Share International heeft een grote voorraad brieven aan de redactie die door Benjamin Creme bekeken, maar nog niet gepubliceerd zijn. Deze brieven, waarvan sommige jaren geleden werden ontvangen en andere heel recent, publiceren we hier. Op de eerste na zijn alle ervaringen die in de brieven in dit nummer beschreven werden, door Benjamin Creme’s Meester bevestigd als authentiek.
Warm aanbevolen
Op zaterdag 21 januari 2017 deed ik mee aan de demonstratie voor vrouwenrechten in Londen. Alle straten die naar de Amerikaanse ambassade aan Grosvenor Square leidden, stonden vol met mensen die met zelfgemaakte protestborden zwaaiden, merendeels stukken karton die met plakband aan elkaar geplakt waren, met daarop leuzen die met Donald Trump te maken hadden. Er waren gezinnen en duizenden vooral jongere mensen. De sfeer was geweldig. Later hoorde ik dat er bij 600 betogingen in 60 landen bijna drie miljoen mensen de straat op waren gegaan.
Toen ik er eindelijk in slaagde op Grosvenor Square te komen was er een beetje meer ruimte en er waren een paar standjes op de stoep opgezet. Plotseling kwam er een jongere vrouw naar me toe van Stop de Oorlog die een klembord droeg waar petities op waren vastgemaakt. Ik was nog nooit zo direct benaderd door een campagnevoerder van Stop de Oorlog. De vorige dag had ik petities van deze campagnegroep getekend dus ik dacht niet dat ik nog een keer zou hoeven tekenen. Ze was op de kou gekleed. Ze had prachtige, vriendelijke hazelnootkleurige ogen achter een rond montuur en bijeengebonden lichtbruine krullen omlijstten haar aantrekkelijke gezicht. Ze wees erop dat dit een nieuwe petitie was die de Conservatieve regering vroeg de waarheid openbaar te maken over de mislukte Trident-raketproef in 2016. Ik realiseerde me dat ik deze niet had getekend en terwijl ik schreef maakte ze een vreemde opmerking, dat leden van dezelfde familie vaak gelijksoortig handschrift hadden, en dat was waar voor sommige van mijn zussen en mijn broer. Toen spraken we over het aantal demonstranten omdat mensen al een uur geleden waren begonnen door Park Lane te lopen terwijl Grosvenor Square nog steeds vol stond met wachtende mensen. Dit was de grootste mars waar ik sinds lang aan deelnam, ze was het daarmee eens en zei dat er veel veranderingen aan kwamen en dat er een heel goede film bestond die Wij zijn met velen heette, gemaakt door Amir Amirani, en dat die de moeite waard was om te bekijken. Ze lachte heel mooi en hartelijk toen ik haar bedankte en zei dat ik naar de film zou gaan. Ik voelde me aangemoedigd toen ik wegliep. (Zie blz. 12 voor een recensie van de film.) Naderhand bedacht ik dat dit een ongewone ontmoeting met een opmerkelijke vrouw was en dat er geen betere tijd is om de stem van mensen over de hele wereld te laten horen in massale demonstraties.
S.P., West-Sussex (VK).
Twee brieven van dezelfde schrijver:
Nieuwjaarsresolutie
1) Op Nieuwjaarsochtend 2004 kwam ik net na middernacht uit de kerk, van Taize (Gebed voor Vrede) en liep naar het busstation. Ik liep langs een bedelaar die op de stoep voor een winkelraam lag, zonder hem geld aan te bieden. Terwijl ik hem “Gelukkig Nieuwjaar” wenste, liep ik door maar bedacht “dat dat niet bij het Gebed voor Vrede paste.” Bij het busstation moest ik wachten. Langzamerhand kwamen er verschillende andere mensen bij die ook op de bus wachtten. Al wachtend keek ik naar het vuurwerk. Plotseling sprak er een man tegen me. Hij vroeg of ik hem aan een paar centen kon helpen. Eerst voelde ik me boos omdat hij het mij en niet aan andere mensen vroeg. (Ik had het hem niet iemand anders zien vragen.) Maar toen dacht ik dat het nieuwe jaar niet zo zou moeten beginnen, met zo’n afwijzing van hulp. Ik gaf hem een handvol munten. Hij bedankte me en wenste me toen een gelukkig en goed Nieuwjaar en liep weg. Hij vroeg niemand anders om geld. In mijn ervaring vragen bedelaars altijd iedereen die ze zien. Het geld dat ze krijgen verbergen ze in hun zak en ze gaan door met bedelen. Dat deed hij niet.
Benjamin Creme’s Meester bevestigde dat beide ‘bedelaars’ de Meester Jezus waren.
Overrompeld
2) Op zondag 25 januari 2004 ging ik naar de kerk en nam de bus naar de Rathausmarkt. In mijn handtas had ik een briefje van 10 euro dat ik aan de kerk wilde geven en in mijn zak had ik wat kleingeld. Toen ik uit de bus stapte, kon ik een stuk verderop iemand zien staan die erbij stond als een standbeeld, met twee tassen op de grond. De persoon leek op een heel oude man met een jas die leek op een monnikspij, met de kap helemaal over zijn hoofd. Hij had een bochel. Hij keek niet in mijn richting.
Ik wist niet zeker of hij een bedelaar of alleen maar een vreemd persoon was. Maar ik dacht er niet verder over na en bood hem alle munten in mijn zak aan. Hij strekte zijn hand uit alsof hij hier op had gewacht en zijn bijzonder jonge gezicht (misschien ongeveer 20 jaar oud) lachte mij toe en hij zei heel duidelijk “dank u zeer”. Zijn lachende jonge gezicht en deze paar krachtige woorden kan ik niet vergeten.
M.W., Hamburg (Duitsland).
Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat de man Maitreya was.
“Kop op!”
Nadat we een beangstigende diagnose in het ziekenhuis hadden gekregen, verkeerden we in een lichte shock toen we van de supermarkt de stad Halifax inliepen.
Ik heb de overtuiging dat mijn overleden vader bemoedigende boodschappen voor me achterlaat in de vorm van twee-penny-muntjes, dus toen ik er twee in een oud boterhammenbakje vond was ik niet verbaasd en dacht “dank je” en raapte ze op.
Tot mijn verbazing sprong een jonge zwerver achter een muur vandaan en begon druk te gebaren en gebruikte een paar lelijke woorden dat ik zijn geld pikte. Ik liep nogal bedeesd terug om me te verontschuldigen en uit te leggen dat ik echt dacht dat de twee-pennymuntjes een boodschap van mijn vader waren. Tot mijn verbazing leek hij het te begrijpen en stelde voor dat ik de muntjes zou houden en hem daarvoor wat geld zou geven, wat ik deed. Hij keek me diep in de ogen terwijl we spraken.
Toen ik naar mijn man terugliep bleef de zwerver mij met zijn duimen het “kop op”-gebaar geven (en deed ik dat naar hem) en dit maakte ons beiden aan het lachen, ondanks onze zorgen. Ik vroeg me af of (en hoop dat) dit een bijzondere ontmoeting was.
L.L., Brighouse (West Yorkshire, VK).
(Benjamin Creme’s Meester bevestigde dat de ‘zwerver’ Maitreya was.)
Bliksembezoek
Op een nacht in maart 1992, in Parijs, werd ik wakker en zag bij mijn bed iemand die een flodderbroek aan had. Ik staarde naar zijn gedaante en zag een tuniek en een gezicht waarvan ik de gelaatstrekken niet kon onderscheiden. Het haar was kort en golvend; de kleur blauwgrijs, bijna wit – de sfeer wazig maar vriendelijk. Het was toverachtig, maar jammer genoeg verdween de figuur heel snel. Ik heb niet met hem kunnen praten, om te vragen wie hij was en vanwaar het bezoek. Ik kreeg geen boodschap. Sindsdien heb ik de indruk dat ik een kans die belangrijk was in mijn leven gemist heb.
M.L., Frankrijk.
Benjamin Creme’s Meester bevestigde dat ‘de figuur’ de Meester Jezus was.
Twee brieven van dezelfde schrijver:
Een langbloeiende roos
1) Rond april 2002 ging ik in de boekwinkel in Nantes waar ik altijd heen ga twee boeken van Alice Bailey kopen en nog een ander boek. Het was Sint-Jorisdag en de boekverkoper gaf me heel vriendelijk een roos. Ik voelde zo’n ongewone vreugde en licht dat het als een zegening voelde.
Toen ik de winkel uitliep, hield een man me aan. Hij was een rugzakreiziger, was warm gekleed en had een hartelijke uitstraling; hij vertelde dat hij graag wat kleingeld wilde om iets te eten te kopen. Omdat ik in hem geïnteresseerd was stelde ik hem een paar vragen. Hij vertelde me dat hij veel had gereisd, meer dan 20 jaar; Canada, Brazilië en bepaalde landen waren blij om hem te zien en andere niet. Ik gaf hem een muntstuk en liet het daar bij.
Ik gaf de roos aan mijn moeder en de roos bleef drie weken vers alsof hij gemummificeerd was. Kunt u mij vertellen wat er op die dag gebeurde? Was die man echt iemand die met rugzak rondreisde?
Benjamin Creme’s Meester bevestigde dat de ‘rugzakreiziger’ Maitreya was, Die de roos vers hield.
Stille zegening
2) Lange tijd geleden toen ik 19 was maakte ik een aantal beproevingen door en had ik een intense aspiratie naar God. Hoewel ik mededogen of medelijden voelde, was alles ondraaglijk voor me, buiten deze aspiratie naar Goddelijkheid en de hoop om een teken te krijgen, een zeker bewijs van mijn ziel, van mijn onsterfelijke en goddelijke aard. Op een dag, op 23 of 24 juni 1990, zat ik alleen in mijn slaapkamer te bidden toen er plotseling een sluier van mijn hart werd weggenomen, een deur werd geopend. Ik weet niet hoe ik het kan omschrijven, maar er verscheen iets wonderlijks in mijn hart. Het was als een liefhebbende en vreugdevolle vlam; iets ongelooflijks in totale stilte. Ik was dat, en het was alsof door dit wonder miljoenen jaren van ellende en duisternis van mijn hart waren weggenomen.
Deze ervaring is voorbijgegaan en heeft me enige tijd diepe vrede gegeven. Sindsdien weet ik dat we goddelijk zijn en dat deze staat van genade ons wacht.
Ik zou willen weten of deze ervaring een contact met mijn innerlijke zelf was, een soort van genade van een Meester, of een of andere inwijding.
V.M., Frankrijk.
Benjamin Creme’s Meesters bevestigde dat dit een zegening van Maitreya was.