn waarin de zeeschepsels leven”. Het enige verschil, zegt hij, is in trilling: “Fijnere trillingen zijn helderder en beter omdat er minder druk heerst. Op de bodem zijn de zaken grof en zwaar omdat de druk daar zwaarder is.”
De systeemwetenschap is een interdisciplinair gebied van de wetenschap dat de aard van systemen bestudeert, van eenvoudig tot complex, en is nauw verwant aan de kwantumfysica. De Hongaarse filosoof en systeemwetenschapper Ervin Laszlo presenteerde zijn inzichten onlangs in sterk vergelijkbare termen in zijn boeken The Intelligence of the Cosmos (2017) en What is Reality? (2016): “Het universum, weten we inmiddels, is geen stoffelijk domein dat zich door een passieve ruimte en indifferent door de tijd beweegt, het is een zee van coherente trillingen.” In de context van deze allernieuwste wetenschappelijke bevindingen wordt duidelijk hoe ver Adamski zijn tijd vooruit was met zijn vroegste lering in The Invisible Ocean – en in zijn latere verhandelingen en verslagen.
Professor Laszlo, die in een documentaire van de Amerikaanse Public Broadcasting Service (PBS) uit 2017 “een hedendaags genie” genoemd wordt, laat zien hoe de wetenschap nu zelf onderkent dat de “ruimte-tijd”, de grofstoffelijke dimensie van de werkelijkheid, onmogelijk de totale realiteit van het universum kan zijn: “Nog maar kort geleden beschouwden fysici het complexe niveau [de dimensie buiten tijd en ruimte] slechts als wiskundig hulpmiddel, handig om het gedrag van kwantumsystemen in de tijd te voorspellen, maar niet als onderdeel van de fysieke werkelijkheid. Deze kijk wordt inmiddels herzien. Het complexe niveau van de realiteit blijkt een dimensie of domein van de fysieke wereld buiten de ruimte-tijd.”
Het is interessant hier op te merken dat H.P. Blavatsky, die met haar werk de basis legde voor de herintroductie van de Oude Wijsheid in de moderne tijd, al in 1888 in De Geheime Leer schreef: “De hele wetenschap van het occultisme is gebouwd op de leer van de bedrieglijke aard van de stof en op de oneindige deelbaarheid van het atoom.” (N.B.: Occultisme is hier gebruikt in de betekenis van de ‘verborgen’ of onbekende wetenschap van energieën die aan het evolutieproces ten grondslag liggen.)
In zijn Commentaar over George Adamski in de herziene en uitgebreide Engelse editie van De Vliegende Schotels zijn geland! uit 1970 zegt medeauteur Desmond Leslie dat een aantal van Adamski’s ervaringen “de sporen droegen van een spirituele, buitenlichamelijke ervaring”. Zelf student van de leringen van de Oude Wijsheid begreep hij dat dit Adamski’s verslagen “niet minder waar maken. Het is het bewustzijn, niet het lichaam dat het Zelf is”. Wetenschappelijk onderzoek naar de aard van bewustzijn begint langzaam aan te haken. Neurowetenschapper Stephan Schwartz gaat zelfs zover te zeggen dat “bewustzijn oorzakelijk is en de fysieke werkelijkheid is er de manifestatie van”. Dus wellicht, schrijft Leslie, was Adamski’s “mandaat slechts te proberen de objectieve realiteit van de bezoekers [uit de ruimte] aan te tonen; een taak die al moeilijk genoeg is zonder de leek met esoterische denkbeelden te belasten”. Niettemin gaf Adamski zelf aan Leslie toe “dat niemand van ons in zijn huidige fysieke vorm of toestand naar een andere planeet in ons stelsel zou kunnen worden gebracht en de thuiswereld van haar bewoners zien”.

You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.