Vrije groene energie voor iedereen

interview met Carl-A. Fechner door Andrea Bistrich (ingekort)

Stel je voor: een wereldgemeenschap waar in de energiebehoefte wordt voorzien door duurzame energiebronnen – beschikbaar, betaalbaar en brandschoon voor alle betrokkenen. Dat is de visie op energiepolitiek in de in 2010 uitgebrachte, zeer succesvolle Duitse documentaire: De 4de revolutie – Energie-autonomie. De film toont verbluffende beelden van 10 locaties in de wereld waar mensen aan ‘energieoverdracht’ werken, met als boodschap: een directe overstap naar duurzame energie is niet alleen dringend noodzakelijk maar ook mogelijk  – en al op veel plaatsen een realiteit.
De inspirator is Hermann Scheer, op wiens onlangs uitgebrachte boek Energieautonomie de film is gebaseerd. Scheer, die op 14 oktober 2010, op 66-jarige leeftijd onverwacht overleed, was lid van de Duitse Bondsdag, directeur van Eurosolar, medeoprichter van het Internationaal Agentschap voor Duurzame Energie, raadslid van de World Future Council, winnaar van de Right Livelihood Award (1999), de World Solar Prize (1998), de World Prize voor Wind Energy (2004) en voor Bio Energy (2000). “Het huidige energiesysteem is achterhaald,” zegt Scheer in de film. “Het nieuwe systeem van energie-autonomie staat op de rand van een doorbraak … we staan voor de grootste structurele verandering in de economie sinds het begin van het industriële tijdperk.” Andrea Bistrich interviewde de regisseur en producent Carl-A. Fechner voor Share International.

Share International: Waarom heet uw film De 4de revolutie?
Carl-A. Fechner: Revoluties zijn altijd nationale schatten. De eerste van de wereldrevoluties was agrarisch. Door herstructurering van de landbouw konden productiviteit en opbrengst worden verhoogd, waardoor voorheen rondreizende volken zich gingen vestigen. De tweede revolutie was industrieel en verving veel menselijke arbeid door het toenemende gebruik van machines die door fossiele brandstoffen werden aangedreven. Maar deze periode is nu voorbij en de risico’s die we lopen als we op dezelfde voet voortgaan zijn veel te groot.
De digitale of elektronische revolutie was de derde en gebaseerd op de uitvinding van de microchip aan het begin van de jaren ’80 van de vorige eeuw. Computertechnologie heeft geleid tot geautomatiseerde productiesystemen die op hun beurt hele bedrijfstakken radicaal veranderd hebben; het wereldwijde web is een economisch, sociaal en cultureel communicatiemiddel op wereldschaal.
De vierde revolutie, zo stelt de film, is de totale vervanging van olie, gas, kool en kernenergie door wind-, water- en zonne-energie. Deze overgang naar 100 procent duurzame energie is voornamelijk van structureel economische aard, daar het de herstructurering van onze gehele energieproductie betreft en zal leiden tot enorme veranderingen op alle terreinen van het leven. Van gecentraliseerde energiesystemen – omvangrijke ondernemingen die voorzien in de energiebehoeften van de mensheid met de daarmee gepaard gaande grote winsten – naar duizenden, honderdduizenden, miljoenen kleine energiecentrales over de hele wereld, die in handen van de lokale bevolking zijn. Dit betekent dat energie kan worden opgewekt waar het nodig is, met lokaal of regionaal beschikbare energiebronnen.

SI: Dus u ziet de energierevolutie als een kans om meer rechtvaardigheid in de wereld te creëren?
C-AF: Zeker. Wat wij zien als fundamentele mensenrechten – het recht op voedsel, schoon water, onderwijs, een gelukkige, zorgeloze jeugd, en zo – zijn slechts in de helft van de wereld beschikbaar. Deze ongelijkheid en onrechtvaardigheid worden in stand gehouden door het huidige machtsevenwicht, vooral in het opzicht van energievoorziening. De decentralisatie en daardoor democratisering van de energievoorziening zou de meer dan twee miljard mensen die nog niet over energie beschikken en dagelijks honger lijden, eindelijk elektriciteit verschaffen. Volgens de VN veroorzaakt ondervoeding tijdens de jeugd onherstelbare gezondheidsproblemen en een belemmerde ontwikkeling die niet hersteld kunnen worden, hoezeer de levensomstandigheden op latere leeftijd ook verbeteren. Naar mijn mening moeten we zorgen voor een gedecentraliseerde energievoorziening om deze problemen op te lossen.

SI: Kunt u deze structurele verandering in de mondiale energie-economie beschrijven?
C-AF: Energievoorziening moet niet alleen als een technische opdracht gezien worden. Het is uiteindelijk geen kwestie van het vervangen van bestaande energiecentrales door kolossale zonne-energiecentrales die bijvoorbeeld omvangrijke technische en financiële investeringen in woestijngebieden vergen, waarbij de energie dan via 4000 km lange transportlijnen naar Europa wordt vervoerd. We moeten van dit idee af; tegenwoordig kan een kerncentrale 1000 megawatt produceren maar dezelfde hoeveelheid energie kan worden opgebracht door 1000 windturbines, zonne-energiecentrales, biogasfabrieken of geothermische centrales van één megawatt. Met andere woorden, om aan de energievraag te voldoen moeten we van een paar grote, kostbare en niet-flexibele energiecentrales – die in handen zijn van enkele leveranciers – overgaan naar een veelvoud van autonome energiesystemen: windturbines, zonne-energiecentrales, biogasfabrieken en kleine hydro-elektrische centrales.

SI: In de film stelt Hermann Scheer dat de huidige gevestigde belangen in de energiesector de overgang naar vrije, door de natuur voortgebrachte energie zeker niet zonder slag of stoot zullen accepteren. Hoe sterk is de politieke en industriële oppositie tegen deze verandering? Kunnen we optimistisch zijn?
C-AF: Daarom spreken wij van een revolutie. Ik geloof dat we tamelijk optimistisch kunnen zijn. Maar we moeten met z’n allen campagne voeren om deze overgang zeker te stellen. Het cruciale punt is te beginnen en het feitelijk te doen. Dit wordt ook door Preben Maegaard benadrukt, een van de voorvechters van de film en grondlegger van het Noorse Volkscentrum voor Duurzame Energie. Door Maegaards inspanningen ontstond de grootste energieautonome regio in de wereld op dit moment: 50.000 mensen in noordwest Denemarken betrekken nu hun elektriciteit voor 100 procent uit windenergie.
In Duitsland groeit het aandeel duurzame energie gestaag en bedraagt momenteel 17 procent van de totale voorziening. De veranderingen gaan zo snel dat alle voorspellingen voortdurend worden achterhaald. De conservatieve Duitse regeringscoalitie heeft in de tussentijd zelfs geprobeerd het aandeel duurzame energie terug te dringen – dat wil zeggen de afbouw van kernenergie te stoppen en de inkomsten van en vergoedingsrechten op zonnepanelen te verminderen. Dit heeft bij veel mensen kwaad bloed gezet en laat zien dat deze regering er duidelijk veel aan gelegen is goede banden met grote ondernemingen te onderhouden. Toch kan je zien wat er gebeurt. Met de nucleaire afbouw, die onlangs is bekrachtigd en zeker een stap in de goede richting is, staat de relatie van de kanselier met haar vroegere vrienden erg onder druk. Vriendschap kan in kringen van de grote industrie zeer snel eindigen.

SI: De essentiële vraag na de Duitse afbouw van kernenergie in 2022 is: hoe vervangen we kernenergie?
C-AF: Als we stoppen met kernenergie zal aanvankelijk 23 procent van de beschikbare energievoorziening vervangen moeten worden, maar dit kan ook door doelmatigheidsmaatregelen. Dit zeer belangrijke aspect van verlagen van de energieconsumptie krijgt onvoldoende aandacht.

SI: Zouden consumenten zelf veel zuiniger kunnen zijn?
C-AF: Ja, beslist – maar met ‘consumenten’ bedoelen we niet alleen klanten – er zijn ook de architecten, de stedenbouwkundigen, de grote bouwbedrijven van energiecentrales, ondernemers die beslissen over tienduizenden megawatts, en zo verder.
De energierevolutie heeft zeer grote voordelen voor de armen, niet alleen in ontwikkelingslanden maar zelfs in dit land. In Duitsland hebben we drie jaar gedebatteerd of onze werkloosheids- en sociale uitkeringen met 8 euro per maand verhoogd moesten worden. In de film geven we voorbeelden hoe gemakkelijk ten minste 40 tot 50 euro per maand met energiebesparingsmaatregelen bespaard kan worden. Dit is veel meer dan de voorgestelde verhoging van de uitkeringen. Bovendien is het een directe besparing die je, zogezegd, in je zak houdt. Mensen moeten zich hiervan bewust worden.

SI: Er wordt vaak beweerd dat vooral zonne-energie veel te duur is. In uw film heeft u het tegendeel aangetoond, namelijk dat er veel bespaard kan worden. Met zulke tegenstrijdige informatie wordt het voor consumenten moeilijk te onderscheiden wat waar is.
C-AF: Ja, dat klopt. De reden hiervan is dat, zoals Hermann Scheer het uitdrukt, “de vis stinkt bij de kop” – omdat er sprake is van grote misleiding op het hoogste niveau. Er is in de energiesector een enorme strijd gaande om een groot aandeel in de markt en op managementniveau wordt een politiek gevoerd van opzettelijk verstrekken van onjuiste informatie. In wezen zijn er natuurlijk voor ons allemaal al manieren om energie en kosten te besparen: de eerste stap is je eigen energielevering te veranderen en dit kost niets. Elk huishouden kan overstappen naar schone duurzame energie door te veranderen naar een leverancier van groene elektriciteit zoals Greenpeace Energy, Natuurstrom of Lichtblick, etc. Als je dat doet ontvang je van deze bedrijven ook regelmatig uitstekende informatie.

SI: De Deense pionier op het gebied van duurzame energie, Preben Maegaard, heeft al aan het begin van de jaren ’80 van de vorige eeuw een voorlichtingscentrum opgericht om mensen te informeren over alternatieve energievormen.
C-AF: Ja, kennis is heel belangrijk en net zo belangrijk als “informatie voor het hart”. We hebben tegenwoordig eigenlijk onbeperkte toegang tot informatie. Dat is het objectieve niveau. Maar de informatie moet ook gezien worden als uiterst belangrijk om in actie te komen. Daar gaat het allemaal om. Dit is eigenlijk de benadering van de film – van het hart naar het hoofd, naar de voeten en ja, misschien als het nodig is, zelfs naar de vuisten.

SI: U bent op veel plaatsen in de wereld geweest waar inspirerende, moedige activisten en pioniers tamelijk eenvoudige maar effectieve energie-ideeën verwezenlijken. Hoe verliep uw ontmoeting met de econoom en winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede Muhammad Yunus in Bangladesh?
C-AF: Het was een bijzonder hoogtepunt hem te ontmoeten – een geweldige man, ongelooflijk gedisciplineerd en hartelijk. Yunus heeft een duidelijk idee van de aanpak van armoede, waarop hij zijn privé- en zakenleven baseert.
Maar ook alle anderen die ik tijdens het filmen ontmoette – Bianca Jagger, Elon Musk, Ibrahim Togola, Matthias Willenbacher, Preben Maegaard, Zhengrong Shi en vele anderen – heb ik als een ongelooflijke verrijking ervaren.

SI: Wie of wat heeft de meeste indruk op u gemaakt?
C-AF: Sinds mijn studententijd ben ik sterk beïnvloed door het idee van rechtvaardigheid. Dertig jaar geleden moest ik, als 26-jarige student media-onderwijs, ’s avonds bij een zaklamp mijn aantekeningen maken terwijl ik in een dorp in Burkina Faso onderzoek voor mijn proefschrift deed. Dat was een beslissend moment voor mij: de lampen gaan ’s avonds uit. Dit is vandaag de dag nog steeds het geval en zou met een eenvoudig zonnetoestel gemakkelijk veranderd kunnen worden. Vandaar dat de ontmoeting met Ibrahim Togola zeker een van de belangrijkste voor me was. Tijdens zijn stage bij Preben Maegaard in Denemarken leerde Togola alles over duurzame energie en bracht de ideeën over aan zijn Afrikaanse thuisland Mali, waar hij het Volkscentrum van Mali oprichtte.
De ontmoeting met Hermann Scheer was ook een indrukwekkende ervaring. Hij wijdde zijn leven aan deze missie en stond daarom altijd onder tijdsdruk. Voor ons verblijf in Shanghai, dat we in de film laten zien, had hij geloof ik 24 uur gepland. Er was het filmen met ons, daarna ontving hij een eredoctoraat, daarna nog een erehoogleraarschap en aansluitend hield hij een toespraak…

You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 Both comments and pings are currently closed.