Share International heeft een grote voorraad brieven aan de redactie die door Benjamin Creme bekeken, maar nog niet gepubliceerd zijn. Deze brieven, waarvan sommige jaren geleden werden ontvangen en andere heel recent, publiceren we hier. Op de eerste na zijn alle ervaringen die in de brieven in dit nummer beschreven werden, door Benjamin Creme’s Meester bevestigd als authentiek.

Warm aanbevolen
Op zaterdag 21 januari 2017 deed ik mee aan de demonstratie voor vrouwenrechten in Londen. Alle straten die naar de Amerikaanse ambassade aan Grosvenor Square leidden, stonden vol met mensen die met zelfgemaakte protestborden zwaaiden, merendeels stukken karton die met plakband aan elkaar geplakt waren, met daarop leuzen die met Donald Trump te maken hadden. Er waren gezinnen en duizenden vooral jongere mensen. De sfeer was geweldig. Later hoorde ik dat er bij 600 betogingen in 60 landen bijna drie miljoen mensen de straat op waren gegaan.
Toen ik er eindelijk in slaagde op Grosvenor Square te komen was er een beetje meer ruimte en er waren een paar standjes op de stoep opgezet. Plotseling kwam er een jongere vrouw naar me toe van Stop de Oorlog die een klembord droeg waar petities op waren vastgemaakt. Ik was nog nooit zo direct benaderd door een campagnevoerder van Stop de Oorlog. De vorige dag had ik petities van deze campagnegroep getekend dus ik dacht niet dat ik nog een keer zou hoeven tekenen. Ze was op de kou gekleed. Ze had prachtige, vriendelijke hazelnootkleurige ogen achter een rond montuur en bijeengebonden lichtbruine krullen omlijstten haar aantrekkelijke gezicht. Ze wees erop dat dit een nieuwe petitie was die de Conservatieve regering vroeg de waarheid openbaar te maken over de mislukte Trident-raketproef in 2016. Ik realiseerde me dat ik deze niet had getekend en terwijl ik schreef maakte ze een vreemde opmerking, dat leden van dezelfde familie vaak gelijksoortig handschrift hadden, en dat was waar voor sommige van mijn zussen en mijn broer. Toen spraken we over het aantal demonstranten omdat mensen al een uur geleden waren begonnen door Park Lane te lopen terwijl Grosvenor Square nog steeds vol stond met wachtende mensen. Dit was de grootste mars waar ik sinds lang aan deelnam, ze was het daarmee eens en zei dat er veel veranderingen aan kwamen en dat er een heel goede film bestond die Wij zijn met velen heette, gemaakt door Amir Amirani, en dat die de moeite waard was om te bekijken. Ze lachte heel mooi en hartelijk toen ik haar bedankte en zei dat ik naar de film zou gaan. Ik voelde me aangemoedigd toen ik wegliep. (Zie blz. 12 voor een recensie van de film.) Naderhand bedacht ik dat dit een ongewone ontmoeting met een opmerkelijke vrouw was en dat er geen betere tijd is om de stem van mensen over de hele wereld te laten horen in massale demonstraties.
S.P., West-Sussex (VK).

Twee brieven van dezelfde schrijver:

Nieuwjaarsresolutie
1) Op Nieuwjaarsochtend 2004 kwam ik net na middernacht uit de kerk, van Taize (Gebed voor Vrede) en liep naar het busstation. Ik liep langs een bedelaar die op de stoep voor een winkelraam lag, zonder hem geld aan te bieden. Terwijl ik hem “Gelukkig Nieuwjaar” wenste, liep ik door maar bedacht “dat dat niet bij het Gebed voor Vrede paste.” Bij het busstation moest ik wachten. Langzamerhand kwamen er verschillende andere mensen bij die ook op de bus wachtten. Al wachtend keek ik naar het vuurwerk. Plotseling sprak er een man tegen me. Hij vroeg of ik hem aan een paar centen kon helpen. Eerst voelde ik me boos omdat hij het mij en niet aan andere mensen vroeg. (Ik had het hem niet iemand anders zien vragen.) Maar toen dacht ik dat het nieuwe jaar niet zo zou moeten beginnen, met zo’n afwijzing van hulp. Ik gaf hem een handvol munten. Hij bedankte me en wenste me toen een gelukkig en goed Nieuwjaar en liep weg. Hij vroeg niemand anders om geld. In mijn ervaring vragen bedelaars altijd iedereen die ze zien. Het geld dat ze krijgen verbergen ze in hun zak en ze gaan door met bedelen. Dat deed hij niet.
Benjamin Creme’s Meester bevestigde dat beide ‘bedelaars’ de Meester Jezus waren.

Overrompeld
2) Op zondag 25 januari 2004 ging ik naar de kerk en nam de bus naar de Rathausmarkt. In mijn handtas had ik een briefje van 10 euro dat ik aan de kerk wilde geven en in mijn zak had ik wat kleingeld. Toen ik uit de bus stapte, kon ik een stuk verderop iemand zien staan die erbij stond als een standbeeld, met twee tassen op de grond. De persoon leek op een heel oude man met een jas die leek op een monnikspij, met de kap helemaal over zijn hoofd. Hij had een bochel. Hij keek niet in mijn richting.
Ik wist niet zeker of hij een bedelaar of alleen maar een vreemd persoon was. Maar ik dacht er niet verder over na en bood hem alle munten in mijn zak aan. Hij strekte zijn hand uit alsof hij hier op had gewacht en zijn bijzonder jonge gezicht (misschien ongeveer 20 jaar oud) lachte mij toe en hij zei heel duidelijk “dank u zeer”. Zijn lachende jonge gezicht en deze paar krachtige woorden kan ik niet vergeten.
M.W., Hamburg (Duitsland).

Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat de man Maitreya was.

“Kop op!”
Nadat we een beangstigende diagnose in het ziekenhuis hadden gekregen, verkeerden we in een lichte shock toen we van de supermarkt de stad Halifax inliepen.
Ik heb de overtuiging dat mijn overleden vader bemoedigende boodschappen voor me achterlaat in de vorm van twee-penny-muntjes, dus toen ik er twee in een oud boterhammenbakje vond was ik niet verbaasd en dacht “dank je” en raapte ze op.
Tot mijn verbazing sprong een jonge zwerver achter een muur vandaan en begon druk te gebaren en gebruikte een paar lelijke woorden dat ik zijn geld pikte. Ik liep nogal bedeesd terug om me te verontschuldigen en uit te leggen dat ik echt dacht dat de twee-pennymuntjes een boodschap van mijn vader waren. Tot mijn verbazing leek hij het te begrijpen en stelde voor dat ik de muntjes zou houden en hem daarvoor wat geld zou geven, wat ik deed. Hij keek me diep in de ogen terwijl we spraken.
Toen ik naar mijn man terugliep bleef de zwerver mij met zijn duimen het “kop op”-gebaar geven (en deed ik dat naar hem) en dit maakte ons beiden aan het lachen, ondanks onze zorgen. Ik vroeg me af of (en hoop dat) dit een bijzondere ontmoeting was.
L.L., Brighouse (West Yorkshire, VK).
(Benjamin Creme’s Meester bevestigde dat de ‘zwerver’ Maitreya was.)

Bliksembezoek
Op een nacht in maart 1992, in Parijs, werd ik wakker en zag bij mijn bed iemand die een flodderbroek aan had. Ik staarde naar zijn gedaante en zag een tuniek en een gezicht waarvan ik de gelaatstrekken niet kon onderscheiden. Het haar was kort en golvend; de kleur blauwgrijs, bijna wit – de sfeer wazig maar vriendelijk. Het was toverachtig, maar jammer genoeg verdween de figuur heel snel. Ik heb niet met hem kunnen praten, om te vragen wie hij was en vanwaar het bezoek. Ik kreeg geen boodschap. Sindsdien heb ik de indruk dat ik een kans die belangrijk was in mijn leven gemist heb.
M.L., Frankrijk.
Benjamin Creme’s Meester bevestigde dat ‘de figuur’ de Meester Jezus was.

Twee brieven van dezelfde schrijver:

Een langbloeiende roos
1) Rond april 2002 ging ik in de boekwinkel in Nantes waar ik altijd heen ga twee boeken van Alice Bailey kopen en nog een ander boek. Het was Sint-Jorisdag en de boekverkoper gaf me heel vriendelijk een roos. Ik voelde zo’n ongewone vreugde en licht dat het als een zegening voelde.
Toen ik de winkel uitliep, hield een man me aan. Hij was een rugzakreiziger, was warm gekleed en had een hartelijke uitstraling; hij vertelde dat hij graag wat kleingeld wilde om iets te eten te kopen. Omdat ik in hem geïnteresseerd was stelde ik hem een paar vragen. Hij vertelde me dat hij veel had gereisd, meer dan 20 jaar; Canada, Brazilië en bepaalde landen waren blij om hem te zien en andere niet. Ik gaf hem een muntstuk en liet het daar bij.
Ik gaf de roos aan mijn moeder en de roos bleef drie weken vers alsof hij gemummificeerd was. Kunt u mij vertellen wat er op die dag gebeurde? Was die man echt iemand die met rugzak rondreisde?
Benjamin Creme’s Meester bevestigde dat de ‘rugzakreiziger’ Maitreya was, Die de roos vers hield.

Stille zegening
2) Lange tijd geleden toen ik 19 was maakte ik een aantal beproevingen door en had ik een intense aspiratie naar God. Hoewel ik mededogen of medelijden voelde, was alles ondraaglijk voor me, buiten deze aspiratie naar Goddelijkheid en de hoop om een teken te krijgen, een zeker bewijs van mijn ziel, van mijn onsterfelijke en goddelijke aard. Op een dag, op 23 of 24 juni 1990, zat ik alleen in mijn slaapkamer te bidden toen er plotseling een sluier van mijn hart werd weggenomen, een deur werd geopend. Ik weet niet hoe ik het kan omschrijven, maar er verscheen iets wonderlijks in mijn hart. Het was als een liefhebbende en vreugdevolle vlam; iets ongelooflijks in totale stilte. Ik was dat, en het was alsof door dit wonder miljoenen jaren van ellende en duisternis van mijn hart waren weggenomen.
Deze ervaring is voorbijgegaan en heeft me enige tijd diepe vrede gegeven. Sindsdien weet ik dat we goddelijk zijn en dat deze staat van genade ons wacht.
Ik zou willen weten of deze ervaring een contact met mijn innerlijke zelf was, een soort van genade van een Meester, of een of andere inwijding.
V.M., Frankrijk.
Benjamin Creme’s Meesters bevestigde dat dit een zegening van Maitreya was.

De “tekenen van de tijd” die we hier presenteren zijn in het verleden door Benjamin Creme’s Meester bevestigd, lijken op soortgelijke “tekenen” die bevestigd werden of spreken voor zich. Veel verschijnselen zijn door ooggetuigen waargenomen, die ze als bevestiging van hun hoop en geloof beschouwen. We leggen ze de lezer ter overweging voor.

Tekenen uit de hele wereld

Lingam-wonderen tijdens Mahashivaratri

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Swami Premananda, die in 2011 overleed, blijft in Zijn Ashram in Trichy (Tamilnadu, India) wonderen manifesteren. Op 24 februari 2017, tijdens de viering van Mahashivaratri, verschenen om 20.30 uur op wonderbaarlijke wijze drie lingams vóór zijn beeld in de tempel.
Leden van de ashram meldden wat er later gebeurde: “Gedurende de nacht van Mahashivaratri, rond 03.30 uur, ontdekten we dat nog drie lingams werden gematerialiseerd. Op 25 februari 2017 werden er om 11.30 uur nog twee lingams gevonden en toen we de tempel diezelfde dag om 16.00 uur openden vonden we nog vier nieuwe lingams.
“Toen we vanmorgen de tempel openden, waren we blij verrast toen we zagen dat Swamiji’s beeld met vibhuti (heilige as) bedekt was en toen we de bloemen die op de schaal voor Swamiji’s lagen om 05.30 uur door verse bloemen vervingen, vonden we twee nieuwe lingams onder de bloemen.” In totaal werden er dit jaar tijdens het festival 14 lingams gemanifesteerd. (Bron: Swami Premananda’s officiële website.)
(Benjamin Creme’s Meester bevestigde in april 2016 dat de lingams die bij dezelfde viering in 2016 verschenen, inderdaad gemanifesteerd werden door Swami Premananda.)

Hoe Swami Premananda tijdens zijn leven lingams creëerde, werd in 1997 door Benjamin Creme in Share International beschreven: “De lingam is een eivormige steen, een symbool van Shiva – de scheppende kracht. Hij ontstaat als een soort “vlam” in het energiecentrum onder aan de ruggegraat. Na drie maanden ontwikkelt deze etherische energie een vaststoffelijke tegenhanger. Tijdens Mahashivaratri, de Nacht van Shiva, werd de lingam uit Swami’s mond “geboren”. Van een week tot een maand na Mahashivaratri vindt vibuthibhavan plaats, Swami blaast dan gedurende vele uren heilige as uit. Het op deze manier vibuthi produceren is een teken dat Zijn lichaam zich al voorbereidde op de manifestatie van de volgende lingam.”

Moederschip gezien bij International Space Station (ISS)

Begin 2017 werd een sigaarvormig voorwerp bij het ISS gezien. Voor de lichten gedimd werden, door het schip zelf of door NASA, legde Streetcap1 de UFO vast en publiceerde het 2 maart op YouTube. Onderzoeker Tyler Glockner: “Ik heb honderden, waarschijnlijk duizenden uren opnamen van het ISS en ik heb ufo’s gezien… Ik heb ruimtepuin gezien en ik heb lichtreflecties gezien. Wat we hier zien lijkt op niets van dat alles.” (Bronnen: YouTube: Streetcap1; The Event is coming soon)

 

Tilo, Slowakije — Op 19 december 2016 werd boven een berg bij Tilo (Slowakije) een heldergekleurde UFO gefilmd die van vorm veranderde. (Bron: YouTube: Martin Mikuas).

 

 

 

 

 

 

 

 

Op 12 februari 2017 fotografeerde NASA’s Zonne- en Heliosfeerobservatorium (SOHO) bij de zon een enorm voorwerp dat een lange energiestraal leek uit te stoten. (YouTube: myunhauzen74)

 

Colima, Mexico — Op 2 december 2016 fotografeerde een webcam een enorm gloeiend voorwerp boven de vulkaan Colima in Mexico. (Bron: ufosightingsdaily.com)

Edmonton, Canada  — Vroeg in de avond van 26 januari 2017 nam Vance Hilton in Edmonton (Alberta, Canada) foto’s van een groot op een ster lijkend voorwerp aan de noordwestelijke hemel dat van vorm leek te veranderen. (Benjamin Creme’s Meester bevestigde eerder waarnemingen van Maitreya’s ‘ster’ in dezelfde plaats.)

 

 Nerja, Spanje — Deze reusachtige ‘wolk-UFO’s’ werden op 10 januari 2017 boven Nerja (Malaga, Spanje) gefotografeerd door L.F.M., D.J. en A.M.R., medewerkers van Share International.
Noot van de redactie: Benjamin Creme en zijn Meester hebben verklaard dat er onder de grotten in Nerja een ufobasis is.

 

 Normandië, Frankrijk — Veel ooggetuigen waren verbijsterd toen ze op 11 februari 2017 bij zonsondergang een groot vrijwel doorzichtig voorwerp met flitsende lichten boven een stad in Normandië (Frankrijk) voorbij zagen komen. Eén ooggetuige slaagde erin met een mobiele telefoon het voorwerp op te nemen voor de batterij op mysterieuze wijze leeg raakte. (Bron: ufosightings daily.com)

Leitrim, Ierland — In de nacht van 25 november 2016 liet een ooggetuige op een landweg nabij Leitrim (Ierland) zijn honden uit en fotografeerde ongewone lichten in en boven een veld van een boer. “Ik heb vaak op dat pad gelopen en nooit zoiets als dit gezien!” stelde de ooggetuige. (Bronnen: ufosightingsdaily.com; mufon.com)

door Phyllis Power

In 1939 schreef Winston Churchill een artikel met de titel: “Zijn wij alleen in het universum?” Het werd in de jaren 50 herzien maar is nooit gepubliceerd en werd onlangs ontdekt in het Amerikaanse Churchill Museum. Hij schreef het vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, toen hij zich moest buigen over cruciale politieke gebeurtenissen. Het is aannemelijk dat de interesse van Churchill in dit onderwerp werd gewekt door de roemruchte Amerikaanse hoorspelversie van War of the Worlds (de bewerking door Orson Welles naar een roman van H.G. Wells), die velen deed geloven dat er daadwerkelijk een ‘buitenaardse invasie’ plaatsvond. Het artikel werd geschreven voordat in de jaren 50 meldingen van ufo’s en de interesse van het publiek een hoge vlucht namen.
Astrofysicus Mario Livio, de eerste aan wie dit recent ontdekte manuscript werd getoond, benadrukte dat Churchill al decennia vóór de ontdekking van planeten buiten ons zonnestelsel in 1990 het bestaan van vele andere zonnen met hun eigen planeetfamilies veronderstelde. Livio is onder de indruk van de wetenschappelijke wijze waarop Churchill de kwestie van buitenaards leven benadert. “Dit stuk is opmerkelijk omdat we het hebben over de man die alom gezien wordt als de grootste staatsman van de 20e eeuw. In 1939 had hij niet alleen de interesse, maar ook de tijd, om een artikel te schrijven over een puur wetenschappelijk vraagstuk” (Nature, 15 februari 2017).
Churchill heeft altijd belangstelling getoond voor de wetenschap en het maatschappelijk belang ervan. Als Brits minister-president stelde hij een wetenschappelijk regeringsadviseur aan, een rol die nu nog belangrijker zou zijn dan toen.
Het artikel verkent de voorwaarden voor het bestaan van leven – in de zin van het vermogen om zich voort te planten – en bespreekt de ‘bewoonbare zone’, een beperkt gebied in een zonnestelsel waarbinnen een planeet precies warm of koud genoeg is om leven mogelijk te maken. Dit stemt overeen met de huidige denkwijze over waar we mogelijk leven kunnen aantreffen in het universum. De weloverwogen conclusie van Churchill kwam, naar alle waarschijnlijkheid, voort uit gezond verstand, maar hij was zijn tijd ver vooruit: “Met honderdduizenden sterrennevels, die elk een paar duizend miljoen zonnen bevatten, is de kans bijzonder groot dat er een enorm aantal planeten bestaat waarvan de omstandigheden leven mogelijk maken.”

Echter, ofschoon Churchill Mars en Venus noemt als mogelijk levensvatbare planeten, verwijst hij op geen enkele manier naar de mogelijkheid van etherische materie als verklaring voor het bestaan van leven op planeten in ons zonnestelsel, wat de verslagen over ruimtemensen in de boeken van Benjamin Creme en George Adamski (die worden bevestigd door talloze ooggetuigenverslagen en andere verklaringen) onderschrijft. Tegelijkertijd geeft het feit dat hij over dit onderwerp een artikel schreef al aan dat Churchill, een derdegraads ingewijde, mogelijk intuïtief aanvoelde dat er leven buiten onze planeet kan en, zoals hij zelf zegt, moet bestaan.
Als derdegraads ingewijde was Churchill een man die buitengewone kennis en talenten bezat – hij stond bekend als historicus en inspirerend spreker, die in 1953 zelfs de Nobelprijs voor literatuur won, en politicus. In zijn belangrijkste rol als minister-president van Groot-Brittannië leidde hij de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog naar de overwinning. Door een eerstestraals uitrusting (van zijn persoonlijkheid, mentaal en fysiek lichaam) kende hij geen fysieke angst en was hij niet klein te krijgen. Al vroeg in zijn loopbaan zocht hij bewust gevaarlijke militaire veldslagen op, vooral in de Boeren-oorlog, die hij als oorlogscorrespondent en niet als lid van de strijdkrachten meemaakte. Hij baande zijn eigen pad; blonk nooit uit op school en was voornamelijk autodidact. In 1902 werd hij Vrijmetselaar, wat wijst op een interesse die verder gaat dan het stoffelijke bestaan. Het recent gevonden artikel toont aan dat hij bereid was gebieden te onderzoeken die niet aansloten op het denken en de conventies van zijn tijd. Daarnaast is het ook interessant dat hij, ongeacht zijn eigen gedachten over de mogelijkheid van buitenaards leven, in zijn rol als minister-president in oorlogstijd heeft besloten dat ufo-waarnemingen geheim moesten blijven om “massale paniek” te voorkomen.
Eind jaren ’50 paste Churchill het artikel iets aan en veranderde de titel van ‘Zijn wij alleen in de ruimte?’ naar het specifiekere ‘Zijn wij alleen in het universum?’ Toen hadden er al legio veelbesproken ervaringen met ufo’s en ruimtemensen plaatsgevonden en had George Adamski zijn wereldberoemde boeken De vliegende schotels zijn geland (1953) en Inside the Space Ships (1955) uitgebracht. Churchill sluit zijn artikel met een vooruitziende blik af: “Ik ben niet dusdanig onder de indruk van het succes van onze beschaving dat ik geneigd ben te denken dat wij de enige vlek in dit immense universum zijn waar levende, denkende wezens bestaan. Noch denk ik dat ons punt van fysieke en mentale ontwikkeling uniek is in dit uitgestrekte landschap van ruimte en tijd.” Zoals Benjamin Creme tijdens een lezing in 2014 zei: “De ruimtemensen bestaan en wij zijn hun veel verschuldigd; allen maken zij deel uit van hetzelfde planetaire systeem. De mensen die de ruimtevaartuigen bemannen zijn onze broeders en zusters… De mens bestaat overal in de ruimte.”

Stralenstructuur Winston Churchill
Ziel: 2; Persoonlijkheid: 1 (substraal 4); Mentaal: 1 (6); Astraal: 4 (6); Fysiek: 1 (3). Zijn inwijdingsgraad was 3,0. (Uit de Lijst van Ingewijden in Maitreya’s Missie, dl.III)

Dr. Phyllis Creme-Power heeft de afgelopen 25 jaar lesgegeven en onderzoek gedaan in het Britse hoger onderwijs. Zij is voornamelijk geïnteresseerd in de relevantie van esoterische kennis voor het onderwijs.

door Ana Swierstra Bie

Er komen in talen steeds nieuwe woorden bij. Een ervan is ‘integratie in het leven van alledag’, dat voor het eerst werd gebruikt door de Noorse premier Erna Solberg in haar nieuwjaarstoespraak van 2016. Alledaagse integratie benadrukt de rol en het belang van gewone burgers en vrijwilligers bij de integratie van vluchtelingen en immigranten in de maatschappij. Het laat zien dat sociale integratie voornamelijk in het dagelijks leven gebeurt en niet in officiële documenten of verklaringen.
Immigratie is een twistpunt geworden. Veel landen hebben een op isolement gerichte benadering en zien migratie meer als een nationale aangelegenheid dan een menselijk probleem. De vluchtelingen- en migratiecrisis zijn geen tijdelijk verschijnsel maar een nieuwe sociale en politieke realiteit, en het roept kwesties op waarvan geen land is vrijgesteld.
De migratie neemt mondiaal toe. De VN schatten dat tegen het einde van de eeuw alleen al 200 miljoen mensen op de vlucht zullen zijn voor de gevolgen van klimaatverandering. Volgens The Huffington Post waarschuwen militaire deskundigen dat klimaatveranderingen tot meer oorlog en hogere vluchtelingenaantallen kunnen leiden dan we tot nu toe hebben ervaren, en een humanitaire ramp van ongekende omvang teweeg zullen brengen. Het recht om bescherming en asiel te zoeken is echter geen kwestie van liefdadigheid of vrijwilligerswerk, maar van mensenrechten. Noorwegen heeft het VN Vluchtelingenverdrag geratificeerd en de verantwoordelijkheid op zich genomen om vluchtelingen op te nemen en te helpen.
Noorwegen is een klein land met een bevolking van maar 5,3 miljoen mensen. Immigratie is hier een tamelijk nieuw verschijnsel. In 1950 bestond slechts 1,4 procent van de bevolking uit immigranten, voornamelijk uit naburige landen en West-Europa. Nu, in 2017, zijn er mensen uit meer dan 200 landen en 16 procent van de bevolking is immigrant of kind van immigrantenouders dat in Noorwegen geboren is. Van hen zijn 200.000 vluchteling en zij maken 3,8 procent van de totale bevolking uit.
Noorwegen is een modern democratisch land met een hoge welvaart, gebaseerd op sociale en geslachtsgelijkheid, vrijheid van meningsuiting en geloof, en gelijke rechten voor minderheden. De gezondheidszorg is goed en het onderwijssysteem verzekert kansen voor iedereen om onafhankelijk van achtergrond te slagen. De maatschappij wordt gekenmerkt door een hoge mate van sociaal vertrouwen en weinig corruptie. Terwijl de eerste arbeidsimmigranten in de jaren 70 werden aangemoedigd om hun eigen taal en cultuur aan te houden, is nu aanpassinghet doel. Het officiële doel is om ‘parallelle samenlevingen’ van individuen of groepen, die niet deelnemen aan de maatschappij of niet het gevoel hebben erbij te horen, te voorkomen. Zulke ‘parallelle samenlevingen’ zouden een bedreiging kunnen vormen omdat het sociale vertrouwen ondermijnd wordt, en dat zou voeding kunnen geven aan zowel criminaliteit als populistische tendensen.
Er bestaat in Noorwegen een breed gedragen politieke overeenstemming dat aan vluchtelingen en immigranten duidelijke verwachtingen en eisen worden gesteld om deel te nemen en bij te dragen aan de maatschappij. Van nieuwkomers wordt ook verwacht dat ze de fundamentele democratische Noorse waarden begrijpen, respecteren en bevorderen. De Introductiewet (2003) geeft gemeenten de verantwoordelijkheid om een voltijds integratieprogramma te verzorgen voor de nieuw aangekomen vluchtelingen die zij huisvest. Vluchtelingen en gezinsleden tussen de 18 en 55 jaar, die een basisdiploma missen, hebben het recht en de plicht om een persoonlijk ‘introductieprogramma’ te doorlopen. Dit duurt meestal twee jaar en de hoofdelementen van het programma zijn het aanleren van de Noorse taal, maatschappelijke vorming, een voorbereiding op intrede op de arbeidsmarkt, of voortgezet onderwijs door werkervaring of andere beroepsbegeleiding en het in kaart brengen van eerdere competenties of bijscholing in de beroepsvaardigheden.
Omdat het kunnen spreken van de taal en het vinden van werk beschouwd worden als de sleutels tot integratie richt het introductieprogramma zich op het vergroten van de vaardigheid van de vluchteling om deel te nemen aan het arbeids- en sociale leven en om economisch zelfvoorzienend te worden. Het taalonderricht is verdeeld in verschillende ‘sporen’ die afhankelijk zijn van eerder onderwijs. Het onderricht in maatschappelijke vorming wordt altijd in de eigen taal van de vluchteling gegeven of in een taal die de persoon verstaat. Door belangrijke regels, wetten en kenmerken uit te leggen, en belangrijke Noorse waarden te belichten en informatie over plichten, rechten en kansen te geven, wordt de vluchteling inzicht in de Noorse maatschappij en het gemeenschapsleven gegeven. Deelnemers aan het programma hebben recht op een introductie-uitkering, op voorwaarde van volledige deelname. Om later een permanente verblijfsvergunning te krijgen, moet men de verplichte vorming, die bestaat uit 550 uur taalvorming en 50 uur maatschappijvorming, binnen drie jaar hebben afgemaakt. Een eindtest is verplicht. Het recht en de plicht (voor sommigen alleen een plicht) om een bepaald gedeelte van de verplichte vorming in taal en maatschappij te voltooien, geldt ook voor andere categorieën immigranten tussen de 16 en 67 jaar, met een paar uitzonderingen. Volwassen vluchtelingen met minimaal tot geen basisonderwijs mogen de basisschool en het middelbaar onderwijs afronden. Kinderen en jongeren gaan naar voorschoolse dagopvangcentra of de gewone school.
Tot asielzoekers asiel hebben gekregen of een of andere vluchtelingstatus mogen ze niet deelnemen aan het introductieprogramma. Velen brengen lange tijd, soms zelfs jaren, door in verschillende opvangcentra in afwachting van de beslissing op hun asielaanvraag, of daarna op een overplaatsing naar een gemeente die hen van een huis kan voorzien. De wet verzekert een verblijfplaats en een financiële basisondersteuning gedurende deze periode. Sommige gemeentes hebben de opvangcentra gedecentraliseerd en asielzoekers wonen afzonderlijk in verschillende plaatsen. Voor onbegeleide minderjarigen zijn er speciale regelingen.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de huisvesting en integratie van vluchtelingen. De opname van vluchtelingen is vrijwillig en de departementen maken afspraken met de centrale autoriteiten om overeenkomstig hun capaciteit vluchtelingen te huisvesten en gepaste faciliteiten en diensten aan te bieden. Ze ontvangen een overheidssubsidie en vluchtelingen worden met opzet geografisch over verschillende delen van het land verspreid. De gemeente is verplicht vluchtelingen integratiediensten aan te bieden, waaronder gezondheidszorg, onderwijs voor kinderen, geschikte huisvesting, beroepsvorming en ondersteuning bij het vinden van werk, al of niet als onderdeel van het introductieprogramma. De meest succesrijke gemeenten zetten zich in om Noorse inwoners en vluchtelingen die al in de gemeenschap zijn gevestigd te betrekken bij de ontvangst en integratie van nieuw aangekomen vluchtelingen, en laten zo de waarde van alledaagse integratie zien.
De menselijke veerkracht en het aanpassingsvermogen zijn groot. Niettemin is aanpassing aan een nieuwe samenleving nooit gemakkelijk, zeker als men gedwongen is om te vluchten. Door oorlogservaringen en verlies getraumatiseerd, moeten vluchtelingen vanaf nul beginnen: een nieuwe taal, nieuwe gewoonten en verschillende culturele codes leren om een buitenlandse samenleving te begrijpen en zich eraan aan te passen. Voor velen betekent het ook reizen van een minder ontwikkeld of niet functionerend land naar een zeer moderne en democratische samenleving. In Noorwegen kan ook het klimaat moeilijk zijn om aan te wennen, in het bijzonder in het noorden met zijn lange poolnacht en het koude weer.
Integratie is tweerichtingsverkeer. Het vereist inspanning, activiteit en initiatief van de vluchtelingen en immigranten zelf, maar het vergt ook flexibiliteit van de autoriteiten, de plaatselijke gemeenschap, vrijwilligers, de arbeidsmarkt en het economisch leven. Angst voor het onbekende en het vreemde kan zowel de autochtone burgers als de immigranten parten spelen.
De Noorse score op de Migranten Integratiebeleidsindex (MIPEX) is tamelijk hoog. Maar het relatieve succes in vergelijking met andere landen hoeft niet direct verband te houden met het immigratiebeleid. De Noorse economie is sterk gebleven en er is minder werkloosheid geweest dan in veel andere landen. Het land heeft ook meer arbeidsmigranten dan vluchtelingen opgenomen.
Statistieken laten zien dat er onder sommige groepen vluchtelingen en immigranten in Noorwegen een lager percentage is dat werk heeft dan bij de rest van de bevolking. Er zijn weinig banen voor ongeschoolde arbeiders en hoger onderwijs is meestal een vereiste. Velen moeten een lang traject doormaken omdat ze weinig of geen officieel onderwijs hebben gehad of zelfs analfabeet zijn. Meestal is vloeiend Noors vereist en veel werkgevers nemen niet graag buitenlanders aan. Er zijn bijna nergens sociale netwerken en dat maakt het nog moeilijker om werk te vinden. Eerdere diploma’s worden vaak niet erkend en veel immigranten zijn overgekwalificeerd voor de banen die ze wel kunnen krijgen. De tweede generatie is meer ingeburgerd; een groot percentage van hen volgt hoger onderwijs.
Veel mensen hebben angst voor de veranderingen die volgen op immigratie. Stabiliteit en traditie worden uitgedaagd en zoals mensen in alle landen zijn de Noren ook trots op hun nationale verworvenheden en de rechten en vrijheden die door eerdere generaties en door voortdurende inspanningen bevochten zijn. Sinds eind 2015 heeft Noorwegen verdere beperkingen in de asielregels doorgevoerd en het is nu een van de strengste landen van Europa. De Noorse minister van Immigratie en Integratie Sylvi Listhaug stelt dat het “absoluut noodzakelijk is een streng asielbeleid te hebben. Noorwegen moet niet aantrekkelijk zijn voor asielzoekers.”
Door een “streng en rechtvaardig” beleid toe te passen, probeert de regering immigratie te beheersen en goede integratie te bereiken door niet meer vluchtelingen te accepteren dan het arbeidsproces en welvaartssysteem kunnen opnemen. De angst is dat ongereguleerde immigratie tot toenemende economische ongelijkheid onder de bevolking zou leiden en, omdat het Noorse welvaartssysteem afhangt van een hoge arbeidsdeelname, redeneren sommigen dat het moeilijk zou kunnen worden de legitimiteit van het systeem hoog te houden terwijl velen buiten het arbeidsproces blijven.
Tegelijkertijd is het door strenge grens- en identiteitscontroles en de visumplicht heel moeilijk geworden om het land via Denemarken, Zweden of Rusland binnen te komen, en Europese leiders sloten een verdrag met Turkije om vluchtelingen en migranten die naar Europa komen, tegen te houden. Ook versterkt de EU de kustwacht van Libië economisch om te voorkomen dat migranten de Middellandse Zee oversteken. Voor vluchtelingen en migranten zijn er geen veilige of legale routes naar Europa. Het is tegen de wet om ze onderweg te helpen, omdat je beschuldigd kan worden van mensensmokkel. Het wordt de kwetsbaarste en meest weerloze mensen in de wereld verboden onze deuren te bereiken en gebruik te maken van hun recht om asiel aan te vragen.
Onze huidige wereld is duidelijk niet houdbaar. De ongelijke verdeling van hulpbronnen maakt het in veel plaatsen van de wereld steeds onmogelijker om een fatsoenlijk en vreedzaam leven te leiden. Het zou onrealistisch zijn te verwachten dat grote delen van de wereldbevolking tevreden blijven met hun magere deel. De ernstige economische, ecologische en sociale ongelijkheden zijn onze gezamenlijke verantwoordelijkheid en vragen om maatregelen van een heel andere omvang.
Hoewel het belangrijk is nationale cultuur, vrijheid en democratie te behouden, wordt er niets gewonnen als de nationale identiteit en belangen alleen om zelfzuchtige redenen beschermd worden. Als onze individualistische aard de bovenhand krijgt, zou dat in plaats van de huidige problemen het hoofd te bieden, kunnen leiden tot een terugtrekking in een cultuur van afgescheidenheid, evenals tot haat en het terugvallen op nostalgische dromen van vergane glorie. Er zijn al aanwijzingen dat sommige regeringen en delen van hun bevolkingen in de illusie verkeren dat we behaaglijk binnen onze nationale grenzen kunnen blijven, onaangedaan door de ernstige problemen die de wereld teisteren.
Maar de echte bedreiging voor onze identiteit en gekoesterde waarden komt niet van buitenaf. Het komt van binnen onszelf, en daar kunnen strenge grenscontroles of muren ons niet tegen beschermen.
Het is wellicht begrijpelijk dat, onder de druk van immigratie, de egoïstische, bevreesde en ambitieuze elementen in ons als individuen en landen op de voorgrond treden, althans voor nu, en dat mensen in opstand komen tegen wat wordt gezien als de dwang tot een opener houding. Maar, tenzij we onze identiteit herdefiniëren – en onszelf als onderdeel van één mensheid zien – en totdat we in algemene termen en het inclusieve geheel leren te denken, zullen we de crisis die ons teistert niet kunnen oplossen. Alleen wanneer we ons individuele zelf voor het algemeen welzijn inzetten, en daarmee het grotere geheel verrijken, en bewust bijdragen tot het welzijn van de mensheid, zullen we eindelijk als familie van volkeren vooruitgaan naar een nieuwe en betere toekomst.

Ana Swierstra Bie is medewerker van Share International, woonachtig in Kristiansand (Noorwegen).