Klimaatbeproeving: het morele kompas van de mensheid afstellen
Door Wanja Amling
Al bijna drie decennia komen de regeringen van de wereld elk jaar bijeen om een wereldwijd antwoord op de noodsituatie van het klimaat te bedenken. Krachtens het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) van 1992 is elk land op aarde verplicht om “gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen” en manieren te vinden om de uitstoot van broeikasgassen wereldwijd op een rechtvaardige manier te verminderen. Maar tot op de dag van vandaag blijven de wereldwijde emissies stijgen en worden de gevolgen van de klimaatverandering ernstiger en eerder merkbaar dan ooit. Wetenschappelijke waarschuwingen worden onderstreept door het ongekende afsmelten van gletsjers in Groenland en de bosbranden in Australië. Feitelijk hebben de naties van de aarde tot dusverre bijster weinig bereikt om een dreigende, volledig voorzienbare catastrofe te voorkomen. Wat weerhoudt onze gekozen politici en de mensheid als geheel ervan hun koers naar schijnbare zelfvernietiging te corrigeren? Nu oplossingen goedkoper zijn, de publieke opinie gemobiliseerd is en de effecten veel duidelijker zijn, waarom volgt er dan geen politieke actie?
De wetenschap vertelt ons keer op keer dat het zonder een veel grotere inspanning praktisch onmogelijk zal zijn om klimaatverandering binnen veilige grenzen te houden. Maar tijdens de 25e herhaling van de Conferentie van de Partijen (COP25), die eind 2019 in Madrid plaatsvond, konden afgevaardigden uit bijna 200 landen maar moeilijk overeenstemming bereiken over belangrijke kwesties van het kader dat aan het Klimaatakkoord van Parijs ten grondslag ligt. Alle relevante en urgente kwesties, zoals het opstellen van regels voor een koolstofmarkt tussen landen, werden uitgesteld tot de volgende klimaattop in november 2020, wat opnieuw een gemiste kans was om de ambities op het gebied van klimaatactie op te voeren. Het verbluffende falen van internationaal leiderschap is des te belangrijker in het licht van een overvloed aan nieuwe onderzoeken die laten zien dat we dringend snel moeten handelen. We zouden een groot aantal redenen kunnen noemen waarom onze leiders ons in de steek lijken te laten op weg naar de tweevoudige doelstelling van een koolstofarme en klimaatbestendige ontwikkeling: van bureaucratische traagheid tot ideologisch verzet; van landen als de VS of Brazilië, die dreigden zich uit het Akkoord van Parijs terug te trekken en zo de effectieve internationale klimaatonderhandelingen te ondermijnen, tot machtige multinationale ondernemingen die al hun opgebouwde macht in de strijd gooien om hun activiteiten voort te zetten terwijl ze het land verwoesten en de lucht vervuilen. Wat ze alle gemeen hebben, is het onderliggende idee over klimaatverandering, dat zelf deel is van het probleem: het doet klimaatverandering onoplosbaar lijken en beperkt het tot fossiele brandstof en emissies, in plaats van te benadrukken dat de planeet een levend wezen is.
Veranderend brandpunt
Globalisering en de ontevredenheid erover hebben grote schade aangericht aan de organen en weefsels van dit wezen, met inbegrip van ecosystemen, biodiversiteit, moerasland en koraalriffen. Door de verwording van de biosfeer wordt het vermogen van de planeet om het hoofd te bieden aan uitdagingen zoals zeespiegelstijging, veel minder. Zelfs als we de CO2-uitstoot van de ene op de andere dag konden verminderen en ons een weg uit de klimaatcrisis konden banen door innovatieve technologieën en opgelegde wet- en regelgeving, zou de planeet nog steeds een langzame dood sterven. Zolang de algehele kijk niet opschuift naar een holistischer benadering van regeneratie, behoud en genezing van de planeet in al haar facetten, omzeilen we het kernprobleem en schuiven we onze morele plicht om voor de aarde te zorgen voor ons uit.
Dit brengt het brandpunt van ecologische urgentie naar lokaal niveau en maakt het veel tastbaarder, omdat we de schade aan onze rivieren, bodems en bossen pal voor onze ogen zien. Het fenomeen klimaatverandering wordt ook veel concreter wanneer we hier en nu actie kunnen ondernemen. Het vereist echter een fundamentele verandering in onze relatie tot de fysieke wereld en een groeiende erkenning van onze individuele rol daarin, want daarin schuilt het echte probleem: onze spirituele crisis. Crises als de dreigende ineenstorting van het klimaat zijn slechts symptomen en een manifestatie van deze onderliggende oorzaak. Ons collectief falen ligt in de diepgewortelde materialistische en egoïstische perceptie van het bestaan, de manier van leven die daarbij hoort, en in de zelfgenoegzaamheid die weigert anders te handelen en zich te onthouden van de luxe waaraan we gewend zijn geraakt, vooral in ontwikkelde landen, die de voornaamste veroorzakers van de klimaatcrisis zijn. Anderen de schuld geven is een doodlopende weg en leidt de aandacht af van echte oplossingen. Op deze manier dwingt de klimaatcrisis ons bijna tot het besef van onze onderlinge afhankelijkheid, omdat de verliezen die we zien ons verbinden met al het leven op aarde. Zolang we niet een gevoel van lokale en mondiale verbondenheid demonstreren en dagelijks in praktijk brengen, en principes van samendelen en vertrouwen uitdragen, zullen we onvermijdelijk te maken krijgen met existentiële bedreigingen. Zoals Einstein zei: “We kunnen de problemen waarmee we nu worden geconfronteerd niet oplossen op hetzelfde niveau van denken dat ze heeft veroorzaakt.” Als het niet wordt uitgevoerd met andere waarden en motieven, brengt vermindering van de wereldwijde koolstofemissies het echte probleem alleen naar een ander speelveld. De onderliggende zorgelijke kwestie is daarom die van bewustzijn en juist motief. Het morele kompas van de mensheid moet afgestemd worden op haar inherente verbondenheid met alle levende wezens.
…
Ultieme maatstaf
De politiek zal niet veranderen tenzij het bewustzijn van mensen overal een verschuiving ondergaat naar een meer oprecht en gedeeld gevoel van eenheid met de hele mensheid, onze broeders en zusters – want politici stellen uit, wanneer ze vrezen dat de risico’s van actie zwaarder wegen dan de risico’s van nietsdoen. De stem van het volk is de ultieme maatstaf om veranderingen ten goede te meten. De innerlijk besefte waarheid dat iedereen een waardig leven verdient, zet miljoenen mensen er al toe aan veranderingen te eisen, of ze nu verband houden met de klimaatcrisis of met andere kwalen van de moderne samenleving. Het momentum wint aan snelheid bij degenen die een diepe drang voelen om een ernstig onrechtvaardig systeem te transformeren, aangezien hun aangeboren zoektocht naar een meer vervullend leven niet langer weerklinkt in de versleten structuren van nu.
Een kritische massa van zulke mensen kan mannen en vrouwen overal inspireren en stimuleren, totdat een sociaal omslagpunt wordt bereikt waarop mensen zich aansluiten bij een wereldwijde beweging die in staat is de huidige impasse op alle gebieden te overwinnen. Mensen zullen het dan gemakkelijker vinden om het voorbeeld te volgen en op te komen voor wat ze innerlijk kennen als waarheid en in overeenstemming met hun spirituele aard, waarbij samendelen en rechtvaardigheid worden bevestigd als de natuurlijke en enige manier om vertrouwen en een veiligere wereld voor iedereen te creëren.
…
You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.